The Last Slytherin

By veelzeggend

314K 20.5K 11.8K

WINNAAR WATTYS2016: GESPREK VAN DE DAG Er was altijd al iets aan Mia geweest dat anders was. Zelfs nadat ze e... More

1. Magic.
2. Witches & Wizards.
3. Hogwarts.
4. Slytherin.
5. Friends.
6. Secrets.
7. Messages from death.
8. Moaning Myrtle
9. Hogwarts' secrets
10. Old mistakes.
11. The cloak of insvisibility.
12. Quidditch.
13. Bewitched Broom.
14. Peeves' Revenge.
15. Ravenclaw VS Gryffindor
16. I Solemny Swear That I'm Up To No Good.
17. Hogsmeade.
18. Thestrals.
19. Murder.
20. Christmas.
21. Life of Lies.
22. Best Friends?
23. Dark Times Lie Ahead Of Us.
24. The Unforgivable Curses.
25. Potter's got the Snitch!
26. I'm Sorry.
27. Feelings.
28. Goodbye.
29. The Weasley's.
30. No Magic Outside Hogwarts.
31. Regret.
32. Back to Hogwarts.
33. The Dark Mark.
34. Herbology.
35. Watch your step!
36. The Common Room.
37. The First Training.
38. Divination.
39. Peeves.
40. Tom Riddle.
41. Parseltongue.
42. The Chamber Of Secrets.
43. Dennis Creevey.
44. His Mark.
45. Gone.
46. Revenge.
47. Happy Birthday.
48. You better start talking.
49. Teddy Lupin & Victoire Weasley.
50. Fred Weasley.
51. They're not here for us. They're here for you.
52. Crucio.
53. The face behind the mask.
54. The Last Slytherin.
55. Wake up.
57. The Enemy.
58. He doesn't want you.
59. It's not what it seems.
60. Valentine's day.
61. Boggart.
62. Detention.
63. Betrayal.
64. Family.
65. You can't trust her.
66. McGonnagal has to die.
67. Polyjuice Potion.
68. Avada Kedavra.
69. Because I love you.
70. Umbridge.
71. The Ministry Of Magic.
72. Save The Potters.
73. Godric's Hollow.
74. But I Believe You.
75. The Truth.
76. Because I'm Not Afraid.
77. The Scamanders.
78. Meeting The SVA.
79. An Unfair Game.
80. Veritaserum.
81. Leaving Hogwarts.
82. Don't Hurt Them.
83. Draco Malfoy.
84. The Malfoys.
85. Slytherin's Blood.
86. The Leaky Cauldron.
87. Horcrux.
88. Immortal.
89. Expecto Patronum.
90. The Second Battle Of Hogwarts: Part 1.
91. The Second Battle Of Hogwarts: Part 2.
92. The Second Battle Of Hogwarts: Part 3.
93. The Second Battle Of Hogwarts: Part 4.
94: The Second Battle Of Hogwarts: Part 5.
95. The Resurrection Stone.
96. The Girl Who Lied.
97. Azkaban.
19 Years Later.
Laatste A/N

56. Christmas.

3.5K 180 215
By veelzeggend

De stiltes waren het ergst.

In de stiltes was er namelijk niks dat mij van mijn herinneringen vandaan kon houden, en toch bleef ik de stilte opzoeken, omdat het zelfverwijt wegens mijn leugens me kwelde telkens als ik in de gezichten keek van de mensen die mij wilden helpen. Maar in de stiltes: daar kwamen herinneringen tot leven. Stiltes waren namelijk geen echte stiltes meer - mijn hoofd vulde de stiltes met gruwelijkheden zoals de gil van mijn moeder, het geroep van de Dooddoeners, de vreselijke, oorverdovende klappen die door het huis hadden geklonken van een bestaan dat ik vergeten was. En als mijn hoofd dat deed, kon ik het verdriet door mijn botten voelen gaan - als een nare, stekende pijn. Het verdriet liet mij echter nooit met rust: zelfs al waren er geluiden om mij heen. Het verstopte zich in een uithoek van mijn hart, sprong naar boven wanneer het de kans er voor kreeg en liet niks anders dan een vreselijk grauw beeld van mijn toekomst achter. De tijd bracht mij namelijk niet verder in de toekomst: het bracht mij verder weg van mijn verleden. Elke seconde van de dag was een kwelling aan de tijden die voorbij waren gegaan - elke seconde leefde ik in het verleden, ook al was er nog een lange toekomst die voor mij lag. En de stiltes... de stiltes waren vreselijk omdat ik dan zowel aan de toekomst als aan het verleden herinnerd werd, en geen van die beide dingen maakte me gelukkig. Het verleden wilde ik vergeten... mijn toekomst wilde ik niet meemaken.

En hetgeen wat mijn geluk pas echt neersloeg was het feit dat er geen manier was om dat probleem op te lossen... nee, dat was niet waar: er was één manier - een manier waar ik liever niet aan dacht.

Maar nu - op kerstochtend, had ik de stilte opnieuw opgezocht, slechts omdat het beeld van een hechte familie als de Wemels mijn hart verbrijzelde. Ik had het gevoel gekregen dat ik hun liefde niet verdiende, daarom had ik me van hen afgesloten: ik zat op de trap van de veranda bij de achterdeur, starend naar de besneeuwde tuin van het Nest.

