The Last Slytherin

By veelzeggend

314K 20.5K 11.8K

WINNAAR WATTYS2016: GESPREK VAN DE DAG Er was altijd al iets aan Mia geweest dat anders was. Zelfs nadat ze e... More

1. Magic.
2. Witches & Wizards.
3. Hogwarts.
4. Slytherin.
5. Friends.
6. Secrets.
7. Messages from death.
8. Moaning Myrtle
9. Hogwarts' secrets
10. Old mistakes.
11. The cloak of insvisibility.
12. Quidditch.
13. Bewitched Broom.
14. Peeves' Revenge.
15. Ravenclaw VS Gryffindor
16. I Solemny Swear That I'm Up To No Good.
17. Hogsmeade.
18. Thestrals.
19. Murder.
20. Christmas.
21. Life of Lies.
22. Best Friends?
23. Dark Times Lie Ahead Of Us.
24. The Unforgivable Curses.
25. Potter's got the Snitch!
26. I'm Sorry.
27. Feelings.
28. Goodbye.
29. The Weasley's.
30. No Magic Outside Hogwarts.
31. Regret.
32. Back to Hogwarts.
33. The Dark Mark.
34. Herbology.
35. Watch your step!
36. The Common Room.
37. The First Training.
38. Divination.
39. Peeves.
40. Tom Riddle.
41. Parseltongue.
42. The Chamber Of Secrets.
43. Dennis Creevey.
44. His Mark.
45. Gone.
46. Revenge.
47. Happy Birthday.
48. You better start talking.
49. Teddy Lupin & Victoire Weasley.
50. Fred Weasley.
51. They're not here for us. They're here for you.
52. Crucio.
53. The face behind the mask.
54. The Last Slytherin.
55. Wake up.
56. Christmas.
57. The Enemy.
58. He doesn't want you.
59. It's not what it seems.
60. Valentine's day.
61. Boggart.
62. Detention.
64. Family.
65. You can't trust her.
66. McGonnagal has to die.
67. Polyjuice Potion.
68. Avada Kedavra.
69. Because I love you.
70. Umbridge.
71. The Ministry Of Magic.
72. Save The Potters.
73. Godric's Hollow.
74. But I Believe You.
75. The Truth.
76. Because I'm Not Afraid.
77. The Scamanders.
78. Meeting The SVA.
79. An Unfair Game.
80. Veritaserum.
81. Leaving Hogwarts.
82. Don't Hurt Them.
83. Draco Malfoy.
84. The Malfoys.
85. Slytherin's Blood.
86. The Leaky Cauldron.
87. Horcrux.
88. Immortal.
89. Expecto Patronum.
90. The Second Battle Of Hogwarts: Part 1.
91. The Second Battle Of Hogwarts: Part 2.
92. The Second Battle Of Hogwarts: Part 3.
93. The Second Battle Of Hogwarts: Part 4.
94: The Second Battle Of Hogwarts: Part 5.
95. The Resurrection Stone.
96. The Girl Who Lied.
97. Azkaban.
19 Years Later.
Laatste A/N

63. Betrayal.

2.5K 166 88
By veelzeggend

Professor Anderling keek niet op van de berg papieren op haar bureau toen professor Park haar kantoor in stormde. James en ik schuifelden schuldbewust achter haar aan, al leek ik heel wat nerveuzer te zijn dan James - en dat kwam gewoon door het simpele feit dat ik de laatste paar dagen de meest vreemde dingen had aangericht. Dit gesprek zou niet gaan over deze middag nablijven: dit gesprek zou gaan over de keuze tussen goed of slecht, leugen of waarheid, en zwijgen of spreken.

'Patty, als dit weer over Hagrid gaat: hij is bevoegd om Verzorging van Fabeldieren te geven.' Zuchtte Anderling, terwijl ze driftig doorkrabbelde op een stuk perkament.

'Dit gaat niet over Hagrid.' Sprak Park. 'Dit gaat over twee studenten die zich misdragen, de regels aan de laars lappen en vervolgens gewoon weglopen bij hun straf!'

Anderling stopte met schrijven, fronste en liet haar ogen zonder haar hoofd te bewegen naar James en mij flitsen... de blik die ze toen op haar gezicht kreeg voorspelde alles behalve goed nieuws. Over de aanwezigheid van James leek ze niet verbaasd te zijn, maar toen ze haar ogen uiteindelijk naar mij verplaatste priemde ze ze grondig en onderzoekend in mijn gezicht - bijna argwanend.

Ze legde haar pen met een stalen blik neer, zuchtte en vouwde haar handen in elkaar. 'Patty, kan je alsjeblieft uitleggen hoe deze studenten zich precies misdragen hebben?'

