I

62 6 26
                                    

Het is een donkere avond en een Jonge muziekstudente loopt over de regenachtige weg naar de Oosterpoort. Zal ik toch maar een taxi nemen of zal ik verder lopen. Vraagt ze zicht af.

Een zwartbruine taxi rijdt door de waterplassen van de straat en al het opspattende water beland met straaltjes op de stoep. 'Taxi.' roept de studente luid. En ze steekt haar hand op. De zwartbruine taxi stopt bij haar voeten en het raampje gaat langzaam open. De taxichauffeur kijkt haar doordringend aan en knikt. Waar wilt zo'n mooie dame als jij op deze regenachtige dag naartoe?' vraagt hij nieuwsgierig.

De Studente opent het portier van de achterbank en stapt in ze schudt haar haren los en klapt het autoportier dicht. 'Naar de Oosterpoort graag!' zegt ze tegen de taxibestuurder. De chauffeur murmelt wat onverstaanbaars en start zijn wagen. Het meisje kijkt door het vochtige raam naar buiten. Schuift haar hand wat in haar roodkleurige jasje en veegt het vocht van het raam. Met straaltjes loopt het water van het dak naar beneden. Langzamerhand wordt het raam weer vochtig. De taxi rijdt over de Turfsingel en stopt precies voor de deur van de Oosterpoort. 'We zijn er, madam.' Kucht de bestuurder. 'Oh, dank u wel.' Lacht ze aardig. 'Hoeveel kost het ritje?' 'Ik blijf wel op u wachten mevrouw.' Lacht de taxibestuurder. 'Oh, hartelijk dank voor uw begrip. Ik zal het kort houden. 'Wat hebt u vanavond in de Oosterpoort?' vraagt de bestuurder en hij kijkt haar glimlachend aan. 'Pardon, Ik ben Anne Verbood en volg muzieklessen in de Oosterpoort ben muziekstudente begrijpt u. De taxichauffeur snuit zijn neus.

'Dan kent u zeker ook de Nabucco Act, III van Giuseppe Verdi?' grinnikt de bestuurder. Anna schudt haar hoofd op en neer. 'Jazeker, dat stuk zou ik vanavond weer gaan oefenen.' 'Maar als u het niet erg vind dan ga ik er maar snel vandoor.'

En met snelle passen over de stoep vervolgde ze haar weg richting de deur van de Oosterpoort tussen de druppels door.

Ze opent de deur en buigt voorover om haar haar wat vast te maken met een klein elastiekje. Met een snelle draf loopt ze naar de grote trap met de bloedrode bekleden loper. De Butler opent de deur van de keuken en kijkt haar aan. 'Anna, sorry dat ik het je moet mededelen maar de muziekles is afgelast in verband het slechte weer.' zegt de Huisbediende. Anna draait zich om en ziet de oude man in zijn Cober naar haar kijken. 'George, je liet me wel schrikken.' Hijgt Anna verbeterd. George kijkt haar met zijn klein brede lach haar aan. Zijn jukbeenderen gingen wat bemoeilijkt omhoog. 'Is mijn leraar wel op zijn kantoor of is hij ook naar huis gegaan?' De Butler keek haar hoofdschuddend aan. 'Hij verwacht je.' Zei hij.

Anna klom de trap op en klopte op de deur van het muzieklokaal. Er klonk muziek en Anna opende de deur. Mr. Engelbert Armstrong zat achter zijn piano en keek op. 'Anna goed je te zien meid.' lacht hij. 'Moet je deze melodie horen'. Armstrong begint met zijn vingers over de toetsen te bewegen en de melodie van Fur Elise komt uit de piano tevoorschijn. Anna ziet de agenda van haar leraar op de piano liggen en de fles met zachte Italiaanse wijn staat op een viltje naast.

'Ik denk dat ik toch maar weer vandoor moet gaan.' Engelbert kijkt haar met zijn ogen denkend aan en geeft haar een schouderklopje. 'Je hebt helemaal gelijk.' Doe je wel mijn groeten aan mijn Huisknecht?' Anna pakt haar tasje van de grond en zwaait nog even achterom terwijl haar docent weer op de piano verder begint te spelen aan zijn melodieën.

De hakken van Anna klinken hol op de loper van de trap en haar tasje bengelt aan haar schouder naast haar lichaam. Ze loopt naar de deur van de keuken en opent deze. 'Groeten van Mr. Armstrong Monsieur.' Roept Anna. Maar er klinkt geen reactie terug. Ze haalt haar schouders op opent de deur van de Oosterpoort en loopt weer terug naar haar oproepen Taxi.

