Hoofdstuk 12

633 11 13
                                    

Matthy kijkt naar de grond. Hij weet niks uit te brengen. Met tranen in mijn ogen loop naar mijn kamer toe. Ik hoor Matthy en Raoul nog ruzie maken achter mij, maar dat boeit mij even niks. 1 ding is nu duidelijk voor mij. Ik weet wat Matthy van mij wilt. Hij wilt mij gebruiken voor seks en daarna mag ik oprotten. Blijkbaar ben ik alleen goed voor dat. Ik heb mij zo vergist in deze jongen. Ik kom aan in mijn kamer en pak mijn tas in. Ik wil hier weg. Waarheen? Ik heb werkelijk geen flauw idee. Wat ik wel weet is dat ik weg wil van hier. Ik doe mijn jas en schoenen aan. Ik gooi mijn tas op mijn schouder en loop mijn slaapkamer uit. Via het washok neem ik de achterdeur naar buiten.

Ik loop snel het terrein af van casa del huts. Ik hoop dat niemand mij gezien heeft. Ik loop de dijk op en kies ervoor om links af te gaan. Ik weet niet waar ik uit ga komen, maar het is beter dan hier blijven.

POV Matthy

"Waar haal je het gore lef vandaan om mijn zusje te gebruiken voor seks?!" schreeuwt Raoul naar mij. "Zo was het helemaal niet bedo..." ik kan mijn zin niet afmaken, want Koen schreeuwt erdoor heen. "Hou je bek Mat, zo is het wel bedoeld! Je hebt het zelf gezegd tegen mij!" schreeuwt Koen boos. "Ja, maar dat was voordat ik haar leu..." opnieuw kan ik mijn zin niet afmaken, want Robbie trekt zijn mond open. "Dit slaat helemaal nergens op Matthy!" zegt Robbie geïrriteerd. "Weetje, zoek het allemaal lekker uit!" schreeuw ik kwaad, terwijl ik van tafel af storm. Ik loop naar de gang en trap mijn schoenen aan. Als ze mij niet eens willen laten uitpraten, dan zoeken ze het maar uit.

Ik loop het huis uit en stap in mijn auto. Ik rij het terrein af weg van hier. Het intresseert mij niks waar ik strand. Al strand ik tegen een boom aan, wie boeit het? Ik rij snel de dijk af. De gedachtens in mijn hoofd maken mij gek. Mijn ogen vullen zich met tranen. Mijn zicht is wazig. Snel zet ik mijn auto stil langs de weg. Ik leg mijn handen op de bovenkant van mijn stuur. Mijn hoofd laat ik rusten op mijn armen die op mijn stuur liggen. Ik begin hard te huilen. Hierdoor begin ik sneller te ademen. Ik heb alles zo erg verkloot. Die uitspraak die ik toen gedaan heb over Romy was niet juist, maar dat was voor alles. Voordat ik haar leuk vond. Voordat ik een toekomt met haar zag. Voordat ik van haar hield, maar het maakt nu toch allemaal niks meer uit. Ze haat mij en dat gevoel gaat denk niet meer veranderen.

Bij de gedachtens begin in hard in mijn stuur te knijpen. Ik geef een harde gil en sla een paar keer op mijn stuur. Waarom ben ik zo fucked up? Waarom ben ik zo fucked up in mijn hoofd? Ik wil gewoon dat dit werkt, maar waarom lukt het mij niet? Mijn emoties gaan alle kanten op. Ik voel verdriet, maar ook zoveel boosheid. Ik weet dat ik schuldig ben van dit alles en dat vreet aan mij.

POV Romy

Ik heb nu een aantal rondjes gelopen door Rhoon. Ik heb mijn hoofd leeg kunnen maken, maar verder dan dat ben ik niet gekomen. Ik zucht diep en loop terug richting casa del huts. Slimte optie? Nee, totaal niet. Enigste optie? Ja, helaas wel. Ik kijk op mijn telefoon en zie dat het al laat is. Stiekem hoop ik dat iedereen slaapt en ik rustig naar binnen kan glippen. Ik heb geen behoeftes om nu iemand te zien van de jongens en zeker Matthyas Maarten het Lam niet.

POV Matthy

Ik sta nogsteeds stil met mijn auto op hetzelfde plekje. Ik had gehoopt dat het in mijn hoofd wat rustiger zou worden, maar dat ik niet het geval. Nogsteeds hyperventileer ik. Mijn ademhaling is niet rustig te krijgen. 1 persoon kon dat. Dat was Romy. Ik begin weer te huilen als ik haar naam door mijn hoofd heen hoor. Ik zou er echt alles aandoen om haar nu te kunnen vastpakken en mijn excuses aan te bieden. Ik wil haar in mijn armen en haar niet meer loslaten. Bij het besef momentje dat dat misschien nooit meer gaat gebeuren draai ik door. Ik sla weer hard op mijn stuur en schreeuw het uit. Ik trap hard mijn gaspedaal in en keer de auto om terug naar huis.

Mijn zicht is wazig door de tranen in mijn ogen. Mijn voet trapt nog harder het gaspedaal in. De kronkelige weg van de dijk is moeilijk zichtbaar. Ik knijp hard in mijn stuur. De woede in mijn lichaam overheerst mij, waardoor ik mezelf niet meer kan beheersen. Hard rij ik over de dijk heen. Ik probeer de weg te volgen met mijn ogen, maar dit gaat lastig. Mijn rechter voor en achterband komen naast het wegdek terecht in het gras. Snel stuur ik naar links om mijn auto weer op de weg te krijgen. Dit lukt gelukkig. Opgelucht haal ik adem. Dit ging maar net goed. Ik kijk even naast mij, maar hierdoor vergeet ik voor mij uit te kijken. Ik hoor een harde knal en trap vol op mijn rem.

Een grote barst zit in mijn vooruit. Een zwarte gedaante rolt van de motorkap af en valt op de grond. Ik knipper met mijn ogen en stap langzaam uit mijn auto. Ik loop naar de voorkant van mijn auto toe en zie daar iemand op de grond liggen. Snel kniel ik naast diegene neer. "Mevrouw! Mevrouw! Gaat het wel?" vraag ik paniekerig. Ik pak haar schouders vast en schud haar zachtjes heen en weer. Ik krijg geen reactie. Langzaam haal ik met mijn vinger de haren uit haar gezicht. Mijn mond valt open en ik snak naar adem. Tranen vullen opnieuw mijn ogen als ik zie dat de mevrouw die ik heb aangereden Romy is.

Why me? // bankzitters Where stories live. Discover now