'Juffrouw Parker hier, kwam gisteren niet in mijn les opdagen en meneer Potter besloot om een volle ketel over de vloer te gooien - met opzet!'

Professor Anderling dacht blijkbaar dat Park overdreef, en professor Park zag dit.

'Hij heeft bekend dat het met opzet ging.' Voegde professor Park er vlug aan toe, waarna ze een furieuze blik naar James toe wierp.

James knikte gehaast.

Anderling zuchtte.

'Ze hadden deze middag moeten nablijven, maar nadat ik het lokaal voor slechts een aantal minuten verlaten had, waren ze opeens verdwenen!' Snauwde professor Park geïrriteerd. 'En ze hadden mijn toestemming daar zeker niet voor gekregen.'

Anderling keek James aan, liet haar ogen toen naar mij gaan en leek kwader op mij te zijn dan op James. Ze leek me aan alsof ze met haar ogen wilde zeggen dat ik al wel genoeg had aangericht de laatste tijd. Ze zuchtte opnieuw, wreef peinzend over haar voorhoofd en maakte toen een wegwerpend gebaar. 'Goed, goed - regel een straf met Vilder. Hij kan ze vast wel aan het werk zetten.'

Professor Park grijnsde zelfvoldaan, draaide zich toen naar ons om en gebaarde dat we het kantoor weer moesten uit lopen.

'Juffrouw Parker, zou u even kunnen blijven?' Vroeg Anderling toen opeens.

Ik hield mijn pas abrupt in. Ik was net zo opgelucht geweest over het feit dat ik onder een gesprek tussen mij en Anderling was uitgekomen, en nu sloeg de paniek meteen weer toe. Ik draaide me net iets te vlug om en staarde haar geschrokken in haar gezicht, tot ik me realiseerde dat ik haar argwaan op die manier alleen maar liet groeien. Ik draaide mijn hoofd naar James, zag dat hij mij een vragende blik toe wierp en wendde mijn ogen weer af. Met lood in mijn schoenen slenterde ik naar Anderlings bureau, terwijl James en professor Park het kantoor verlieten - ze sloeg de deur met een klap achter zich dicht op het moment dat ik neer zeeg in de stoel voor Anderlings bureau.

Anderling priemde haar blik ernstig in de mijne, en ik sloeg mijn ogen nerveus naar de grond. Een tijd lang klonk alleen de wind die langs de ramen heen waaide, maar toen verbrak Anderling de stilte.

'Kan je me vertellen wat er allemaal aan de hand is?' Vroeg ze zacht en serieus.

Ik hief mijn ogen aarzelend naar haar op. 'Ik heb geen idee wat u bedoelt.' Loog ik met een staalharde blik.

Anderling negeerde mijn ontkenning. Ze had het duidelijk al zien aankomen. 'Wat gebeurde er tijdens de les van professor Wolfgang?'

'Niet veel bijzonders.' Zei ik vlak.

'O echt?' Anderling trok haar wenkbrauwen sceptisch op. 'Professor Wolfgang heeft me anders iets heel anders verteld.'

Ik wendde mijn blik van haar af en klemde mijn kaken op elkaar. 'Ik wist ook niet dat dat zou gebeuren.' Mompelde ik. Bij de herinnering aan hetgeen wat er die dag gebeurd was, trok er meteen weer een steek door mijn hart. Ik voelde alle energie abrupt uit mijn lijf weg sijpelen - de harde waarheid die de Boeman had gesproken, leek mijn leven een donkere kleur te geven. 'Ik...' ik sloeg mijn ogen neer, 'het ging niet met opzet.'

'Een Boeman kan nooit met opzet in iets veranderen...' Anderling perste haar lippen ongerust op elkaar, 'en dat is juist hetgeen waar ik me zorgen over maak.'

Ik hief mijn ogen naar haar op. Als professor Wolfgang haar verteld had dat mijn Boeman in een jongen die een Sisseltong bleek te zijn veranderd was, wist ik waar ze zich zorgen over maakte. Ze dacht immers nog altijd dat ik niets over mijn afkomst wist, en als ik in dat geval geconfronteerd was met de broer die ik me niet herinnerde, was ze vast bang dat ik me een deel van mijn verleden zou herinneren. Ze had echter geen idee dat ik alles al wist - alle geheimen die zij me verzwegen had.

'Had je... had je het gevoel dat je hem ergens van kende?' Vroeg ze voorzichtig - onrust flakkerde in haar ogen voorbij.

Ik schudde langzaam met mijn hoofd.

Ze leek lichtelijk opgelucht, en toch bleven haar ogen voor een tel aarzelend in mijn gezicht steken voor ze haar opluchting liet zien - ze wist immers dat ik in staat was om over de meest belangrijke dingen te liegen.

