Hoofdstuk 23

9 3 4
                                    

Nadat Butler is vertrokken ga ik na een buiging uit de eetkamer. Snel ren ik naar boven en trek een dun bloesje aan met een broek. Een zucht van opluchting gaat door me heen zodra ik weer in mijn kleren ben gekleed en niet in een 'ochtend' jurk. Nu nog alleen mijn laarzen en dan ben ik klaar om te gaan. Ik loop naar de kast en zoek naar mijn laarzen. Helemaal niks. Ik kijk achter mijn deur ook helemaal geen laarzen. Dan klopt er iemand op de deur.

Butler staat voor de deur met mijn laarzen en een haarlint. "Butler u bent mijn redder in nood" zeg ik met een glimlach op mijn gezicht. Butler weet hoe irritant ik het vind dat mijn haar in mijn gezicht komt tijdens het rijden en heeft daarom een haarlint meegenomen omdat hij weet dat ik die altijd vergeet. De schat. "Geen probleem mevrouw ik weet hoeveel u van uw laarzen houdt" zegt Butler met een knipoog. "En Charlemange" voegt hij eraan toe. Charlemange is mijn sneeuwwitte wilde hengst die vroeger in het leger had gewerkt. Ik ben net zo gek op Charlemange als hij op mij. En net zoals iedereen weet Butler dat ook. "Als u mij excuseert " zegt Butler en dan loopt hij weg met een glimlach op zijn gezicht.

Zodra ik mijn laarzen heb aangedaan en mijn vast heb gedaan ren ik zo on damesachtig mogelijk naar beneden. Naar de achterdeur en dan loop ik naar de stallen want ik wil de paarden niet aan het schrikken maken. Er zijn in totaal drie paarden bij ons op stal. Naast Charlemange is er nog Auburn de voskleurige merrie van Andrew en Bolt de zwarte hengst van Vader. Moeder rijdt niet ze zegt dat het niet voor vrouwen is maar dat zegt ze over veel dingen. Ik loop de stal in en word meteen begroet met vrolijk gehinnik van Charlemange en zacht gesnuif van Auburn en Bolt. Butler heeft Charlemange al gezadeld dus ik kan meteen beginnen met rijden. Een van de weinige dingen die mij rustig maken naast vechten.


Your PowerWhere stories live. Discover now