Chapter 8

402 42 9
                                    

Chapter 8

De volgende ochtend werd ik wakker, en de bus was gestopt, en had ergens geparkeerd. Toen ik me omdraaide, lag Cassie niet meer naast me. De zon scheen door een kier langs de gordijnen, en onder me hoorde ik het gesnurk van Zayn.

Ik rekte me uit en duwde mezelf omhoog. Vandaag zou een lange dag worden, aangezien het vast nog een aantal uur is naar het vliegtuig, en ik heb geen flauw idee hoelang we moeten vliegen, maar het is lang genoeg om te weten wat m’n billen uiteindelijk als blokken hout voelen.

Mijn lichaam glijd langs de rand van m’n bed naar beneden en de vloer onder m’n blote voeten voelt koud aan. Vlug trek ik een joggingsbroek, en een T-shirt aan, en loop naar de andere kant van de bus. Geen Cassie…

Buiten hoor ik mensen gillen, en voor ik een stap naar buiten zet, haal ik en hand door m’n haar en check ik vlug of ik me buiten kan vertonen.

Het groepje mensen dat buiten staat is verbazingwekkend klein, en tot mijn verbazing staat Cassie er ook nog eens tussen. Er worden een paar foto’s gemaakt met haar, en ze blijft rustig staan om te praten met de rest van de meisjes buiten. Voor iemand me opmerkt, sluit ik de deur van de bus weer achter me en zucht.

‘Hey,’ Harry gooit een broodje naar me toe, als hij langs loopt, ‘Goeiemorgen, Niall,’ mompelt hij. Hij haalt zijn hand door m’n haar en kijkt me met een slaperige blik aan. ‘Alles oké? Je ziet er moe uit.’

Ik dwing mezelf te glimlachen, ‘Alsof jij er heel uitgerust uitziet.’

‘Touché.’

Nog voor ik van de deur weg kan lopen, opent Cassie hem, en strompel ik onhandig over de drempel naar achter.

Ik hoor Cassie giechelen, als ze me naar binnen trekt, en ze schud spottend haar hoofd. ‘You’re an idiot.’

---------------

Vier dagen later laat ik mezelf vallen op het hotel bed, na de derde show in Australië. Het duurt niet lang voordat mijn oogleden zwaarder worden, en ik heb de moeite niet om tegen de slaap te vechten. Cassie daar in tegen, springt op het bed en zingt mee met de muziek die op de radio draait, ‘Je gaat morgen wel mee hè? Je moet morgen mee! Ik heb twee kaartjes!’ de rest van wat ze zegt, verdwijnt naar de achtergrond en nog geen 10 seconden later ben ik me niet meer bewust van wat er om me heen gebeurt.

Als ik midden in de nacht wakker word, ligt Cassie niet tegen me aan, en ook niet op de grond, aangezien dat ook nog wel eens gebeurt. Ik trek mijn wenkbrauwen naar elkaar toe en wrijf in m’n ogen. Er hangt een vreemde sfeer in de lucht, en er drukt een vervelend gevoel op mijn borst. Mijn hand zoekt in het donker naar de licht van het nachtlampje, en op dat moment hoor ik gerommel in de badkamer. Er valt iets, en iemand stoot z’n voet.

‘Verdomme!’ klinkt het vanachter de badkamerdeur. Onder de kier van de deur schijnt een spleetje licht en voorzichtig trek ik mijn hand terug. Wat doet Cassie midden in de nacht in de badkamer? Ik zwaai mijn benen over de rand van het bed en schuifel met mijn handen vooruit door de donkere kamer. Eenmaal bij de badkamer, klop ik zachtjes op de deur, ‘Cassie?’ fluister ik.

Opeens is het muisstil aan het einde van de kamer. Het duurt een tijdje voor er weer geluid vandaan komt, en als ik voor de tweede keer op de deur klop, hoor ik opeens een klik onder m’n hand die op de deurklink ligt.