'Hij was een Sisseltong.' Zei ik, ook al was dat feit allang bij mij bekend. 'Ik kon hem verstaan.'

Anderling sloeg haar ogen ongerust neer, maar hief ze vrijwel meteen weer naar mij op. 'Boemannen... kunnen soms bepaalde angsten met elkaar-'

'Ik heb hem nog nooit van mijn leven gezien, hoe kan hij dan mijn grootste angst zijn?' Onderbrak ik Anderling. Ik had geen idee waarom ik het deed - ik was het zat dat Anderling telkens maar om de waarheid heen draaide. Ik had recht op de waarheid, en of ik die wist of niet, zij was degene die mij de waarheid ontnomen had... zij was namelijk één van de weinige personen in de Toverwereld die over mijn ware identiteit wist. Ze verzweeg het echter voor me.

'Dat... dat weet ik ook niet.' Mompelde Anderling in een zwakke ontkenning. 'Het kan zijn dat je hem wel eens-'

'Hij leek op mij.' Zei ik toen. 'Vreemd, vindt u niet? Hij was een Sisseltong en zijn uiterlijk was bijna gelijk aan dat van mij.'

Anderling perste haar lippen stug op elkaar. 'Heel vreemd, ja.'

'Professor,' begon ik, 'ik heb het gevoel dat u misschien wel beter weet wie hij was dan ik.'

Dat leek haar te schokken in een manier die ik niet verwacht had. De argwaan in haar gezicht leek weer aan te flakkeren en ze trok lichtelijk wit weg. Haar ogen fonkelden van ongeloof.

'Dus je weet wel wie hij is?'

'Was.' Siste ik kil tussen mijn tanden door.

Dat leek haar alleen maar meer te schokken. 'Wat zei je daar?' Vroeg ze ademloos. Ik sloeg mijn blik neer, waarna zij zich langzaam naar voren boog. 'Mia Parker, ik wil de waarheid - nu meteen.'

Ik stootte een kille lach uit en priemde mijn ogen vreugdeloos in de hare. 'Het is grappig hoe u mij de waarheid wilt laten vertellen in een zin waarvan het begin al een leugen is.'

Dat leek ze eerst niet te begrijpen, maar toen ze dat wel deed, hapte ze geschokt naar adem.

Mia Parker.

'Je weet het.' Zei ze zacht.

Heel even overwoog ik om haar de waarheid te vertellen, maar toen werd ik herinnerd aan de vreselijke dag die alles had veranderd. Als de Dooddoeners er achter zouden komen dat ik Anderling alles had verteld, dan zouden ze mijn geheim aan de hele wereld bekend maken. Ik wilde het Anderling vertellen, maar ik kon het niet - ik mocht het niet.

Ik fronste, en als Anderling niet beter zou weten, zou het geloofwaardig zijn overgekomen. 'Ik begrijp u niet.'

Ze zuchtte. 'Natuurlijk doe je dat niet.'

Vervolgens viel er weer een stilte. Terwijl het geruis van de wind langs de ramen heen waaide, leek Anderling een moeilijke keuze te overwegen. Ze vroeg zich waarschijnlijk af of ik nou echt de waarheid wist of niet, want af en toe leek het alsof ik alles wist en andere keren deed ik alsof ik geen idee had waar ze het over had. Aan de ene kant hoopte ik dat ze me de waarheid zou vertellen, maar aan de andere kant ook niet. Als mijn vertrouwen met Anderling hersteld zou worden, zou de opdracht die ik en Basil moesten uitvoeren nog lastiger worden, en daarbij - zelfs al was ik niet eens degene die Anderling de waarheid had verteld, de Dooddoeners zouden het mij nog steeds kwalijk nemen als ze het wist.

'Onthoud-' begon ze toen opeens, terwijl ze haar ogen naar me ophief en me ernstig aankeek, 'onthoud gewoon dat je me alles kan vertellen, oké? Er is niks dat je voor mij hoeft te verbergen.'

'Dat weet ik, professor.' Loog ik.

'Oké, nou -- je mag gaan, Vilder staat vast al op je te wachten.'

Niet veel later liep ik dus de wenteltrap van haar kantoor af. James stond nog op mij te wachten in de hal - ik dacht eerst dat professor Park zijn straf met Vilder had uitgesteld, maar toen ik mijn voeten op de vloer van de hal zette klonk er een korte, schelle "miauw" van mevrouw Norks.

Vilder stond in zichzelf dingen te brommen en wenkte met zijn hoofd dat we hem moesten volgen. James wierp mij een opgelaten blik toe, zuchtte toen en volgde Vilder - ik ging naast James lopen.

'Wat moeten we doen?' Fluisterde ik naar hem.