De hemel lag als een grauwe mist over de aarde heen - sneeuwvlokken dwarrelden neer op de aarde, langzaam, rustig, kalm, want sneeuwvlokken waren sneeuwvlokken, en het enige doel dat sneeuwvlokken hadden was neervallen op de aarde. Er lag al een dikke laag op de aardbodem - het was dan ook vreselijk koud, maar het kon mij niet schelen. De ijzige wind was het enige ding dat mij af en toe weg wist te trekken van mijn gedachten. Ijspegels glinsterden in het zilverachtige vage licht van de zon, ze hingen aan de takken, het dak van het Nest en aan het hek van de veranda. De sneeuw had ook de takken van de bomen bereikt: alles was bedekt met dat kleine, witte laagje sneeuw. Maar hetgeen waar ik me nog het meest over verwonderde, was de stilte die in de lucht hing. Er waren geen vogels die zongen, geen krekels die geluiden maakten en ook geen bladeren die ruizden in de wind. De natuur leek stil te staan - de tijd leek stil te staan, en dat was het enige wat ik op dit moment nodig had.

Maar de tijd stond in werkelijkheid niet stil, en daar kwam ik achter toen er voetstappen op het hout van de veranda klonken. De planken kraakten luid, maar ik keek niet om - ik wist namelijk al wie er aan kwam.

James zeeg het volgende moment naast mij neer op de trede van de trap.

Hij droeg de trui die Molly Wemel hem vanmorgen had gegeven. Het was een smaragdgroene trui en er stond een grijze "J" op...

Verbazingwekkend genoeg droeg ik op dit moment een trui met dezelfde kleuren, op die van mij stond alleen een grijze "M". Molly Wemel had mij de trui vanmorgen met een brede grijns overhandigd, en nu begreep ik haar gezichtsuitdrukking pas echt goed.

'Het vriest.' Meldde James - zijn stem galmde door de roerloze hemel.

Ik zuchtte. Het enige wat hij de laatste paar dagen tegen me had gezegd waren dingen zoals dit. Hij vermeed mij: hij deinsde van mij weg, voorkwam aanrakingen en praatte vlak en voorzichtig met me. Het was vreselijk - en vooral omdat hij dat allemaal deed om mij veilig te laten zijn. Hij dacht nog steeds dat alles wat gebeurd was zijn schuld was.

'Dat kan ik voelen.' Zei ik terug, zonder mijn ogen van de tuin weg te halen.

'Je wordt ziek als je hier blijft zitten.' De bezorgdheid in zijn stem irriteerde mij - iedereen sprak de laatste tijd op zo'n toon tegen mij.

Ik reageerde niet op zijn woorden. Ik wilde namelijk niet naar binnen gaan, en het kon me ook weinig schelen als ik verkouden zou worden: ik leek toch al op een regelrechte ramp. Paarse kringen tekenden zich onder mijn ogen, er stonden nog steeds rode krassen op mijn gezicht van de wonden die Hermelien had geprobeerd te helen en er had zich een gelig wordende blauwe plek op mijn jukbeen verzameld.

Ik kon vanuit mijn ooghoeken zien dat James zijn blik aarzelend neer sloeg. Natuurlijk was het niet erg aardig van me om zijn woorden volledig te negeren, maar ik wist gewoon niet wat ik anders moest doen: ik was bang dat ik mijn verdriet en frustraties op hem zou gaan uiten als ik mijn mond los zou doen.

'Wat is er toch met je gebeurd?' Vroeg James toen opeens, zuchtend en zacht - de vraag leek hem al een hele tijd dwars te zitten.

Ik blik neer. 'Dat vraag ik me zelf ook nog steeds af.'

En dat was ook zo - het voelde allemaal zo vreemd voor mij. Een paar dagen geleden had ik mijn eigen verleden niet eens doorgehad, en pas nu - zo uit het niets - herinnerde ik me alles. Het leek allemaal heel onecht... alsof ik alles gedroomd had.

'Nee, maar ik bedoel...' James liet zijn armen op zijn knieën rusten, peuterde aarzelend aan zijn mouw en zuchtte opnieuw, 'je bent veranderd.'

Daar had ik nog niet eens over na gedacht, maar het was inderdaad waar - ik reageerde anders op dingen, ik liet mijn gevoelens niet vaak meer zien en ik zonderde me af van de drukte. En dat in drie dagen.

'Het is gewoon...' begon ik, maar ik bedacht me, 'weinig slaap.'

'Het is niet "gewoon weinig slaap".' James draaide zijn hoofd naar mij, waardoor ik hem ook automatisch aankeek. 'Ik weet niet precies wat er allemaal met je gebeurd is, maar er is meer gebeurd dan wat jij verteld hebt, of heb ik het fout?'

Hij had het niet fout, daarom draaide ik mijn hoofd van hem weg.

'Je kan het mij wel vertellen, je zit er duidelijk mee.' Drong hij aan.

Ik schudde mijn hoofd. 'Er is niks.'

'O, nee?' Stiekem vond ik zijn sarcastische toon wel leuk - hij klonk eindelijk weer gewoon als zichzelf, en dus niet als de bezorgde, voorzichtige James die hij de laatste dagen aan mij liet zien. 'Als het dan echt te weinig slaap is, waarom krijg je dan te weinig slaap?'