Anna sleutelt wat aan het slot van haar studentewoning. 'mezelf weer gehaast voor niets.' Denkt ze in zicht zelf. Ze neuriet de melodie van Ludwig Beethoven. Plots voelt ze een windvlaag langs haar heen en geschrikt draait ze zich om. Een gedaante schiet een zijstraat in en is spoorloos verdwenen. 'Ik heb me misschien vergist in mijn gedachte.' Zucht ze. Na eindeloos pruttelen aan het slot heeft ze haar deur open en loopt naar binnen de kleine kamer in. Ze pakt de gevallen post van de deurmat vandaan en bekijkt ze. 'Belasting.' Zucht ze. 'Ik krijg al zo weinig betaald van mijn studie en nou dit... Waar heb ik mijn agenda gelaten?' 'Toch niet in de taxi.'

Ze hangt haar natte rode jas over de stoel en rent naar haar slaapkamer en voelt ze onder haar kussen. 'Poeh, gelukkig is hij daar gebleven.' Plots gaat de telefoon uit de woonkamer. Anna loopt het slaapvertrek net uit als Het rinkelen weer ophoudt. Een rood lampje gaat knipperen en een geluid komt uit het toestel.

'Mijn beste Anna ik weet niet wanneer je dit beluistert maar kan je zo spoedig mogelijk komen. Mijn butler is ineens verdwenen en ik ben bang dat er iemand in het Muziekgebouw aanwezig is. Als je dit hoort kan je dan komen? Dag, Engelbert.'

Anna staat meteen op en pakt haar natte jas van de stoel af. En opent de buitendeur. 'Zie je wel dat de butler geen antwoord op je gedag gaf.' Zucht Anna bij zichzelf. Ze sluit haar woning af en voelt met haar hand de buitenlucht. 'De regen is gestopt.' Een koude windvlaag waait door haar haren en rillingen komen over heel haar lichaam. Ze loopt naar het einde van de straat en pakt haar mobieltje uit haar zwarte leren tasje. Met rillende vingers tikt ze het nummer van haar baas in de mobiel. Ze houdt hem aan haar oor en hoort hoe de hoorn overgaat. 'U spreekt met Otto Klink de Butler van Monsieur Engelbert Armstrong.' Hoort ze aan de lijn zeggen. 'Met Anna Verbood de studente van uw baas.' 'Heeft Mr. Armstrong gebeld.'

'Ik kreeg zonet een belangrijk telefoontje van hem. Waarin hij aan gaf dat u verdwenen was.' 'Wie ik?' vraagt Otto Klink. 'Ik zal het hem even vragen, hebt u even geduld.' 'Ja, dat heb ik.'

Anna wacht af wat er komen gaat: 'Hallo, hallo is daar iemand? Hallo?' kleine tikkende geluiden en een muziekwijsje klinken door de hoorn. 'Ik pik dit niet meer. ' gromt Anna. En ze drukt haar mobiel uit. 'waarom maak ik dit weer mee. Ik ga zelf wel naar de Oosterpoort als het moet.'

'Taxi.' roept de studente luid. En ze steekt haar hand op. De zwartbruine taxi stopt bij haar voeten en het raampje gaat langzaam open. De taxichauffeur kijkt haar doordringend aan en knikt. 'Moet u weer naar de Oosterpoort?' Anna ziet de chauffeur naar haar kijken en lacht. 'ja, graag.' Anna opent het portier van de achterbank en stapt in en klapt het autoportier dicht. 'Maak er haast bij als het kan?' Met gierende banden rijdt de taxi naar de Oosterpoort. 'Waarom moet u er weer heen?' vraagt de chauffeur verbaast. 'Dat is een lang verhaal meneer de taxibestuurder.' Zegt Anna. 'Kom, op Meisje je kunt het met toch wel vertellen of is het zo erg?'

Terwijl de taxi alle stoplichten meeheeft verteld Anna over haar ontmoeting in de Oosterpoort, het vreemde telefoontje bij haar thuis en de akelige reactie van de Butler. 'En zodoende zit ik nu weer in deze taxi.' Zucht Anna en ze rilt van de kou.

'Ga maar gauw.' Roept de chauffeur haar nog na. Terwijl Anna de taxi uitstapt en naar de deur van de Oosterpoort rent. Ze opent de deur en volgt haar weg naar boven via de trap. Eenmaal boven opent ze voorzichtig de deur van het Muzieklokaal. 'Mr. Armstrong?' roept Anna bevend. Ze ziet hoe een glas met rode wijn kapot ligt op de piano. Ook de agenda is doordrenkt met de rode wijn. 'Is er een inbraak geweest?' vraagt ze zich af. Maar dan ziet ze een arm liggen...

Voor de Muziek uit...Where stories live. Discover now