'Jenny's toiletten dweilen.' Zei James oogrollend. 'Ze heeft de boel blijkbaar weer onder water gezet daar.'

Even later stonden we in de toiletten op de eerste verdieping - onze schoenen waren doorweekt van het water dat hoger dan onze zolen kwam, in onze handen lagen dweilen en Vilder had mevrouw Norks in de toiletten achter gelaten zodat zij op ons zou kunnen letten. Zelf was hij weg gelopen.

'Wat wilde Anderling?' Vroeg James, terwijl hij zijn dweil slapjes over de vloer heen en weer veegde, in een poging niet te veel energie in deze straf te hoeven steken.

Ik haalde mijn schouders op en keek niet op van de vloer die ik aan het dweilen was. 'O, gewoon - ze had het over het Valentijnsfeest enzo.'

'O.' Zijn stem klonk aarzelend. 'Over dat... het spijt me.'

Ik hief mijn ogen naar hem op. 'Hoezo?'

Hij draaide zijn dweil ongemakkelijk rond in zijn handen. 'Nou... dat ik met Katherine ging enzo... ik wilde eigenlijk niet gaan hoor.' Voegde hij er vlug aan toe. 'Ze bleef maar zeuren - dat briefje wat je me zag open maken tijdens het middageten vlak voor het feest? Dat was van haar.' Hij zuchtte. 'Ik had gezegd dat ik zou gaan op voorwaarde dat ze op zou houden met haar stomme briefjes.' Hij hief zijn ogen naar me op en glimlachte droevig. 'En... begrijp me niet verkeerd, maar ik hoopte stiekem ook dat ik mijn gedachten voor één avond van jou af kon zetten.' Hij leunde op de steel van zijn dweil. 'Maar toen verscheen jij met die rat van een Mal-'

'Ik ging alleen met hem mee omdat ik hem niet durfde af te wijzen.' Onderbrak ik James. Ik sloeg mijn ogen weer naar de grond en ging driftig verder met dweilen. 'Ik had tegen hem gezegd dat we als vrienden zouden gaan... en daarbij - hij wilde volgensmij ook liever met iemand anders gaan.'

James leek te weten waar ik het over had, want hij vertrok zijn gezicht in een walgende grimas. Vervolgens schudde hij zijn hoofd. 'Maar... wees eens eerlijk.'

Ik stopte abrupt met dweilen toen hij dat zei. Het leek er op dat hij slechts een simpele vraag ging stellen, maar het was het woord "eerlijk" geweest dat mij liet schrikken. 'Wat?'

Hij beet peinzend op zijn lip. 'Jij en die Zabini...?'

'O, Bij Merlijns Baard.' Ik rolde geïrriteerd met mijn ogen en klemde mijn hand strakker om mijn dweil. 'Wat denk je zelf?'

Hij zuchtte. 'Je lijkt hem te haten... maar tegelijkertijd breng je wel heel veel tijd met hem door.'

'Als ik echt eerlijk zou moeten zijn: ik kan hem niet uitstaan, oké?' Zei ik kortaf.

'Waarom-'

'Kijk, kijk, kijk...'

We draaiden onze hoofden geschrokken naar de toilethokjes. Mevrouw Norks stootte een grommend geluid uit toen Jenny aan kwam zweven - Jenny gromde terug.

'Twee gemene, achterbakse, leugenaars die mijn rommel moeten opruimen... hoe toevallig!' Riep de geest.

James kreunde vermoeid. 'Jenny... het is al erg genoeg dat we dit moeten doen, kan je ons alsjeblieft alleen laten?'

Jenny perste haar lippen kwaad op elkaar - haar onderlip begon gevaarlijk te trillen. 'O! Natuurlijk!' Schreeuwde ze dramatisch. 'Net zoals jullie mij alleen hebben gelaten zeker!'

James zuchtte. 'Wat?'

De eerste traan biggelde al over haar doorzichtige wang. 'Jullie hadden een belofte gedaan!' Riep ze uit. 'En die zijn jullie niet nagekomen! Ik had het kunnen weten! Laat Jenny maar stikken in haar stomme wc! Dat is wat jullie denken, of niet-'

'Jenny.' Onderbrak ik haar. 'Waar heb je het over?'

Jenny klemde haar kaken op elkaar en liet haar blik zo woedend naar mij toe flitsen dat ik er weliswaar van schrok. Ze ademde diep in. 'Waar heb ik het over!?' Schreeuwde ze. 'Fijn! Jullie zijn het gewoon vergeten!'

Ik en James wisselden een vragende blik. Ik keek Jenny ongeamuseerd aan - het laatste waar ik nu zin in had was om haar oneindige gejammer aan te horen. 'Het spijt me, Jenny - maar zou je ons nu gewoon alleen kunnen laten?'