Ik haalde mijn schouders onverschillig op.

'Mia...' James klonk vermoeid, 'kom op - ik wil je helpen.'

'Ik heb je hulp niet nodig!' Snauwde ik fel - ik had er al spijt van voordat het mijn mond was uitgerold.

James zuchtte, draaide zijn hoofd van me weg en bleef vervolgens met op elkaar geklemde kaken voor zich uit staren - ik verbaasde me over het feit dat hij niks terug snauwde.

'Het spijt me.' Gaf ik zuchtend toe. 'Dat bedoelde ik niet zo...' ik keek aarzelend naar zijn gezicht, maar zijn uitdrukking was nog niet veranderd, 'ik... ik wil alles gewoon achter me laten.'

Hij ontspande zijn geforceerde uitdrukking, sloeg zijn blik voor een kort moment naar de grond en keek toen naar mij opzij. 'Maak je geen zorgen. Ik snap het wel.'

Ik glimlachte flauw.

Het leek even alsof hij mijn hand wilde vastpakken, maar hij bedacht zich. Ik keek hem een beetje verbaasd - en misschien wel teleurgesteld aan - maar dat zag hij niet, hij had zijn hoofd al van mij weg gedraaid.

Opnieuw kreeg ik het gevoel alsof hij kilometers van mij weg stond, terwijl hij in werkelijkheid gewoon naast mij zat. Hij was de afstand - zijn woorden waren de afstand, zijn gedrag was de afstand. Ik probeerde maar om die afstand te peilen, maar telkens als ik een poging deed, leek hij verder van mij weg te lopen. Het was vreselijk, maar ik wist dat het mijn eigen schuld was - hij dacht dat zijn afstand het best voor mij was... iets dat het misschien ook wel was.

Want wat nou als ik hem de waarheid zou vertellen? Hij had nooit terug gedeinsd voor mij om het feit dat ik een Sisseltong was, hij had nooit voor mij nooit terug gedeinsd om de dingen die ik per ongeluk had veroorzaakt met magie... hij had nooit voor me terug gedeinsd - alleen nu, omdat hij zichzelf wijs had gemaakt dat dat beter voor mij zou zijn.

Maar zelfs als hij mijn afkomst zou accepteren, zelfs dan zou het niet goed komen: ik zou hem in mijn eigen gevaar mee trekken. Ik wilde hem niet in mijn eigen hopeloze cirkel mee laten gaan. Voor mij was er geen goede afloop in dit alles: voor hem was er nog wel een goede afloop... en in die afloop zou ik geen rol spelen.

Ik wist dat mijn gevoelens voor hem hopeloos en doodlopend waren, maar er was geen manier om het te negeren. Ongemerkt speelden ze in mijn hoofd op - ik werd altijd een stukje gelukkiger als hij in dezelfde ruimte was als mij, ik voelde me altijd kalmer als ik zijn stem hoorde en alleen al de gedachte aan hem liet mijn hart sneller kloppen. Normaal zouden die gevoelens mij gelukkig maken, maar nu... nu wenste ik dat er een manier is om ze te laten verdwijnen.

'De mensen vragen naar je... weet je.' Zei James. Ik was verbaasd over die woorden, daarom keek ik hem aan, maar hij keek niet terug - hij peuterde nerveus aan zijn mouw. 'We krijgen op dit moment zoveel uilen binnen dat de zolder op de uilentoren van Zweinstein lijkt.' Hij forceerde een mistroostige glimlach op zijn gezicht. 'De ochtendprofeet heeft al heel wat verhalen over je geschreven deze laatste paar dagen... ik mocht het je niet vertellen van tante Hermelien, maar ik dacht dat je het misschien wel wilde weten voor we weer naar Zweinstein gaan.'

Ik had pas door dat mijn mond open stond van verbazing toen mijn tanden tegen elkaar aan klapperden van de kou. Ik had nog niet eens gedacht aan de rest van de wereld - maar natuurlijk, had iedereen het nieuws over de Dooddoeners op de bruiloft van Teddy en Victoire binnen een korte tijd gehoord. Ik had geen idee wat de mensen dachten, wisten of beweerden over mij - ik hoopte vurig dat ze niks wisten over mijn confrontatie met de Dooddoeners, ik kon me namelijk niet voorstellen dat familie Wemel zoiets zou doorvertellen aan de media, maar James' woorden lieten mij twijfelen.

'W-wat... wat zeggen ze dan?' Vroeg ik ontzet, bang voor het antwoord.

James aarzelde - hij peuterde alleen maar nerveuzer aan zijn mouw. 'Ik-' hij zuchtte, 'sorry... ik wilde je niet bezorgd maken.'

'Wat zeggen ze?'

Hij schudde zijn hoofd. 'Laat maar.'

'James - wat zeggen ze?' Drong ik aan.

Hij keek eindelijk naar mij opzij. Er veranderde meteen iets in zijn blik: zijn gesloten, bezorgde uitdrukking vervaagde en maakte plaats voor die vertrouwde fonkelende pretlichtjes. Meteen kon ik mijn hart sneller voelen slaan toen ik dat zag, al wist ik niet eens waar aan ik ze verdiend had.

