Hoofdstuk 1 - Een donkere weg

Start bij het begin
                                    

'Ik dacht da-' Nog voor de man meer kon zeggen vloog hij naar achteren en klapte tegen de muur achter hem.

'Ik heb een opdracht. Nou, help me even. Ik heb geen zin om haar alleen naar de auto te slepen.'

De man knikte gehaast. Zijn wijd opengesperde ogen waren op Rickys handen gericht terwijl hij snel hun richting uit dribbelde en Melody onder haar schouder vastpakte. Zijn hand was akelig warm. 'Sorry ik echt dacht dat-'
'Niemand vraagt jou om te denken.' Ricky sleurde Melody mee.

Stilletjes liepen ze door de kelder, waar alleen een paar oude fietsen stonden. Ze gingen een trap op en door een witte deur naar buiten. Het was pikdonker op het terrein, dus het moest al laat zijn. Regendruppels kwamen in snel tempo uit de hemel vallen. Ze voelden aangenaam op Melody's droge lippen.
Ze richtte haar vermoeide ogen op de hemel boven haar. Er waren geen sterren meer, maar het was niet lastig om te doen alsof ze nog aan de hemel stonden. Dus sloot ze haar ogen en deed alsof de regendruppels vallende sterren waren. Alsof ze niet over een donker terrein naar haar executie liep, maar door een lichtzee naar de overkant. Het lukte haar bijna om te geloven dat het echt zo was, maar Rickys stem bracht haar terug naar de werkelijkheid.

'Stap in.'

Melody opende haar ogen en de sterren waren weg. Ze stond voor een bijrijdersportier. Twee koplampen schenen op het natte gras. Ze liet zich op de stoel duwen en rustte haar hoofd op de steun. Nog even en het was voorbij. Ze wilde graag slapen en een donut eten. Oh, wat had ze nu zin in een chocolade donut.
Van binnen lachte ze, maar haar mondhoeken bleven onbewogen. Wie dacht er nu aan chocolade donuts vlak voordat hij stierf? Waar was ze met haar good?

De vrouw sloeg het portier dicht en liep met grote passen om de auto heen. Het licht van de koplampen verlichtte haar modderige schoenen. Zat er donkerrood op het leer? Of verbeelde Melody dat?
Ricky zei wat tegen de man voor ze instapte en de parkeerplaats afreed. Er stond een glimlach op haar lippen, maar haar ogen schoten onrustig heen en weer, ookal was de weg voor hen volledig verlaten. Abrupt trapte ze op de rem. Melody schoot naar voren in haar stoel.

'Dus... een muis die de staart van de kat afbijt.' Ze stuurde de auto naar de kant en doofde de lichten. 'Dat kan maar een einde hebben.' Ricky's ogen boorden zich in die van haar.

Melody perste haar lippen op elkaar en probeerde weg te kijken, maar de hand van de vrouw ging naar haar kin en pakte hem vast.

'De muis loopt in de val... de val klapt dicht en de kat sleurt de muis mee om aan de baas te laten zien. We kennen het verhaal. Maar ben jij wel een muis Summers?'

Melody deed haar mond open, maar het lukte haar niet om iets te zeggen.

'Volgens mij hebben we elkaar verkeerd ingeschat.' Er verscheen opnieuw een glimlach op Ricky's lippen. 'Weet jij wat je bent? Je bent een dwaas... een dwaas.' Ze giegelde zacht en duwde Melody naar voren. 'Net als ik.'
Er klonk een zachte klik. Het volgende moment voelde Melody bloed door haar polsen stromen. Had Ricky haar losgemaakt? Ze bewoog haar tintelende handen naar voren. De handboeien bungelden in de slanke vingers van de vrouw.
'Waag het niet om iets doms te doen.'

Verward keek Melody haar aan. 'W-wat doe je?'

'Iets vreselijk doms.'

'Waarom?' Wat was ze aan het doen? Dit moest een van haar spelletjes zijn of een vreemde droom. Hallucineerde ze?