'Nee!' Riep ze. Ze sloeg haar armen gekwetst over elkaar heen. 'Er is een reden waarom ik dit gedaan heb!'

Ik zuchtte, liet mijn hoofd zakken en hief hem vermoeid weer op. 'Waarom heb je dit gedaan?'

'Omdat-' begon Jenny, 'jullie je niet aan jullie belofte hielden. Ik heb je een halfjaar geleden gevraagd of je aan Anderling kon vragen of ze deze toiletten weer in gebruik wilde stellen, en ik heb niks gezien, gehoord of gemerkt!'

Ik kreunde. 'O, ja.'

'Dus...' zei Jenny, terwijl ze haar hoofd met een triomfantelijke grijns naar de dweil in mijn hand liet glijden, 'daarom dacht ik - ach ja, als ik me dan toch moet vervelen dan kan ik het maar beter iedereens probleem maken!'

James trok zijn wenkbrauwen niet erg enthousiast op. 'Erg aardig van je, Jenny.'

'Net zo aardig als mij in deze stomme wc's achterlaten voor een halfjaar lang!' Schreeuwde ze kwaad.

Ik wist dat het geen nut had, en toch besloot ik mijn mond open te trekken. 'We waren... we waren nogal druk.'

'Waarmee?' Riep Jenny furieus. 'De Geheime Kamer openen? Elkaars handjes vasthouden?! Rotstreken uithal-'

'Jenny.' Onderbrak James de geest, terwijl hij zijn kaken op elkaar geklemd hield. 'Als je wil kunnen we het nog aan Anderling vragen, maar jij moet ons dan ook iets beloven.'

Jenny sloot haar mond abrupt na die woorden. Ze keek James' argwanend aan, priemde haar ogen onderzoekend in zijn gezicht en hield haar hoofd schuin. Haar kwade blik verdween. 'Wat dan?'

'Je kan niemand vertellen dat Mia de Geheime Kamer geopend heeft, begrijp je dat?' Fluisterde hij. 'En je kan dingen zoals-' hij gebaarde geïrriteerd naar de doorweekte vloer, '-dit ook niet meer doen.

Jenny leek daar eerst tegen in te willen gaan, maar toen ze een tijdje gezwegen had, knikte ze toch langzaam met haar hoofd. 'Oké.' Zei ze. Ze hief haar vinger waarschuwend naar ons op. 'Maar als jullie voor het eind van deze maand niet naar Anderling zijn gegaan, zal ik dit elke dag doen en zal ik tegen iedereen in de school zeggen dat jullie de Geheime Kamer geopend hebben.'

'Akkoord.' Zei James.

Jenny glimlachte tevreden.

'Kan je ons nu alleen laten?' Vroeg James vervolgens bot.

Jenny's glimlach verdween, maar ze leek niet kwaad te worden. Ze mompelde zijn woorden met een geïrriteerd gezicht na, draaide zich toen met een ruk om en dook één van de toiletten in.

Mevrouw Norks gromde kort.

James en ik negeerden de kat en zuchtten opgelucht. Vervolgens liet ik mijn ogen hopeloos over de vloer gaan, niet wetend of hij ooit droog zou worden.

James bewoog de dweil losjes heen en weer. 'Maar...' begon hij toen aarzelend, 'kan je me op z'n minst vertellen waarom je in hemelsnaam zoveel met Zabini omgaat als je hem niet kan uitstaan?'

Ik haalde mijn schouders op. 'Hij is... hij is nogal lastig te ontlopen.'

'Te ontlopen?' James fronste en stopte met dweilen. 'Maar je ontloopt hem helemaal niet... toen in de trein tenminste niet.'

Ik klemde mijn kaken op elkaar. 'Ik had geen idee dat hij in die coupé zat.' Zei ik. 'Ik- ik wilde gewoon bij Wendy gaan zitten.'

'Faulk?' James lachte schamper. 'Zij is net zo achterbaks als Zabini. Volgensmij gaan zij ook aardig vaak met elkaar om. Vreemd eigenlijk - dat jij met de personen om gaat die het meest worden verdacht in het hele gedoe met de Dooddoen-' hij sloot zijn mond abrupt en vertrok zijn gezicht alsof hij zich opeens iets realiseerde. Hij liet zijn blik bezorgd naar mij toe flitsen - ik slikte. 'Jij zei dat de Dooddoeners je wat zouden aandoen als je mij de waarheid zou vertellen...' zei hij zacht. 'Maar hoe zouden ze dat dan ooit te weten moeten komen?'

Ik kon het bloed voelen wegzakken uit mijn wangen.

Woede fonkelde in zijn ogen. 'Mia.' Zei hij, zich duidelijk proberend te kalmeren. 'Hebben jouw... "vrienden" daar iets mee te maken?'

'N-nee.' Zei ik vlug - te vlug.

James klemde zijn kaken kwaad op elkaar. 'Lieg niet.' Snauwde hij.

'Ik lieg niet.' Kaatste ik gejaagd terug. Ik zette een stap bij hem vandaan. 'Ik ga gewoon met hen om omdat-'

'Omdat je weet dat als je ze verraad ze achter je aan zullen komen! Je moet met hen omgaan! Je kan Basil niet uitstaan, maar je moet met hem omgaan omdat je geen keus hebt!' Riep hij uit. 'Je wist al die tijd wie de mensen waren die mijn familie dit hebben aangedaan, en je zweeg?!'

Ik schudde vlug met mijn hoofd en strompelde nog verder achteruit. 'Nee - ik heb geen idee waar je-'

'Roos had gelijk.' Siste hij, terwijl hij zijn dweil abrupt uit zijn hand liet vallen. Het ding kletterde op de grond. 'Je bent niet te vertrouwen.'

'Dat heb ik je al honderd keer verteld.' Zei ik. Irritatie borrelde nu ook in mij op. 'Ik ben een leugenaar! Dat weet ik ook wel!' Ik voelde een brok in mijn keel ontstaan. 'Maar ik had geen keuze!' Mijn stem brak. 'Jij zou niets anders doen als je in mijn schoenen zou staan: jij zou niets anders doen als je er achter zou komen dat je iemand bent die de wereld veracht, slechts om een afkomst - om een naam!'

James staarde mij zwijgend aan. Zijn ogen fonkelden nog steeds vol woede en zijn blik was ijzig verstijfd. Hij schudde langzaam met zijn hoofd. 'Ik zou jou nooit zoiets aan hebben gedaan.' Zei hij. 'Maar ik ben ook gewoon zo dom om je telkens weer te vertrouwen.'

Ik probeerde de tranen weg te slikken. 'Dat ben je inderdaad, en misschien had je dat ook wel niet moeten doen.'

Hij wendde zijn blik van mij af en staarde kwaad naar de grond. Ik zag dat hij elke spier in zijn lichaam aanspande, zijn kaken hard op elkaar klemde en zijn vuisten balde. Hij hief zijn blik weer naar mij op. 'Die kus? Zojuist - voor professor Park kwam?' Vroeg hij. 'Meende je dat of was het gewoon een manier om me mijn mond te laten houden?'

Ik zuchtte weemoedig, liet mijn blik afdwalen naar de grond en voelde mijn keel droog worden. 'Dat was echt.' Zei ik schor, waarna ik zijn blik aarzelend weer ving. 'Het spijt me.'

En toen hoorden we de deur van de toiletten krakend open gaan. Vilder kwam binnengestrompeld, keek keurend over de niet heel droge vloer en bromde iets. Hij kneep zijn ogen geërgerd samen. 'Jullie mogen gaan.'

James en ik lieten onze dweilen vrijwel meteen uit onze handen vallen en stormden de wc's uit. Ik had weg willen lopen, maar toen ik halverwege de trap was naar de begane grond hield hij me onverwacht tegen door mijn arm te pakken.

Ik draaide me lichtelijk verbaasd naar hem om. Zijn gezicht stond ernstig - ernstiger dan zo net. Hij keek gepijnigd en schuldig, alsof hij op het punt stond om iets te zeggen - misschien iets te doen - dat hij liever niet deed.

'We moeten praten.'

En dus stonden we even later in een lokaal dat op dat moment niet gebruikt werd. Ik zat op een stoel en hij stond met een nerveuze houding tegen een tafel aangeleund. Hij kauwde zenuwachtig op zijn lip.

'Wat?' Vroeg ik hem, toen hij na een aantal seconden nog altijd niet gezegd had waarover hij wilde praten.

Hij liet zijn ogen aarzelend naar mijn gezicht toe gaan. Hij perste zijn lippen hopeloos op elkaar, zuchtte toen en haalde zijn hand met een zorgelijke blik door zijn haar. 'Jij vertelt het... of ik doe het voor je.'

Ik fronste vragend. 'Wat?'

Er leek een schaduw over zijn gezicht te vallen. Hij priemde zijn ogen donker en koud in de mijne. 'Jij vertelt dat je de namen van de Dooddoeners weet... of ik doe het voor je.'

Die woorden kwamen zo onverwacht aan dat mijn hoofd tolde van schok. Ik kon mijn wangen wit voelen wegtrekken en ik sperde mijn ogen open. Ik staarde hem ademloos aan. 'W-wat?' Stamelde ik. 'Wat bedoel je?'