James glimlachte kalm, pakte mijn handen vast en leek volledig vergeten te zijn wat hij deze laatste paar dagen had weten vol te houden. 'Maak je geen zorgen, oké? Tante Hermelien had gelijk - je hebt al genoeg aan je hoofd, dus maak je alsjeblieft niet druk om hetgeen wat andere mensen van je vinden.'

Zijn handen waren warm vergeleken bij de mijne. Het voelde vertrouwd - veilig.

'Ik weet niet eens wat ze van me vinden.'

'Dat doet er ook niet toe.' Hij aarzelde en keek naar onze handen - hij trok een blik alsof hij pas voor het eerst zag dat hij mijn handen vast hield, bijna alsof hij er verbaasd over was. Hij haalde zijn ogen niet van die aanblik af terwijl hij sprak. 'Het enige wat er toe doet is... hoe je over jezelf denkt. Dat is het belangrijkste.'

Hij hief zijn ogen naar mij op, wachtend op een reactie waarvan ik niet wist hoe ik hem moest maken. Ik dacht namelijk over mezelf als een leugenaar, als iemand die te laf was om de waarheid aan de mensen te vertellen waar ze om gaf. Ik dacht over mezelf als iemand die alleen maar ellende veroorzaakte om zichzelf te kunnen redden - ik dacht op dit moment helemaal niet goed over mezelf... en dat is het belangrijkste - wel voor iemand die een keus heeft om het goede te doen, ja.

'Je handen zijn echt ijskoud.' Zei James toen opeens. Zijn grip werd steviger. 'Je bevriest als je hier blijft zitten.'

'Ik heb het niet koud.'

'Echt wel - je bibbert van de kou.'

'Niet waar.' Zei ik... terwijl ik bibberde van de kou.

Ik wist niet of ik het goed zag, maar voor heel even meende ik zijn mondhoek omhoog te zien kruipen. 'Kom mee, laten we naar binnen gaan.'

Hij had mij bijna mee weten te trekken, maar ik wist mezelf nog net op tijd weer bij elkaar te rapen van zijn korte grijns. Ik bleef zitten, terwijl zijn handen uit de mijne gleden en hij opstond. 'Het is niet koud.'

'Je voelt als ijs - het is wel koud.' Hield James vol, met een lichtelijk geamuseerde grijns rond zijn lippen.

Zijn grijns bracht mij van stuk. Ik wist niet waardoor het kwam, maar het zien van die blik gaf mij zo'n gelukkig gevoel dat ik voor heel even al mijn zorgen vergat. 'Weet je wat pas echt als ijs voelt?' Vroeg ik, terwijl ik mijn ogen uitdagend samen kneep. Ik boog mezelf langzaam naar voren - naar de besneeuwde tuin.

'O, bij Merlijns Baard, waag het n-'

James moest zijn woorden stoppen om de ijskoude bal van sneeuw te kunnen ontwijken die ik naar hem toe had gegooid. Mijn arm stond nog altijd zijn richting opgericht toen de sneeuwbal kapot spatte tegen zijn borstkas - ik maakte een geluid van overwinning bij het zien van zijn mislukte ontwijkpoging.

Hij was de eerste seconden lichtelijk verbaasd over mijn beweging. Hij keek mij aan, keek toen naar de plek waar de sneeuwbal hem geraakt had en trok zijn wenkbrauwen op, om vervolgens mij weer aan te kijken en zijn wenkbrauwen nog verder op te trekken.

Hij stootte een lach uit.

Het volgende moment konden we onszelf weer tien jaar oud noemen - James sprong de veranda trap ook af, bukte, schepte een hele hand vol sneeuw van de grond en gooide het richting mij.

Ik was zo verwonderd over het feit dat hij dit deed dat ik pas doorhad dat er een sneeuwbal recht op mijn gezicht af kwam toen het tegen mijn gezicht gesmeten werd. Ik voelde de koude ijsstukjes langs mijn nek stromen - met een struikelende beweging strompelde ik naar achteren, waarna ik met mijn handen over mijn gezicht wreef om de sneeuw er af te krijgen.

'O, nee - het spijt me.' Mompelde James, toen hij zag dat hij mijn gezicht had geraakt. 'Ik wilde niet-'

En opnieuw kon hij zijn zin niet afmaken door de sneeuwbal die ik in alle haast op hem afvuurde. Ik gooide deze keer mis, maar het feit dat het mij niks scheelde dat hij mijn gezicht had geraakt leek hem weer terug in het spel te trekken.

Hij keek verbaasd naar de sneeuwbal die ergens naast hem op de grond landde, draaide zich met een ruk om naar mij en deed weer een poging om de sneeuw op te scheppen met zijn handen.

Ik deed dat op hetzelfde moment als hij deed, en dus werden we allebei geraakt door de ijskoude vlaag van ijs. Ik werd geraakt op mijn schouder en hij op zijn been.

Dat bleek ons twee alleen maar aan te moedigen om meer sneeuwballen naar elkaar te gooien, want het volgende moment hield ik al niet meer bij hoe vaak ik hem wel niet had geprobeerd te raken.

En toch leek hij na een tijdje aan de winnende hand te zijn. Zijn sneeuwballen leken mij zo snel te raken dat ik op een gegeven moment geen tijd meer had om te bukken en sneeuw op te scheppen - ik stoof gewoon onhandig achteruit, in een poging de ijskoude schoten te kunnen ontwijken. Terwijl ik dat deed, staakte hij zijn vuur, daarom had ik opeens de tijd om toch nog vlug een sneeuwbal naar hem te werpen.

