Slaapperikelen

20 2 0
                                    

Midden in de nacht werd Niels wakker van een geluid. Een stem. Een angstige stem.

Het kostte even tijd voordat Niels door had waar hij was en wie hij hoorde. Jeroen. Zijn Jeroen was teruggekomen. Gisteravond stond hij opeens op de stoep. En nu lagen ze samen in bed, in de logeerkamer, in zijn huis. Niels' hart maakte een sprongetje toen hij zich dat weer herinnerde. Maar er was iets niet goed. Er was iets heel erg mis met zijn vriend.

"Nee! Nee... Ik wil niet... alsjeblieft, nee..." Het klonk angstig. "Nee, ik huil niet, echt niet...alsjeblieft..."

Niels ging overeind zitten en knipte het licht op het nachtkastje aan. Naast hem, helemaal verwikkeld in de dekens, lag Jeroen, met zweet op zijn voorhoofd. Zijn ogen bewogen rap heen en weer onder zijn oogleden. Ondanks dat hij sliep, was de uitdrukking op Jeroens gezicht angstig. Af en toe kromp hij een beetje ineen. Het raakte Niels om zijn vriend zo te zien. Wat had Jeroen allemaal meegemaakt?

"Nee, alsjeblieft, ik doe alles..."

Na die angstig gefluisterde zin was Niels het zat. Hij pakte Jeroens schouders en schudde. "Jeroen, je moet wakker worden! Wordt wakker! Het is maar een droom!"

Het hielp nog niet. Niels schudde nu iets harder, iets ruwer.

Opeens vlogen Jeroens ogen open en schoot hij overeind. Bijna direct kroop hij in elkaar, trillend, alsof iemand hem pijn zou willen doen.

Niels legde voorzichtig zijn hand op Jeroens schouder. Hij schrok toen Jeroen reageerde alsof Niels hem met een gloeiende staaf had aangeraakt in plaats van zijn hand. Dit was heftig.

"Jeroen? Lieverd, het was maar een droom. Een nachtmerrie. Je bent in Nederland. Je bent veilig." Op zachte toon probeerde Niels Jeroen te bereiken en hem gerust te stellen. Nogmaals probeerde hij zijn hand op Jeroens schouder te leggen, heel langzaam en heel voorzichtig. "Ik ben het. Niels."

Jeroen week wel iets opzij, maar reageerde nu minder angstig. Het leek erop alsof Niels' woorden langzaam tot hem doordrongen. Zijn handen vonden de dekens, zijn hoofd kwam omhoog en hij keek voorzichtig om zich heen. Niels durfde nu zijn hand helemaal op Jeroens schouder te leggen en was blij toen hij merkte dat Jeroen nu niet meer van hem weg  probeerde te komen. Jeroens ogen vonden die van Niels. Het duurde even totdat hij echt op Niels focuste, maar tot Niels' grote opluchting ontspande zijn vriend langzaam. Niels durfde nu ook zijn hand over Jeroens schouders te laten glijden. Hij wreef geruststellend heen en weer.

"Hee, lieverd, gaat het? Dat klonk als een hele nare droom."

Jeroen knikte, en schudde zijn hoofd alsof hij water uit zijn oren probeerde te krijgen. "Ja, ja, het gaat. Dankjewel, Niels." Jeroen keek in Niels ogen en zag de onuitgesproken vraag. Maar hij was er niet klaar voor om het te vertellen. En zeker niet midden in de nacht. Hij legde zijn hoofd op Niels' schouder en kroop dicht tegen hem aan. "Ik ben nu veilig bij jou. Dat weet ik", fluisterde hij.

Niels sloeg zijn armen beschermend om zijn vriend heen en trok hem dicht tegen zich aan. "Ja. Je bent veilig", fluisterde hij terug. Hij kuste Jeroens voorhoofd en voelde zich enorm gelukkig toen hij voelde dat Jeroen dichter tegen hem aan kroop. Niels legde zijn hand beschermend om Jeroens hoofd heen. Hij kon er niets aan doen, het was een soort beschermingsinstinct dat in hem wakker werd. Het werd Niels steeds duidelijker dat Jeroen ongekend trauma had meegemaakt en hij voelde zo veel pijn voor zijn vriend. Hij wilde hem alleen maar vasthouden, dicht bij zich houden, Jeroens pijn delen zodat ze het samen konden dragen, net zolang totdat het over was, totdat het goed was, tot Jeroen weer zichzelf was.

"Kom maar weer liggen", fluisterde Niels in Jeroens oor. Samen zakten ze terug in de kussens. Ze zochten even naar de beste manier om te liggen, zodat Jeroen veilig in Niels' armen opgeborgen lag, zonder dat er armen werden afgekneld.

Ik wil niet dat je gaatWhere stories live. Discover now