Het waren niet haar rode lippen die perfect gevormd waren. Het was niet de manier waarop ze sprak; alsof de woorden uit haar mond danste. Het was de manier waarop ze naar me keek, met een vals glimlachje dat om haar mond speelde. Ze keek me recht in mijn ogen aan en ik wist dat ze me zag. Het was het feit dat niemand mij kon zien dat mij nu beangstigde. Want zij, zij zag mij wel.
1 part