Het raakte hem recht in zijn gezicht.

Hij stootte een verontwaardigde kreet uit, vervolgens draaide hij zijn hoofd en wreef hij over zijn gezicht, om de ijskoude sneeuw er af te krijgen.

Ik greep mijn kans en vuurde nog een sneeuwbal op hem af, maar toen die kapot spatte tegen zijn arm, gaf hij geen reactie - hij haalde zijn gezicht tevoorschijn vanachter zijn handen. Zijn blik was moeilijk te peilen, ik wist niet goed wat het betekende, ik wist alleen dat toen hij op mij af kwam lopen ik nogmaals een schot moest lossen om geen sneeuw recht in mijn gezicht gedrukt te krijgen.

Maar zijn plannen bleken anders te zijn dan ik had gedacht, want toen die sneeuwbal ook kapotspatte tegen zijn schouder, zag ik dat hij helemaal geen sneeuw in zijn eigen handen had.

Heel even dacht ik dat hij boos was. Ik schrok, keek in zijn gezicht en realiseerde me dat hij er helemaal niet boos uit zag. Integendeel... hij keek eerder alsof hij op het punt stond om het lokaal van professor Park op te blazen - iets dat hem waarschijnlijk erg blij zou maken.

Mijn glimlach vervaagde echter wel. Ik wist niet goed of ik nou moest blijven staan of achteruit deinzen - ik probeerde zijn gezichtsuitdrukking nog altijd te lezen, terwijl ik in mijn slap omhoog geheven hand een sneeuwbal hield en niet eens door had dat ik bibberde van de kou.

Toen hij voor me stond, zag ik duidelijk dat hij niet boos was - hij grijnsde, bewoog zijn arm langzaam naar de hand waar ik een sneeuwbal in vast hield en pakte hem vast. Ik was zo overrompeld door die aanraking dat ik het ding abrupt los liet.

De sneeuwbal spatte op de grond kapot - een aantal stukken van het koude ijs kwamen tegen mijn broekspijp aan, maar ik had het nauwelijks door... ik was te veel afgeleid door zijn lippen, die hij onverwacht op de mijne had gedrukt.

Ik voelde niets anders dan warmte, ondanks de temperatuur die op dat moment onder het nulpunt lag. Mijn wangen gloeiden en mijn hart roffelde energiek in mijn borstkas, alsof het juichte om hetgeen wat er zojuist gebeurd was. Het zou echter niet moeten juichen, en een stemmetje in mijn hoofd zei dat ook wel, maar ik negeerde het - ik wilde het negeren. Het feit dat dit dom was om te doen, het feit dat dit mij alleen maar meer in de knel zou zetten, leek niet bij me aan te komen. Niks leek echt bij me aan te komen - zelfs de gedachte dat er geen toekomst zou zijn in deze kus kwam niet bij me aan. Ik liet me meeslepen... wetend dat ik er spijt van zou krijgen.

En ik kreeg er ook spijt van - vrijwel meteen nadat hij zich terug trok. Ik had het echter nog niet door, want mijn gedachten werden deels in beslag genomen door die vredige, roze wolk waar ik op leek te zweven. Voor een kort moment leek alles nog gewoon vredig en goed - alles klopte, wij klopten - maar naarmate ik zijn blik zag veranderen merkte ik dat er helemaal niks klopte. Mijn gevoel had mij opnieuw bedrogen. Ik voelde me dom. Ik had me weer door mijn gevoel laten meeslepen, net nu ik mijn gevoelens voor hem zo zorgvuldig had weggestopt.

In zijn blik kolkte hopeloosheid rond, en ik wist waarom - het was ook hopeloos, want binnenkort zouden we weer naar Zweinstein gaan en dan zouden we elkaar haast niet meer zien. Maar inplaatsvan afstand van elkaar te nemen, lieten we ons dieper in onze eigen gevoelens vallen, wetend dat de weg daar uit lastig en pijnlijk zou worden. Er zou namelijk een einde aan hetgeen wat wij hadden moeten komen... maar dat einde leek ver weg, al kon ik de stormwolken in de verte al zien aankomen, als donkere, sombere vlaktes vol regen.

James zuchtte geluidloos - ik voelde zijn adem tegen mijn gezicht aanblazen. 'We...' hij trok een lichtelijk ongemakkelijke grimas, 'we moeten denk ik maar eens naar binnen gaan.'

Ik knikte haperend, slikte, aarzelde, en wurmde mezelf toen los uit zijn armen. Ik schraapte stijfjes met mijn keel. 'Ja... ja - oké.'

Ik kon de sneeuw onder mijn schoenen voelen knerpen toen ik mezelf richting het Nest bewoog. Er sneed een koude wind langs mijn gezicht, maar zelfs dat leek mijn gloeiende wangen niet te kunnen afkoelen. Mijn hart bonkte ook nog steeds fel in mijn borstkas, alsof het protesteerde tegen wat ik aan het doen was. Ook mijn gedachten leken daar aan mee te doen, want in de kleine minuut waar in ik door de tuin liep en mezelf naar de achterdeur van het Nest toe bewoog, was er al zo'n 4 keer opnieuw het gevoel van zijn lippen op de mijne door mijn hoofd gespookt.

