Hoofdstuk 7

321 16 1
                                    

Alwar keek op toen er flink hard op zijn deur werd geklopt. Hij vroeg zich af wie er op dit uur nog langs zou komen. Hij liep zachtjes naar de deur, en greep voor de zekerheid onderweg zijn mes mee. Hij deed een kiertje van de deur open, en zag een wat oudere man met een lange baard en een kap over zijn hoofd staan. Achter hem stond een elegante jonge dame. De man keek hem dringend aan en zei ‘’Alwar, zo ontvang je je oude vriend toch niet”. Er verscheen een glimlach om de mond van Alwar, Halt! schreeuwde hij blij, terwijl hij de deur opengooide en de man meteen een flinke knuffel en klop op de rug gaf. “Nou nou nou even rustig, ik ben ook niet de jongste meer” bromde Halt. Alyss gniffelde. Halt draaide zich om en stelde Alwar en Alyss aan elkaar voor. “Kom toch binnen, kom toch binnen!” commandeerde Alwar gehaast. Halt en Alyss liepen naar binnen en Alyss nam de kamer goed in zich op. Het was een mooie, knusse kamer. De open haard was heerlijk warm en het rook er naar nieuw hout. Ze ging zitten, en besloot Halt het woord te laten doen.

“Wat brengt je hier oude vriend?” vroeg Alwar nieuwsgierig. Hij keek Halt met grote ogen aan, nadat deze zijn uitleg had gegeven waarom hij zijn oude vriend bezocht. Hij dacht even na en zei toen: “ Ik heb hem gezien.. hij keek geheimzinnig maar tegelijkertijd ook angstig om zich heen..  De ochtend dat hij langs de bakker ging, was ik er ook. Ik kwam na hem naar binnen, en wachtte rustig op mijn beurt. Ik hoorde hem dingen vragen over de bende die hier iedereen de stuipen op het lijf jaagt. Ik kon het maar niet helpen, maar ik merkte iets raars aan die bakker.. Ik weet niet wat, maar het zat me niet lekker hoe hij uit zijn ogen keek. Ik weet niet of Will dit ook door had, maar ik denk van niet. Ik ben uiteindelijk weggegaan omdat ik het gevoel had dat ik hier niks mee te maken had, en dat ook niet wilde hebben. Ik was op Will na de enige in de bakkerij. Dus ik denk dat ik ook één van de laatste ben die hem gezien heeft. . Het rare is, is dat de bakkerij gesloten is sinds de dag dat Will langs kwam, en dat is nu ook al ruim twee maanden geleden” beëindigde Alwar zijn verhaal.

Halt kon het niet helpen, maar begon weer te ijsberen door de kamer. Hij was er bijna zeker van dat die bakker iets met Wills verdwijning te maken moest hebben. Dat kon niet anders, het was allemaal te toevallig. “Halt, hou op” zei een gefocuste en nadenkende Alyss. Halt stond even stil, keek haar aan en besloot er een einde aan te breien. “Alwar, heel erg bedankt, je hebt ons enorm geholpen” zei Halt terwijl hij Alwar een stevige handdruk gaf. Ook Alyss stond op en bedankte hem voor zijn hulp. “Het was me een genoegen Halt en Alyss. Ik hoop dat jullie hem snel vinden” zei hij bezorgd. Alyss gaf hem nog een zuinig glimlachje, terwijl Halt zich al had omgedraaid en de deur was uitgelopen. Alyss volgde en Arwal sloot de deur achter hem, schudde zijn hoofd en zuchtte.

“En nu Halt? Wat doen we nu?!”. Alyss klonk een beetje paniekerig, maar dat was ook niet gek als je nadenkt over de omstandigheden. Ze had al afscheid moeten nemen van Will toen ze net één dag getrouwd waren en sindsdien heeft ze hem niet meer gezien. Ze miste hem verschrikkelijk, en ze wist dat Halt hetzelfde voelde.. “Ik heb zo’n gevoel dat die bakker hier meer mee te maken heeft, ik heb alleen geen idee waar we moeten beginnen..” zei Halt bezorgd. Dit baarde Alyss zorgen, want als Halt het niet wist… Wie dan wel?

De grijze jager - boek 11,5 - De tussenperiodeWhere stories live. Discover now