Hoofdstuk 4.3 ~ Vlinders in mijn buik

Start from the beginning
                                    

Ik word rood en begin het zelfs warm te krijgen. Mede om wat te doen te hebben, doe ik daarom mijn vestje uit: daaronder heb ik een shirtje met korte mouwen. Weer fronst Dennis. Bijna wil ik mijn vest weer aantrekken, maar mijn trots weerhoud me, wat is er mis mee, met wat ik doe?
Dat blijkt al snel: "Wat heb jij daar voor blauwe plekken?"

Verschrikt kijk ik naar mijn bovenarmen waar de ontsierende plekken net onder de mouwen uitpiepen. Die was ik even vergeten.
De plekken zijn eigenlijk niet meer blauw te noemen, maar juist doordat ze al flink aan het verkleuren zijn, zijn ze extra goed te zien en volgens mij zie je ook duidelijk dat het komt doordat ik tegen mijn zin ben vastgepakt. Ik bloos.
Het allerliefst doe ik mijn vest weer aan, pak mijn jas en tas en loop ik rechtstreeks naar buiten om hier nooit meer terug te keren. Die trots is wel een dingetje, want toch blijf ik zitten.

Enigszins pinnig reageer ik: "Ik heb geen idee hoe dat er komt. Ik heb ze al een tijdje en eigenlijk heb ik er geen last van."

Hij knikt en het gesprek valt weer stil. Nu staat hij echter na een kort moment plotseling op. Hij ziet me vragend kijken en zegt: "Ik kleed me even om hoor, ik kom er zo weer aan."

Dat laatste is niet zo nodig, nu hij de woonkamer uit is kan ik me eindelijk opnieuw ontspannen en valt de drang om dan maar zelf mijn weg naar het hotel te zoeken weer weg.
Ik hoor de douche en ontspan me helemaal. Het zal nu wel even duren voordat hij terugkomt en ik pak mijn boek opnieuw uit de kast. Sam zal er hopelijk snel zijn en dan zal Dennis vast ook normaal gaan doen.

Sam is inderdaad snel terug. Het is duidelijk dat hij zich gehaast heeft: op de klok die boven de zitkamerdeur hangt zie ik dat hij nauwelijks meer dan twintig minuten weg is geweest. Op hetzelfde moment hoor ik ook Dennis van de trap af lopen.
Natuurlijk staan beide broers tegelijk in de huiskamer. Allebei hebben ze donker, krullend haar, blauwe ogen, en dragen een donkerblauw shirt en een spijkerbroek.
Ja, ze lijken inderdaad op elkaar. Totdat ik in hun ogen kijk. Waar Sam vol vertrouwen de wereld inkijkt, is Dennis een stuk gereserveerder ingesteld.

Sam lacht en zegt: "Hee Dennis, je bent er weer! Je hebt Tess al ontmoet?"

Dennis kijkt op en knikt slechts. Sam fronst maar zegt er verder niks over. Blijkbaar is dit toch hoe Dennis altijd is en moet ik niks achter zijn sombere bui zoeken.

"Zo," vraag ik Sam. "Het is allemaal gelukt?"

Hij knikt en zegt: "Ja, de heren hadden een probleem en ik mag het komen oplossen. Maar het was een klein dingetje en nu heb ik echt vakantie."

"Mooi," reageer ik, en dan blijft het stil. Ik merk dat de stemming van Dennis op ons allemaal drukt.
Aan de andere kant, misschien hebben de broers wat tegen elkaar te zeggen waar zij mij niet bij kunnen gebruiken? Plotseling voel ik me de indringer die ik duidelijk ben.
Ik maak direct van de gelegenheid gebruik om naar het toilet te gaan.

Als ik weer terug kom, merk ik dat de lucht inderdaad wat is opgeklaard. Dennis kijkt wat vrolijker terwijl hij wat zapt op de televisie en Sam roept vanuit de keuken: "Tess, wil jij de groente komen snijden? Daar heb ik toch zo'n hekel aan."

Dat is dan duidelijk. Maar omdat het alternatief is om bij Dennis te zitten besluit ik toch maar om Sam te helpen. Ik roep terug: "Ja hoor, als je dat scherpe mes niet kunt hanteren, kom ik je graag redden."

Ik lach naar Dennis, maar die kijkt slechts nors terug. Schouderophalend loop ik naar de keuken. Elkaar plagend lukt het ons uiteindelijk prima om een lekkere maaltijd op de eettafel te zetten, die zich in de keuken bevindt. Dennis is nog steeds stil, maar het lukt ons om hem enigszins te negeren terwijl wij tweeën vrolijk kletsen.

Na het eten wil ik meehelpen met de afwas, dit keer onder protest van Sam. Aangezien hij heeft gekookt, is bij hun de afspraak, wast de ander af.

"En omdat ik de helft aan het koken heb gedaan, mag ik ook de helft aan de afwas doen," geef ik aan. Ik kijk snel of Dennis dat wel goed vindt, maar er is niks van zijn gezicht af te lezen. Prima. Dat is een 'ja' voor mij.

TweelingtestWhere stories live. Discover now