En toch gaf ik mezelf niet over aan mijn dwingende, verstikkende gevoelens. Ik wist dat ik aan dit verlaten, hopeloze gevoel moest gaan wennen - de toekomst zou namelijk alleen maar dat soort gevoelens meebrengen, daarom klemde ik mijn kaken op elkaar en rukte ik de achterdeur open.

Meteen toen ik een voet in de hal zette, merkte ik dat er een vreemde sfeer in het Nest hing. Het zachte gelach van Roos, Lily, Hugo en Albus - dat eerst de hele dag lang vanuit de huiskamer had geklonken - was volledig weggestorven. Nu klonken er alleen nog maar gedempte en serieuze stemmen, en die stemmen kwamen niet van kinderen - ze waren afkomstig van volwassen.

'Ze willen haar een hoorzitting geven.' Zei een lijzige, herkenbare stem vanuit de huiskamer. Eerst liet het geen bellen rinkelen in mijn hoofd - maar toen ik eenmaal een vermoeden had, wist ik het erg zeker.

Draco Malfidus had blijkbaar een bezoekje gebracht aan het Nest.

'Dat kunnen ze niet maken.' Die stem herkende ik meteen - het was de stem van Harry Potter. Hij klonk verontwaardigd, maar ook... bang?

'Ik meen het, Potter. Ze overwegen het serieus!' Zei meneer Malfidus. Zijn stem klonk lang niet zo kil en ijzig als het normaal klonk. Hij klonk nu eerder verontrust en nerveus, alsof hij wanhopig was.

'Onzin.' Gromde Harry. 'De bewijzen zijn overduidelijk. Zelfs als ze haar een hoorzitting zouden geven zou ze er niks mee bereiken.'

'Dat is het nou juist.' Het stemvolume van meneer Malidus zakte, waardoor mijn nieuwsgierigheid alleen maar groeide.

James stapte ondertussen achter mij de hal ook in. Ik maakte een haastig gebaar dat hij stil moest zijn - hij trok zijn wenkbrauwen vragend op, hoorde de stem van meneer Malfidus en leek met stomheid geslagen te zijn.

'Ze krijgt hulp. Ik weet het zeker.' Zei Malfidus serieus. 'Er werken een aantal verdachten in Azkaban. Zij spreken met haar - daar is bewijs over. Ze houden haar van alles op de hoogte en ze zullen toeslaan als de Toverwereld op zijn zwakst is, met haar in hun groep.'

'Als dit weer over Zabini-'

'Daar gaat het zeker over!' Viel Malfidus de stem van Ron Wemel in de rede. 'Ik weet dat jullie mijn achterdocht belachelijk vinden, maar een aantal mensen willen haar vrij krijgen uit Azkaban, en als dat niet op de ene manier kan dan doen ze het wel op een andere.'

'Ik vind je achterdocht niet belachelijk - niet helemaal.' Zei Harry. 'Het is gewoon... zelfs personen zoals Zabini hadden een hekel aan haar - iedereen had een hekel aan haar. Er mogen dan wel een aantal verdachte personen op het Ministerie rondlopen, maar ik weet zeker dat geen van die personen haar vrij wil hebben. Ze was vreselijk!'

'Dat was ze inderdaad, maar ze had in die tijd ook ontzettend veel macht - en daar zijn ze op uit. Als ze haar vrij weten te krijgen, zal ze opnieuw naar die macht grijpen, en dat is wat ze willen, zolang ze maar aan hun kant staat... en dat zal ze staan, want ze is hen namelijk een hoop verschuldigd als ze haar vrij weten te krijgen.'

James sloot de achterdeur ondertussen zachtjes achter hem. Hij bewoog zich geruisloos naar mij toe - er stond een frons op zijn gezicht. 'Wat doet Malfidus hier nou weer?' Fluisterde hij zacht. 'Als hij weer komt om te zeggen dat alles in de soep gaat lopen-'

'Ik heb geen idee.' Fluisterde ik vlug terug, expres niet wachtend tot James zijn zin af zou maken. 'Hij heeft het over een hoorzitting en Azkaban.'

James maakte een sissend geluid tussen zijn tanden. 'Natuurlijk.'

Ik hoorde Harry Potter zuchten, daarom gebaarde ik James opnieuw om stil te zijn. 'Nou, zelfs als er dan mensen zijn zoals jij beweert: hoe willen ze haar in hemelsnaam gaan vrijspreken? Er is duidelijk bewijs over de keer dat ze mij gemarteld heeft, iedereen van onze leeftijd kan beschrijven want ze onze school in dat kleine jaartje allemaal wel niet aangedaan heeft en elke gepensioneerde Schouwer kan vertellen over haar tijd bij het Ministerie.'

'Dat weet ik, maar mensen zijn bang.' Zuchtte Malfidus weemoedig. 'En bange mensen doen domme dingen. Als mensen zo wanhopig worden om haar vrij te laten, zou het maar zo eens kunnen dat jij de Toverwereld opnieuw moet gaan redden... Harry.'

'Dat klinkt al een stuk beter, Draco.'

Die stem herkende ik niet. Het was de stem van een vrouw - ze klonk erg kalm en rustig, misschien zelfs wel dromerig.

Ik draaide mijn hoofd fronsend naar James. 'Weet jij wie dat zei?'

James aarzelde en forceerde langzaam een vage grijns op zijn gezicht. 'Loena - Loena Scamander, de moeder van Lorcan en Lysander... ze zouden komen met kerst, weet je nog?'

'O.' Ik was het inderdaad vergeten, maar het leek alsof er abrupt een steen in mijn maag plofte na die woorden. 'O, ja.'

'Je hebt gelijk.' Klonk de stem van Draco weer uit de huiskamer. 'Je had ook gelijk over de bloemen, ze maken alles inderdaad een stuk mooier.'

'Ja, dat doen ze altijd.' Zei Loena Scamander. 'Ik kan er nog wel wat blauwe bloemen bij maken - ik denk dat ze erg goed bij je ogen zullen staan.'

James zuchtte. 'Misschien... misschien moet je ze maar even gedag zeggen.'

Dat wilde ik niet, maar ik wist dat ik weinig keus had. Ik zou hen vroeg of laat toch onder ogen moeten komen, daarom nam ik een diepe teug lucht en knikte ik.

'Oké.' En dus liep ik onzeker naar de huiskamer toe, gevolgd door James.

Het verbaasde me echter wel toen ik zag dat de deur van de huiskamer op een kier stond - normaal stond de deur wijd open. Ik wist niet goed of ik wel naar binnen moest lopen of niet, maar toen ik James' hand tegen mijn rug voelde drukken verdween mijn aarzeling. Zijn aanraking bracht mij van stuk en dus dacht ik niet verder na: ik gooide de deur open.

Draco Malfidus stond middenin de huiskamer, tegenover een vrouw met lang, asblond haar. Het eerste wat me opviel aan die aanblik was het vriendelijke, totaal niet geschrokken gezicht van de vrouw... het tweede wat me opviel was erg vreemd.

Draco Malfidus had één van zijn mouwen opgestroopt. Zijn arm lag in de hand van de vrouw - haar toverstok wees richting zijn onderarm... ik dacht voor een moment dat hetgeen wat op zijn bleke huid stond slechts een tekening van bloemen was, maar naarmate ik beter keek zag ik dat er een doodshoofd middenin die bloemen zweefde. Er kronkelde een slang uit de bek van het doodshoofd.

Ik hapte geschrokken naar adem.

Dat was het Duistere Teken!

Met opengesperde ogen liet ik mijn blik naar het gezicht van Draco Malfidus gaan. Hij staarde mij verstijfd van schrik aan, als een schuchtere kat die op het punt staat iets te pikken uit een vuilnisbak.

Vervolgens rukte hij zijn arm uit de hand van de vrouw en bedekte hij zijn arm haastig met zijn mouw. Zijn gezicht stond ijzig.

'We-' James pakte mijn arm beet, 'we komen zo wel terug.'

'James.' Gromde Harry streng naar zijn zoon.

James zuchtte, liet zijn hand van mijn arm glijden en stapte de woonkamer verder in - hij hield zijn ogen achterdochtig op Draco Malfidus gericht.

Harry Potters blik was bijna gelijk aan die van zijn zoon, maar inplaatsvan achterdocht te hebben naar Draco - keek hij mij aan. 'Wat doen jullie hier?'

Ik klemde mijn kaken op elkaar, maar gelukkig nam James het woord. 'We hoorden dat Lorcan en Lysander waren aangekomen en we wilden ze gedag zeggen...' zijn ogen gleden naar Loena. Hij glimlachte vriendelijk naar haar. 'Ik dacht dat ze wel bij u zouden zijn, maar blijkbaar niet.'

Loena glimlachte vriendelijk terug. Ze had erg grote, lichte ogen - dezelfde als Lorcan en Lysander. Ook haar kleding leek op die van haar zoons, het was erg... kleurrijk. 'Ze zijn in de keuken.' Zei ze, waarna haar ogen langzaam af gleden naar mij. Ze liet haar blik grondig over mij heen gaan, maar niet in een oordelende manier - eerder alsof ze nieuwsgierig was. 'Jij bent Mia Parker, is het niet?'

Ik knikte - misschien zelfs wel verlegen. Ik hoopte maar dat Lorcan en Lysander haar niet hadden verteld dat ik een slang op haar zoons afgestuurd had.

'Ik ben Loena - Loena Scamander. Leuk je eindelijk eens te kunnen ontmoeten.' Zei ze vriendelijk.

Ik was gerustgesteld door haar vriendelijkheid, daarom liet ik een flauwe glimlach op mijn gezicht verschijnen. 'Aangenaam.'

In Harry's ogen fonkelde nog steeds achterdocht, maar toch liet hij ze afglijden naar zijn zoon. 'Waarom gaan jullie Molly niet helpen in de keuken? Wij zijn hier zo klaar.'

James knikte - zijn ogen schoten af en toe nog steeds richting Draco. 'Ja, ja oké.'

En dus werd ik het volgende moment meegetrokken naar de hal. James sloot de deur achter zich - ik dacht dat hij wat van Draco ging zeggen, maar hij hield zijn kaken stijf op elkaar en liep door naar de keuken.

Toen de deur open ging, werden we begroet door een warme walm van lucht en de geur van kaneel en versgebakken eten. Het was heet in de keuken en er was een hoop kabaal te horen - Molly Wemel liep gehaast heen en weer met rinkelende potten en pannen in haar armen.