'Jij liet me leven.' Ricky opende het dashboardkastje en haalde er een flesje water uit. Ze draaide de dop los en overhandigde het aan Melody. 'Dus doe alsjeblieft een beetje je best om niet dood te gaan.'
Gulzig nam ze een paar grote slokken waarna ze opnieuw Ricky's richting uitkeek. Dit kon niet echt zijn. 'Het maakt jou niks uit dat je bij iemand in het krijt staat.'

Ricky glimlachte, ditmaal oprechter. 'Dat klopt. Als ze jou hadden vermoord, had het me weinig uitgemaakt. Maar ze hebben Jesper gedood.'

'Waarom?' vroeg ze opnieuw, niet zeker wetend of ze dat geloofde. De niverial had haar verraden. Hij was onderdeel van deze organisatie en toch was hij er niet meer? Ze wist niet eens of het een opluchting was of pijn deed. Dus verplaatste ze haar blik naar de donkere weg voor haar, terwijl ze de informatie probeerde te verwerken. Het lukte haar bonkende hoofd niet om logica te vinden in wat ze zojuist had gehoord.
Ricky bleef stil, alsof ze ook geen antwoorden had. De vrouw stuurde de auto de weg op. De ruitenwissers moesten hard werken om de vele druppels weg te vegen. 'Hij moest jouw verdwijning aan de niverials uitleggen,' zei na een lange stilte. 'En er was geen manier waarop hij dat kunnen doen. Dus moest ik hem uit de weg ruimen.'

'Heb je dat gedaan?'

'Nee, maar dat maakt niks uit. Anderen wel.' Haar ogen gleden over de donkere weg. De takken van de bomen boven hen wierpen flikkerende schaduwen de auto in. 'Ik doe slechte dingen muis, maar je eigen mensen omleggen... zelfs ik zink niet zo diep.'

Melody gaf haar een klein knikje.

'Niet dat jouw dat iets uitmaakt.' Ricky probeerde te glimlachen, maar ditmaal leek het haar moeite te kosten. Haar gelach en geforceerd zelfvertrouwen van eerder moest een act zijn geweest.

'Jawel,' besloot Melody. 'Maar ik wist al lang dat ze doorgedraaid waren.'
Daar moest de vrouw om lachen. Haar onstabiele stem schaterde door de auto. 'Natuurlijk had je dat door. Je bent daar slim genoeg voor.' Ze zuchtte. 'Misschien zou het me toch iets doen als je dood ging. Met jou samenwerken was interessant geweest.'

'Ik vermoord mensen niet.'

'Jawel.'

'Niet zonder goede reden.'

'Ik ook niet,' Ricky keek haar kort aan. 'Jij en ik verschillen niet zoveel.'

Melody geloofde haar niet. Ze Louis niet gedood als hij haar er niet toe gedwongen had. Ze was niet koud en berekend.
Maar misschien was Ricky dat ook niet. Misschien had ze niet gekozen om zo te worden. Wat als ze ooit ook een meisje met een vloek was? Gemanipuleerd door een systeem groter dan haar.

Melody kon het verleden niet in Ricky's donkere ogen lezen, maar op dat moment ze wenste dat ze het kon zien. Ze wilde het begrijpen. Al was het maar om bewijs te hebben dat dit gesprek echt was. Misschien was iemand haar herinneringen wel aan het veranderen. Dit kon een of andere gave zijn.
Maar als er een wereld was dit echt was. Als ze zich in deze auto bevond, onder een regenachtige sterrenhemel. Was er dan ook een wereld waarin Ricky gelijk had? Een wereld waarin ze Colette niet had gered, omdat ze begreep wat zou komen. Een universum waarin de pijn zo overweldigend was, dat het makkelijker was om te lachen en anderen pijn te doen.

'Misschien,' fluisterde ze zacht. Want het was makkelijker om toe te geven, dan na te denken over welke wereld echt was.

Schim & schaduw | Deel 3Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu