H 17

79 5 0
                                    

"Waar zijn de kinderen toch?" ik liep over het dek, samen met Samantha, een vriendin van Allison. "Weet ik niet. Sinds we aan boord zijn gegaan heb ik haar niet meer gezien..." Ik haalde een appel uit mijn zak. "Oeh Stewart! Gezond hoor!" Ik keek naar de appel met walging. "Ja. Gezond hoor! Allison dwingt me deze op te eten, of anders..." Ik hield op voor ze verder iets van Allisons plan kon horen. "Anders wat?" "Anders... helpt ze me niet meer met afwassen." Loog ik. Je bent wel gek als je de waarheid verteld aan Samantha. Ze is één grote roddeltante. En als ik dan zou zeggen dat ze een foto van me heeft in een strak pakkie, met dreadlocks in mijn haar... nee dankje. Gelukkig is Samantha niet zo snugger, dus denkt ze ook niet verder of ik lieg of niet. "Stewie..." Hoorde ik een klein stemmetje achter me zeggen. Ik draaide me om, en zag daar de kleine Jamie, met traantjes in haar ogen staan. "Waar is Ally?" "Weet ik niet. Maar we kunnen wel een spelletje gaan spelen tot ze terug is."

"Dus, ja..." Zei Tamara. Ik legde een hand op haar schouder. "Dat was vast erg voor je..." Ze knikte, en ze stond op het punt in tranen uit te barsten. "Aww... kom hier!" Ik gaf haar een knuffel. Ze snotterde wat (op mijn nieuwe blousje) en ik pakte een zakdoekje. "Hier." "Dank..." Nog meer gesnotter. "Help!" Hoorden we om de hoek iemand roepen. Dylan. Natuurlijk. Ik stond op en keek om de hoek, waar ik zag hoe hij getackeld werd door twee jochies van zeven, acht jaar. "Allison! Eindelijk! Kom help... me!" Ik liep weer terug naar het bed. Tamara was inmiddels uitgehuild. De doekjes had ze weggezet, en ze lag nu met haar voeten op het hoofdkussen, en haar hoofd aan het voeteneinde. "Hoe dan ook... ik had verteld dat ik je zou vertellen wat er was gebeurt, toch?'' Ze knikte. Ik hoorde wat gerommel en gepiep. "De ketel. Geen zorgen." Stelde ze me gerust.

"Help!" Schreeuwde ik. Ik bleef, met mijn blik gericht op de deur, vechten tegen die twee kleine monstertjes. Heel even zag ik Allison om de hoek kijken. "Allison! Eindelijk! Kom help... me." Ze was alweer weg. Nu werd ik woedend. Al een kwartier lang stond ik hier, te wachten tot ze eindelijk eens zouden stoppen. Ik weet zeker dat mijn armen nu tien centimeter uitgerekt zijn! "Oké genoeg!" Schreeuwde ik met een boze stem. Ze lieten snel los. Hé... ik kan het wel! In mijn hoofd maakte ik een klein vreugdedansje. "Eindelijk!" De jongens renden weg, en ik liep naar Allison en Tamara toe, maar toen ze me zagen, wuifde Ally me snel weg. "Ksst! Wegwezen!" Dus ik liep maar naar Cupcake toe, die nog steeds op de grond met haar pop zat te spelen. "...En toen heeft papa ons gered!" Vertelde ze tegen haar pop. "Mag Dylan ook meedoen?" Vroeg ik, waarop ze naar haar pop keek. "Mag Dyllie meedoen?" Niet die naam weer, hè? Ze liet de pop knikken. "Oké! Amy vindt het goed! Zullen we vadetje moedetje spelen?"

"En uiteindelijk is hij overleden." Vertelde ik aan Tamara. "Wow! Een hele geschiedenis." Ik knikte met een glimlach. "Hoe kan je hier zo blij over zijn?" Vroeg ze. Ik haalde mijn schouders op. "Ik... uh... hoe zeg je dat?" Ik dacht diep na. "Ook al is hij niet meer bij ons, ik weet dat hij bij ons is. En ik weet hoe raar dat klinkt, maar ik bedoel ermee dat hij nu ergens een fantastisch leven in de hemel heeft. En dat hij op ons let, en ons soms bezoekt." Ze trok een raar gezicht. "Hoe weet je dat dan?" "Dromen. Hij duikt soms op in mijn dromen."

pirates don't cryWhere stories live. Discover now