'Ik moet mijn belofte breken.' Zei hij. 'Ik kan hier niet over zwijgen. Ik moet vertellen dat jij hun namen weet - en ik wil je de kans geven om het zelf te vertellen. Als je weigert, doe ik het.'

Ik liet mijn adem met een pijnlijke steek door mijn hart gaan. Ik begreep waarom hij het deed - zijn hele familie was in gevaar omdat ik hier over zweeg - maar het feit dat hij, het persoon waar ik het meest om gaf, mij nu ook zou laten vallen; mij zou verraden, leek zo hard aan te komen dat de tranen abrupt naar mijn ogen schoten. Het was alsof hij met een onzichtbare hand in mijn hart kneep - het brak. Ik voelde mezelf instorten in een moment dat zo kort was als een seconde. Ik kon het gewoon niet geloven.

'Dat kan je niet doen.' Zei ik zacht. 'James!'

Mijn gezicht brak van verdriet. De tranen persten zich langs mijn ogen, de eerste snik ontsnapte uit mijn keel en ik kon mezelf alleen maar vertellen dat hij dit niet meende. Ik wist echter dat hij dit wel ging doen -- als ik hem zou zijn geweest, had ik precies hetzelfde gedaan, en dat was juist hetgeen wat de wanhoop naar mijn hoofd liet schieten.

'Het spijt me.' Zei hij, terwijl hij zijn gezicht van mijn betraande ogen af wendde en zijn blik naar de grond sloeg. 'Maar ik heb even weinig keus als jij.'

Ik voelde me verraden. Iedereen had me al laten vallen, en nu deed hij het ook nog. Ik stond alleen op de wereld - iets dat ik geweten had vanaf het moment dat ik er achter was gekomen dat ik de laatste afstammeling van Zwadderich was, en gewoon niet had willen geloven. Nu deed ik dat wel: nu begreep ik waarom personen zoals Marten Villijn zo vol haat zaten. Ik voelde nu ook haat - haat voor iedereen die mij verlaten had.

'Alsjeblieft.' Piepte ik. 'Je kan dit echt niet doen! Je weet niet wat ze met me zullen doen als ze er achter komen dat ik hun namen verteld heb! Ze zullen de wereld vertellen wie ik ben, ze zullen me nooit met rust laten! Ze zullen me vreselijke dingen aan doen - of nog erger!'

Hij liet zijn ogen weer naar mijn gezicht gaan. In zijn blik zag ik medelijden, maar ook iets van harde vastbeslotenheid. Het was voor hem waarschijnlijk ook moeilijk om mij te verraden, maar hij moest het doen - hij moest het doen voor het welzijn van de Toverwereld.

'Je denkt dat het opgelost is als de Dooddoeners in Azkaban worden opgesloten, maar dat is niet zo!' Zei ik, terwijl ik op sprong van mijn stoel. 'Je hebt geen idee met hoeveel ze zijn!' Mijn stem beefde. 'Zij zijn degenen die de ontsnapte Dooddoeners hebben vrijgelaten uit Azkaban. Als het ze eens lukt, zal het ze nog een keer lukken!'

James blik veranderde: zijn eerst medelijdende en ernstige blik, smolt om tot een blik vol ergenis. 'Wat verwacht je dan dat ik doe!' Siste hij. 'Toekijken hoe mijn familie in angst leeft omdat niemand te vertrouwen is?!' Zijn stem beefde nu ook, maar niet van verdriet: het beefde van woede. 'Zelfs jij bent niet te vertrouwen!'

Ik perste mijn lippen op elkaar en voelde de warme tranen over mijn wangen stromen. 'En ik dacht dat jij me niet zou laten vallen zoals iedereen heeft gedaan, maar dat doe je toch!'

'Daar is een reden voor.' Kaatste hij terug. 'Ik wil je wel vertrouwen, maar het is onmogelijk om dat nu nog te doen.'

Ik klemde mijn kaken kwaad op elkaar en balde mijn vuisten. 'En ik wil je de waarheid vertellen.' Zei ik, mijn stemvolume zakte na de helft van mijn zin - ik realiseerde me dat ik op hem niet kwaad kon zijn. 'Het liefst vertel ik je alles, maar ik weet dat je me dan ook laat vallen.'

'Nee - ik laat je niet vallen, niet als je de waarheid vertelt.' Zei hij.

'Jawel - dan juist.' Zei ik, terwijl ik voor me uit staarde. 'Ik heb niemand, James. Mijn familie is dood, mijn vrienden haten me en mijn vijanden willen me ook het liefst van de wereld hebben. Ik kan de waarheid niet vertellen.' Ik slikte. 'Ik wil niet gehaat worden door de hele wereld.'

