Hoofdstuk 7

8 0 0
                                    

Ik zie de politie staan, gelukkig! Ze hebben de man gevangen genomen. Tenminste, dat denk ik. Als ik dichterbij kom zie ik dat het mijn vrienden zijn die in de politiebus stappen. NEE! Dit kan niet waar zijn! Het is juist de man die ze moeten arresteren, niet mijn vrienden. Ik loop naar de politieagent en vraag waarom ze gevangen zijn genomen omdat ze vampieren zijn, en dat ze het risico niet willen lopen dat andere mensen dood gaan. Ik begrijp het niet, er is toch niks gebeurt. Oké, ik heb ook de helft van mijn klas leeggezogen maar daar hebben we het niet over. Ik loop vol onbegrip weg, maar ineens voel ik een hand om mijn mond en ik voel dat ik wordt weggetrokken. Ik werd wakker in een soort van busje, tenminste, dat denk ik. Ik had een blinddoek om, maar ik voelde dat we bewogen. Ik voelde een bankje, dus ik ging daarop zitten. Ik trok mijn blinddoek van mijn hoofd af, maar ik voelde een tik op mijn hoofd. Ik liet het maar zo, en ging een gesprek voeren in mijn hoofd, zodat ik op alle vragen een antwoord wist. Niet dat ik verwachte dat ze me veel vragen gingen stellen,  maar het was meer iets om de tijd te doden. Ik ging maar slapen, want ik had me op alle vragen een antwoord voorgesteld. Toen ik wakker werd voelde ik een zweep langs mijn oren zwiepen, wat is dit? Ik voelde dat mijn blinddoek af werd gedaan en ik zag rijen met cellen, maar iedereen had een enkelband om. Ze zeiden dat dat was om stoute kinderen lief te maken, maar ze zeiden niet wat dat was. Ik kreeg ook zo'n band om en ze zeiden dat ik in mijn cel moest gaan, maar ik zei nee. Toen voelde ik een schok in mijn enkelband, het was een stroomband! Het was duidelijk dat ze hier de baas waren! Ik zag dat de andere mensen allemaal rode strepen op hun gezicht hadden, dat ook nog! Ik werd bang, wat deden ze hier. Ik zag een meisje van 5 jaar. Ik begon tegen haar te praten, in de hoop dat ze wat zou vertellen over wat hier gebeurt. Dat deed ze niet, maar ze vertelde wel alles wat ze kon herinderen van haar thuis. Ze had 5 broertjes en 15 zusjes, de oudste was 36 en de jongste was 1. Niemand had tijd voor haar, dus ze zagen ook niet dat ze weg was, anders was ze wel thuis nu. Toen moest ze huilen, maar ik kon haar niet troosten. Ik stak mijn handen door de tralies, maar daar stond ook stroom op, hoe moet ik het hier ooit uithouden! Ze stonden bij mijn cel en ze trokken me mee, wat ging er nu weer gebeuren...

Het meisje met een geheimTahanan ng mga kuwento. Tumuklas ngayon