'James!' Zei ze opgelucht, waarna ze hem een stomende pan in de handen drukte. 'Wil je dit even op de tafel zetten - dankjewel.'

James was verbaasd, maar toch ging hij niet tegen Molly in en deed hij wat ze gezegd had.

'En, Mia,' ze glimlachte verontschuldigend, 'kan jij me misschien helpen met de soep - iemand moet er op letten dat het niet aanbrandt.'

Ik knikte. 'Natuurlijk.'

En ik had het ook bijna zonder enige moeite gedaan, totdat ik zag dat Molly Wemel niet alleen James en mij aan het werk had gezet. Roos stond bij het aanrecht - haar wangen waren rood van de warmte en ze was driftig aan het snijden in een aantal wortels. Albus zeulde met een hoop borden in het rond, Hugo droeg schaaltjes en lepels en Lily boende de eettafel met een doek.

Maar dat was niks wat mij liet aarzelen - het waren Lorcan en Lysander. Ik kon niet precies zien wat ze deden. Ze waren met bestek bezig, maar ze stonden bij het aanrecht... en de pan met soep stond ook bij het aanrecht.

Ik kon mezelf nerveus voelen worden. Ik had hen niet meer gesproken sinds de keer dat ik mijn excuses aan Lorcan had willen aanbieden. Zijn reactie had mij maar niet los gelaten... zijn ogen, fonkelend van pure angst. Nu zou ik hen wel onder ogen moeten komen. Ik had niet veel keus.

Maar toch - ik wilde hen niet de stuipen op het lijf jagen, ik wilde hen geen kwaad doen en ik wilde hun kerst niet verpesten. Ik wist gewoon niet hoe ik hen daar van zou kunnen overtuigen. Mijn bedoelingen waren nooit kwaad geweest, maar dat wisten zij niet.

Ik wist dat het waarschijnlijk hopeloos zou zijn, en toch stapte ik op de tweeling af, met het plan dat ik mijn excuses opnieuw zou proberen aan te bieden.

Lorcan draaide zich om. In zijn handen hield hij een aantal vorken, en die had hij bijna laten vallen toen hij zag dat ik naast hem stond. Hij hapte naar adem, klemde de vorken stevig in zijn handen en struikelde uit verbazing achteruit - tegen Lysander aan.

Lysander keek ook opzij. Zijn reactie was bij lange na niet gelijk aan die van zijn broer. Hij was wel lichtelijk verbaasd, maar hij leek niet bang of geschokt. 'Hallo, Mia.' Begroette hij mij - bijna triest. 'Gelukkig kerstfeest.'

Ik was even verbaasd als Lorcan - misschien zelfs wel om dezelfde reden. Lysander leek veel minder bang dan Lorcan, en ik had de slang nog wel op Lysander afgestuurd. Hij zou eigenlijk degene moeten zijn die op dit moment bang was, maar dat was hij niet.

Lysander zag mijn verbazing, zuchtte en stopte met wat hij aan het doen was. 'Het spijt ons. We hadden je nooit moeten beschuldigen van het vervloeken van die slang. Dat is onzin - dat weet ik nu ook.'

Ik wist niet goed wat ik moest zeggen. Ik was blij dat hij dit zei, maar het voelde alsof ik zijn excuus niet verdiende. Ik had hen dan wel nooit iets willen aandoen - toch deed ik nog steeds dingen die niet goed waren. Ik loog over mezelf, ik loog over mijn leven... ook tegen hen.

Ik loog tegen iedereen.

Ik forceerde een glimlach op mijn gezicht. 'Het is niet erg. Jij ook een gelukkig kerstfeest.'

[A/N]
Sorry dat de update een beetje laat kwam - school is weer begonnen en daar was ik nogal druk mee. Dat is echter niet de enige reden dat dit hoofdstuk zo lang duurde...

Voordat ik het ga uitleggen, wil ik jullie vreselijk erg bedanken voor de hoeveelheid reads dat het boek al heeft! Ik zit bijna op 10k, en om die 10k te vieren wil ik nog een verhaal op Wattpad publiceren!

Waarschijnlijk kan jullie dit niet zo veel schelen, want het wordt helaas geen Harry Potter fanfiction, maar ik dacht - ik meld het even, voor als iemand geïnteresseerd is... het genre is fantasy!

Oké, nou - bedankt voor het lezen!! ♡♡♡

O ja, over wie denken jullie dat het gesprek tussen Harry en Draco ging? ;)

Continue Reading

You'll Also Like

314K 20.5K 99
WINNAAR WATTYS2016: GESPREK VAN DE DAG Er was altijd al iets aan Mia geweest dat anders was. Zelfs nadat ze er achter komt dat ze een heks is en op Z...
129K 6.6K 101
[COMPLETED]: Joanna Mountain ging in 1942 voor het laatst naar Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocuspocus. Na een ongeluk werd ze gered door...
139K 2.9K 32
#28 in fanfictie in augustus 2017 Elektra is een echte Zwadderaar: ze is slim, vrolijk, doortrapt, getalenteerd, gemeen en ze spreekt Sisseltong. Maa...
79.3K 4.3K 37
De Marauders, oftewel de Hogwarts Pranksters, zijn James Potter, Sirius Black, Remus Lupin en Peter Pettigrew. James is (natuurlijk) in love met Lily...