'Je zal niet gehaat worden als je ons allemaal redt door ons te vertellen wie de Dooddoeners zijn!' Zei hij. 'Mia, alsjeblieft - maak een keuze of ik maak een keuze voor je. We hebben niet veel tijd meer. De zaak om Omber vrij te laten is al bijna voorbij, en dan zijn we allemaal verloren.'

'James.' Zei ik, wanhopig proberend hem van gedachten te laten veranderen. 'Alsjeblieft...'

Hij schudde zijn hoofd. 'Tot ziens, Mia.'

Mijn onderlip begon weer te trillen en de tranen persten zich weer langs mijn ogen. James maakte aanstalten om te vertrekken, maar ik trok mijn mond gehaast open.

'Nee, wacht.' Zei ik vlug. Ik wist niet wat ik wilde zeggen - ik wilde gewoon niet dat hij zou vertrekken. Ik staarde machteloos in zijn ogen. Ik wist namelijk dat ik er niks aan kon doen: onze vriendschap bestond vanaf nu niet meer, maar ik wilde dat het wel zo was. Ik wenste dat ik de tijd kon terug draaien en alles terug nemen wat ik deze dag tegen hem gezegd had - hij wist te veel, en hij zou er vroeg of laat achter komen wie ik werkelijk was.

En toen, onverwachts, zag ik het zilver van de armband die ik van hem gekregen had om mijn pols schitteren. De zwarte kraalogen van het bedeltje van de slang staarden mij nietszeggend aan. Ik wist niet waarom ik het deed, maar voordat ik het me ook maar besefte, had ik de armband al van mijn pols losgemaakt en reikte ik hem het ding aan.

Hij grimaste bij het zien van het cadeau dat hij me ooit had geschonken. Zijn ogen fonkelden van onbegrip, en misschien zelfs wel teleurstelling.

'Waarom-'

Ik slikte. 'Neem het.'

'Het... het is van jou.' Zei hij. 'Ik hoef het n-'

Ik liep om de tafel heen, pakte zijn hand en legde de armband daar in. Vervolgens sloot ik mijn vingers om de zijne, zodat zijn hand zich om de armband heen klemde. Ik hief mijn ogen naar hem op. 'Onthoud waarom je het ooit aan me gegeven hebt.'

En met die woorden draaide ik me om en liep ik het lokaal uit. Ik hoorde hem nog een keer mijn naam zeggen, maar ik sloeg mijn blik naar de grond en liep stug door - de hal uit, de trap af en vervolgens...

'Kijk uit waar je-'

Ik deinsde geschrokken achteruit toen ik tegen het gedaante onderaan de trap opbotste.

'Basil.'

Basil keek vragend in mijn betraande gezicht. 'Waarom-' hij fronste, schudde zijn hoofd en zuchtte geërgerd, 'ik wil het niet weten.' Zei hij kort. 'Ik zocht je al.'

'O, Bij Merlijns Baard - niet nu.' Zei ik vermoeid. 'Laat me met rust.'

Ik had weg willen lopen - het had me weinig kunnen schelen wat hij me te zeggen had - maar natuurlijk hield hij me tegen.

'Mia, dit is belangrijk.'

Ik hield mijn pas in en priemde mijn ogen afwachtend in de zijne. 'Wat is er?'

Zijn mondhoeken trokken zich in een kleine, niet veel goeds voorspellende grijns. 'Het is gelukt.' Zei hij. 'Ze is vrij - Omber is vrij.'

[A/N]
Bedankt voor alle leuke reacties die jullie achterlieten toen ik merkte dat The Last Slytherin een Watty gewonnen had! Ik wilde dit hoofdstuk vrijdag al updaten, maar ik kwam er achter dat ik bepaalde dingen moest veranderen en dat duurde dus even!

Bedankt voor het lezen!! ♡♡♡

(Ps. Stuck In Time is ook geupdate voor degenen die dat boek lezen!♡)

Continue Reading

You'll Also Like

108K 1.4K 75
what if you become the newest model of Quadrant and get closer with your favorite formula 1 driver, Lando Norris?
139K 2.9K 32
#28 in fanfictie in augustus 2017 Elektra is een echte Zwadderaar: ze is slim, vrolijk, doortrapt, getalenteerd, gemeen en ze spreekt Sisseltong. Maa...
11.9K 208 24
Demi is een 14 jarig meisje. Ze is de dochter van Matthy. Ze heeft veel plezier in haar leven, ze heeft de beste vrienden en maakt er altijd een fees...
2.6K 266 17
Matthy heeft t moeilijk. Niemand weet t van hem. Niemand weet dat hij eigenlijk autusme heeft. Dat hij sociale angst heeft. Dat hij maar een bepaald...