‘Cassie?’ vraag ik nog eens, als ik de deurklink naar beneden duw. Als er geen beweging komt, lijkt het alsof er een baksteen in mijn maag ligt, ‘Cassie, is alles oké?’ ik trek aan de deur, maar hij gaat niet open.

‘Niall, ik, uhm- alles is goed, ik wilde alleen even douchen,’ stottert ze.

Erg overtuigend klinkt het niet, en als ik nog eens aan de deur trek hoor ik haar vloeken.

‘Midden in de nacht?’ vraag ik verbaast. Mijn linkerhand zoekt haar de lichtknop van de kamer, en als de lichten aanspringen, zie ik het slot op rood staan. Mijn hartslag is ondertussen in een snel tempo omhoog gegaan en mijn maag maakt salto’s.

‘Cassie, wat is er aan de hand?’ vraag ik nog eens, niet zo zeker meer van de toon in m’n stem.

‘Kut, kut, kut-’ klinkt het opnieuw, ‘Er is niks, echt niet…’ hapert ze opnieuw.

‘Cas, als je nu de deur niet open doet, doe ik het zelf.’

Er klinkt geschuifel vanachter de deur, en even hoop ik dat ze de deur van het slot haalt, maar het is enkel de kraan die aangaat.

‘Cassie!’ roep ik geïrriteerd, ‘dit is niet grappig.’

‘Er is niks!’ roept ze terug. Ik ben er zeker van dat de buren nu wakker zijn, maar eigenlijk maakt me dat niet zoveel uit. Als er nog steeds geen beweging te vinden is in de deur, draai ik me om en ga opzoek naar iets waarmee ik de deur open kan maken. Na een paar minuten zoeken vind ik een bieropener, en draai de deur van het slot.

De deur schiet open en even heb ik het idee dat ik flauwval, maar ik vind steun aan de kast naast me. Ik voel mijn benen trillen als ik kijk naar het beeld voor me. Het ziet er precies uit als een scene uit een horror film, en even weet ik niet wat ik moet doen. Cassie kijkt me met een angstige blik aan en even lijkt haar adem te stoppen, ‘Niall, ik-’

Ze stopt met praten als ze begrijpt dat er geen verklaring mogelijk is voor wat er om haar heen is gebeurt.

Naast de wasbak op de grond ligt een gebroken glas, en de wasbak en de vloer zitten onder het bloed. Tegen haar neus houd ze een doorbloede handdoek, en ik weet niet hoeveel rode handdoeken er om haar heen liggen, maar het zijn er veel.

Ze heeft zich gestoten. Ze is in het glas gestopt.

Mijn hart zakt naar de bodem van mijn maag en ik kan amper ademen.

‘Cassie, wat in go-’ het lukt me niet eens om een hele zin uit te brengen. Cassie’s nachtjapon zit onder de rode vlekken, met als haar haar en haar armen.

‘Ik bel een ambulance…’

Haar ogen worden groot, als ik me omdraai en de kamer terug in loop.

‘Nee, nee, nee, nee!’ ze loopt ze achterna, en blijf midden in de kamer stil staan, ‘Nee, Niall, alsjeblieft niet!’

Ik draai me met en ruk om en kijk haar met een hopeloos angstige blik aan, ‘meen je dit?!’ mijn stem trilt en mijn hartslag is sneller dan gezond. ‘Kijk naar jezelf, Cassie, for Gods sake!’

Er springen tranen in m’n ogen als ik Cassie’s blik zie. Vol angst en verdriet. Ik haal mijn mobiel uit m’n jaszak, en toets het alarmnummer van Australië in. Cassie ondertussen terug naar de badkamer gelopen en je kan haar horen huilen.

‘Hallo? Ik wil graag een ambulance…’

Cuddling in Hostpital Beds || n.h. (slow updates) [ON HOLD]Where stories live. Discover now