32. Ik doe niet aan liefde

21.6K 602 97
                                    

-          Julia

Een zacht geklop op de deur.

'Ja?'

Mijn stem klinkt schor en mijn keel voelt pijnlijk opgezwollen bij het uitspreken van woorden. Langzaam gaat de deur open. Mam staat met een vragend gezicht in de deuropening. Het felle licht schijnt naar binnen en met een diepe zucht knijp ik mijn ogen samen. 

'Lieverd het is al acht uur geweest. Moet je niet naar school?' Als ik voorzichtig overeind kom voel ik een barstende hoofdpijn aanwezig zijn en daarbij een oververmoeid lichaam. Ik wil het niet, maar automatisch worden mijn ogen vochtig. Bezorgd komt mam naast me zitten. Ze slaat een arm om me heen.

'Ach lieverd ben je ziek? Gaat het wel?' Ik schud mijn hoofd en laat me op haar schouder rusten. 'Ik voel me niet lekker.' Mijn stem kraakt. Mam glimlacht naar me en strijkt verwilderde plukken haar naar achteren. Ondertussen klinken er voetstappen op de trap. Finn staat in de opening, klaar om naar school te gaan. 'Juultje? Ben je ziek?' 

Ik lach voorzichtig om zijn woorden. 'Nee, ik doe maar alsof.' Hij grijnst en knipoogt naar me. Het moment is nou niet bepaald bijzonder maar het geeft me toch het gevoel dat het weer goed is tussen Finn en mij. Sinds Milan hem heeft geslagen heeft hij me in alle mogelijke manieren ontweken en daarbij nauwelijks tegen me gepraat. Nu lijkt het erop dat hij me weer als zus kan zien. Zijn woorden en plagerige knipoog zegt genoeg. Het doet me goed maar het laat nog steeds mijn gevoel van ellende niet verdwijnen. Als ik alleen al denk aan naar school gaan heb ik het gevoel dat ik instort. 

Mam geeft me een klopje op mijn schouder en staat op. 'Ik zal de school bellen en je afmelden voor vandaag. Ga maar lekker slapen, dan kom ik later met een ontbijt als je honger hebt.'

'Bedankt mam.'

Ik pak nog snel mijn mobiel om Hannah en Lune te laten weten dat ik thuis blijf om uit te zieken. Vervolgens kruip ik onder de dekens, laat ik mijn hoofd op het kussen rusten en val met een storend gedreun in mijn hoofd in slaap. 

Ik woel en woel en woel. Ik ga van mijn ene naar mijn andere zij en sla uiteindelijk gefrustreerd de deken van me af. Het is warm en haarplukken plakken tegen mijn wangen aan. Ik zwaai mijn benen van het bed af en loop in rustige passen naar het raam toe. Terwijl ik loop voel ik me duizelig worden en even moet ik mezelf weer in balans zien te krijgen. Zodra ik weer helder kan zien trek ik de gordijnen een stuk van elkaar af. Ik open het raam. 

De stralende zon en de heldere lucht lachen me toe. Een lekker fris briesje tocht de kamer in. Het geeft me het gevoel makkelijker adem te kunnen halen. Alsof de lucht nu verser is, alsof er meer zuurstof is om te gebruiken. Op een wat dromerige manier staar ik naar buiten. De straat is verlaten en leeg. Logisch, aangezien iedereen werkt of zich op school bevindt. Een zwarte kat geeft een jammerend gekrijs en racet de stoep over. Waar zou die voor rennen?

Mijn lippen voelen droog en mijn maag geeft een knorrend geluid. Het klinkt grappig. Slechts gekleed in een zwart broekje en een veel te groot geel T-shirt loop ik naar beneden toe. Mijn lichaam voelt zwaar waardoor mijn benen meer moeite hebben om stappen te maken. Als ik in de woonkamer loop zie ik mam haastig heen en weer lopen. Mijn blik valt op een dienblad met een vers klaargemaakt ontbijt. Een sneetje brood met boter en kaas, een glas sinaasappelsap, een glas water en een paracetamol. Ik glimlach.

'Hé, jij hoort in de bed te liggen,' zegt mam als ze me ziet. 

'Ik wilde wat te drinken halen.'

'Daar heb je een moeder voor. Jij ligt, ik zorg voor eten en drinken.'

'Klinkt goed.'

'Zolang je er maar geen gewoonte van maakt.'

'Oh, ik wilde net gaan opnoemen wat ik morgen voor het ontbijt zou willen.'

Eens een badboy altijd een badboyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu