Dashavatar

Matsya (de vis)

Op een dag liep Manu (de hindoeïstische versie van Noah) langs de zee toen hij een klein visje om hulp hoorde schreeuwen.

Het visje wilde graag door Manu mee genomen worden omdat hij anders door grotere vissen opgegeten zou worden.

Manu nam het visje in een pot mee naar huis.

Een dag later was het visje te groot geworden voor het potje dat het visje naar een grote vissenkom.

Weer een dag later was het visje te groot geworden dat het visje (wat nu een vis is) over geplaatst werd naar een Basin (een grote vijver).

Weer een dag later was de vis te groot voor de Basin geworden dat hij naar de zee overgebracht werd.

Toen de vis naar de zee overgebracht was, veranderd de zich in Vishnoe.

Vishnoe dat Manu een grote boot moet gaan bouwen en alle dieren in die boot moesten gaan in stappen want er zou een grote overstromingen komen.

Zeven dagen lang was Manu aan het werken om die boot te bouwen.

Toen die boot klaar was, gingen Manu en de dieren aan boord.

Toen het begon te stormen trok de vis het boot om te voorkomen dat het kapot zou gaan.

Toen de storm voorbij was en het was al droog, gingen Manu en de dieren van boord.

Manu bad tot Vishnoe om een vrouw omdat hij zo eenzaam was.

Vishnoe gaf hem die vrouw.