Hoofdstuk 5

652 13 2
                                    

Fuck... Matthy... Ik sta gelijk stil en kijk hem alleen maar aan. Verbeeld ik mezelf dit? Ik knipper met mijn ogen, maar Matthy blijft staan. Oke fuck. Snel loop ik naar de vooringang en ga via daar naar binnen. Ik hoor Matthy mijn naam nog roepen, maar ik negeer het. Wat doet hij nou weer hier en precies uitgerekend vandaag.

Ik volg de lessen die op mijn rooster staan. School is elke dag hetzelfde. Ik zit alleen in de les, niemand wil een groepsopdracht met mij doen en je hoort veel gelach en geroddel. Het is dat school een verplichting is anders was ik er allang mee gestopt. Ik krijg een propje papier tegen mijn achterhoofd aan die vervolgens op de tafel valt. Ik vouw hem open en zie de woorden 'val dood' op het briefje staan. Ik zucht diep, prop het papiertje weer bij elkaar en doe hem in mijn tas. Zoals ik al zei school is elke dag hetzelfde.

Na een lange dag op school loop ik naar mijn kluis. De boeken die ik niet nodig heb doe ik erin en ik verlaat de school. Bij het verlaten van het schoolplein zie ik nogsteeds die zwart auto staan met Matthy ernaast. Hij leunt tegen zijn auto en heeft zijn handen in zijn zakken. Er staan 3 meiden om hem heen. Ze frummelen aan zijn haar en kleding. Ze giechelen flirterig en Matthy glimlacht naar ze. Ik rol mijn ogen en loop snel het hek door. Hopelijk ziet hij mij niet. "Hey Romy" hoor ik een bekende stem. Ik knijp mijn ogen dicht en sta stil. Fuckzooi. Ik zet een fake glimlach op en draai mezelf om naar hem. "Hey...Mat" zeg ik terug tegen hem.

"Eel, wat moet je nou weer met haar" zegt 1 van de meiden die bij Matthy staat. Matthy kijkt raar naar der op. "Loop door lelijk varkentje. Niks te zien hier" zegt een ander meisje die er ook bij staat en door Matthy zijn haren kroelt. Ik kijk Matthy smekend aan in de hoop dat hij er wat van zegt, maar het enigste wat hij doet is een beetje lachen. Mijn smekende blik verandert in een gebroken blik en tranen vullen mijn ogen. Snel vervolg ik mijn stappen richting huis. Waarom had ik ook hoop dat hij er iets van zou zeggen. Ruw veeg ik de tranen weg bij mijn ogen. Ik moet stoppen met hopen.

Ik hoor een auto toeteren achter mij. Ik kijk op en zie de zwarte auto van Matthy naast mij stoppen. Hij doet zijn raam omlaag en geeft een klein knikje naar mij. "Hey" zegt hij. "Ga toch weg" zeg ik terug tegen hem en loop verder. Matthy stap uit zijn auto. "Wat is er gebeurd met je oog?" vraagt hij. Gelijk sta ik stil. Ik pak mijn telefoon en ik zie dat ik mijn make-up heb uitgeveegd, waardoor mijn blauwe oog nu zichtbaar is. Ik doe mijn telefoon weg en probeer een antwoord te bedenken op Matthy zijn vraag. "Wat is er gebeurd met je oog Romy?" vraagt Matthy op een serieuze toon. Ik draai mezelf om naar hem en bijt twijfelend op mijn lip. "Hoofd gestoten" antwoord ik snel. "Hoofd gestoten? Tegen wat?" vraagt hij terwijl die zijn armen over elkaar heen slaat en zijn wenkbrauwen optrekt. "U-uhm...". Fuck deze vraag zag ik niet aankomen. Ik kan niks bedenken. "U-uhm... een keukenkastje?" zeg ik met teveel onzekerheid in mijn stem.

Matthy schud zijn hoofd en geeft een knikje naar zijn auto. "Stap in" zegt hij. Ik twijfel erg om in te stappen. Ik wil niet bij hem zijn, maar toch ook weer wel. Ken je dat gevoel? Na lang twijfelen besluit ik toch om in te stappen. Matthy stapt ook in. "Wat is je adres?" vraagt hij terwijl hij zijn telefoon aan mij geeft. Ik typ mijn adres in en geef zijn telefoon terug. Matthy doet zijn zonnebril op en rijdt naar mijn huis. Ik kijk via het raam naar buiten. Ik probeer zo min mogelijk naar Matthy te kijken. Ik heb zoveel vragen in mijn hoofd. Waarom gebeurt dit?

Even later komen we bij mijn huis aan. Matthy parkeert de auto voor de deur. "Pak al je spullen" zegt hij. "M-maar...". Matthy onderbreekt mij: "Room, pak al je spullen". Snel stap ik uit en loop mijn huis in. Ik pak een grote koffer van zolder en loop naar mijn kamer. Alle spullen die ik heb doe ik in mijn koffer. Op de meubels na dan. Ik sluit mijn koffer en loop ermee naar beneden. Ik loop naar buiten en Matthy staat bij zijn auto. Hij ziet mij aankomen en doet zijn kofferbak open. Hij helpt mij met mijn koffer in zijn auto doen. Ik stap weer in zijn auto. Matthy sluit de kofferbak en stapt ook weer in. Hierna rijdt hij weg bij mijn huis vandaan.

Tijdens de autorit is het erg stil. Ik weet niks uit te brengen. Ik weet ook niet of ik wel wat wil zeggen tegen hem. Aan de ene kant ben ik zo boos door zoveel dingen, maar aan de andere kant misschien heeft hij het niet door wat die allemaal doet? Misschien doet die het niet expres? "Raoul vertelde gisteravond over je thuissituatie". Ik kijk op naar Matthy zijn stem. "Hij was gisteravond nogal boos dat jij weg was gegaan. Hij dacht dat 1 van ons ervoor had gezorgd dat jij weg was gegaan. Toen heeft die aan ons de thuissituatie uitgelegd en dat hij daarom wilt dat je zoveel mogelijk bij ons bent. Dus, ik weet dat je vader ervoor heeft gezorgd dat je nu een blauw oog hebt". Ik slik een zware brok in mijn keel weg. De jongens weten het nu dus ook. Ik knik mijn hoofd en kijk weer naar buiten. "En heb je eerlijk toegeven dat jij ervoor hebt gezorgd dat ik ben weggegaan?" zeg ik arrogant. Op die vraag krijg ik geen antwoord. "Dat dacht ik al..." zeg ik daarna zachtjes met een trilling in mij stem.

Ik hou mijn tranen in. Ondertussen zijn we aangekomen bij casa del huts en Matthy parkeert de auto. Snel stap ik uit en pak ik mijn koffer uit zijn auto. Ik loop naar de voordeur toe waar Raoul mij al staat op te wachten. Hij opent zijn armen en ik loop sneller naar hem toe. Ik val in zijn armen en knuffel hem stevig. Mijn tranen kan ik niet meer inhouden. Raoul knuffelt mij stevig terug en ik begin hard te huilen.

Why me? // bankzitters Wo Geschichten leben. Entdecke jetzt