The Last Slytherin

Oleh veelzeggend

314K 20.5K 11.8K

WINNAAR WATTYS2016: GESPREK VAN DE DAG Er was altijd al iets aan Mia geweest dat anders was. Zelfs nadat ze e... Lebih Banyak

1. Magic.
2. Witches & Wizards.
3. Hogwarts.
4. Slytherin.
5. Friends.
6. Secrets.
7. Messages from death.
8. Moaning Myrtle
9. Hogwarts' secrets
10. Old mistakes.
11. The cloak of insvisibility.
12. Quidditch.
13. Bewitched Broom.
14. Peeves' Revenge.
15. Ravenclaw VS Gryffindor
16. I Solemny Swear That I'm Up To No Good.
17. Hogsmeade.
18. Thestrals.
19. Murder.
20. Christmas.
21. Life of Lies.
22. Best Friends?
23. Dark Times Lie Ahead Of Us.
24. The Unforgivable Curses.
25. Potter's got the Snitch!
26. I'm Sorry.
27. Feelings.
28. Goodbye.
29. The Weasley's.
30. No Magic Outside Hogwarts.
31. Regret.
32. Back to Hogwarts.
33. The Dark Mark.
34. Herbology.
35. Watch your step!
36. The Common Room.
37. The First Training.
38. Divination.
39. Peeves.
40. Tom Riddle.
41. Parseltongue.
42. The Chamber Of Secrets.
43. Dennis Creevey.
45. Gone.
46. Revenge.
47. Happy Birthday.
48. You better start talking.
49. Teddy Lupin & Victoire Weasley.
50. Fred Weasley.
51. They're not here for us. They're here for you.
52. Crucio.
53. The face behind the mask.
54. The Last Slytherin.
55. Wake up.
56. Christmas.
57. The Enemy.
58. He doesn't want you.
59. It's not what it seems.
60. Valentine's day.
61. Boggart.
62. Detention.
63. Betrayal.
64. Family.
65. You can't trust her.
66. McGonnagal has to die.
67. Polyjuice Potion.
68. Avada Kedavra.
69. Because I love you.
70. Umbridge.
71. The Ministry Of Magic.
72. Save The Potters.
73. Godric's Hollow.
74. But I Believe You.
75. The Truth.
76. Because I'm Not Afraid.
77. The Scamanders.
78. Meeting The SVA.
79. An Unfair Game.
80. Veritaserum.
81. Leaving Hogwarts.
82. Don't Hurt Them.
83. Draco Malfoy.
84. The Malfoys.
85. Slytherin's Blood.
86. The Leaky Cauldron.
87. Horcrux.
88. Immortal.
89. Expecto Patronum.
90. The Second Battle Of Hogwarts: Part 1.
91. The Second Battle Of Hogwarts: Part 2.
92. The Second Battle Of Hogwarts: Part 3.
93. The Second Battle Of Hogwarts: Part 4.
94: The Second Battle Of Hogwarts: Part 5.
95. The Resurrection Stone.
96. The Girl Who Lied.
97. Azkaban.
19 Years Later.
Laatste A/N

44. His Mark.

3K 198 177
Oleh veelzeggend

Het was vroeg in de ochtend toen Bartels Frederiksen naar de brievenbus in zijn tuin sjokte. De wereld was nog gehuld in een schemerdonker, met alleen aan de horizon een kleine strook licht die verried dat de zon zich het komende uur niet zou laten zien. De ochtendnevel had een deken van mist over de aardbodem gelegd en de gure herfstwind sneed in Bartels' gezicht. Er hing een geur van brandhout in die wind, waarschijnlijk hadden de schoorstenen tot diep in de nacht aangestaan.

Terwijl hij de brievenbus opende, liet hij zijn blik bedenkelijk over de huizen in de straat glijden. Hij was altijd al nieuwsgierig van aard geweest, dat was ook de reden dat hij iedereen in het dorp kende - iedereen behalve dat vreemde gezin dat naast de Hixsons woonde: de Parkers. Als vanzelf zochten zijn ogen naar het donkere, grote huis, dat vreemd uit torende boven de rest van de daken. Hij had nooit met het gezin gesproken, maar hij had de verhalen van de andere buurtbewoners wel gehoord. Volgens hen was hun dochter krankzinnig - al kon hij zich dat moeilijk voorstellen. Het kind zag er nou niet bepaald als een gek uit, maar dat zou kunnen komen omdat hij haar al een hele tijd niet gezien had.

Hij zuchtte, want zijn oude geheugen was er slecht aan toe. Hij herinnerde zich gewoon weinig van het hele gezin, hij kon zich de dag niet herinneren dat ze hier waren kwamen wonen - het verleden over dit gezin was troebel en vaag in zijn geheugen geprent, als een recente droom die hij niet meer goed terug kon roepen.

Hij besloot de gedachte dus maar los te laten en de krant uit de brievenbus te graaien. Toen hij die had, draaide hij zich om naar zijn huis, verlangend naar de aangename warmte die daar waarschijnlijk rond zou hangen. Hij bibberde even van de koude buitenlucht, maar slofte toen langzaam richting zijn voordeur.

Terwijl zijn voeten moeizaam vooruit slenterden, merkte hij iets vreemds op. Het was alsof iemand een fel groene gloeilamp achter hem aan deed - een reusachtige gloeilamp. Zijn schaduw ketste opeens vreemd af tegen het gras, en toen hij zijn hoofd ophief - zag hij dat niet alleen dat het gras groener leek dan anders, haast het hele dorp leek gehuld te zijn in dit vreemde groene licht. Hij fronste, knipperde verbaasd, en kwam vervolgens tot de conclusie dat er niks mis was met zijn ogen.

Hij draaide zich om.

Hetgeen wat hij toen zag, benam hem de adem. Een gigantische groene wolkenmassa leek vanuit de grond naar boven te zijn gehaald - alsof het regelrecht uit de hel was getrokken. Het kolkte, het verspreidde zich en het dwong zichzelf in een vorm. Bartels was bang dat zijn hart het zou begeven van schrik toen die vorm duidelijk werd. Het was een reusachtig schedel, dat onheilspellend dreigend boven het huis van de Parkers zweefde. Het sperde zijn kaken open: een sliert van deze vreemde groene rook stroomde uit de mond. Het kronkelde als een slang - nee, het was een slang!

Bartels liet de krant ongemerkt uit zijn hand vallen, zo geschokt was hij. Hij staarde met grote ogen naar het schouwspel in de lucht, en had ondertussen niet door dat er verschillende schimmen door de lucht raasden. De schimmen landden rond het huis, vervormden, en namen uiteindelijk het gelaat van verschillende mannen aan.

Bartels schrok op en wierp een verbouwereerde blik naar de mannen die rondstruinden in de tuin van de Parkers. Was het een inbraak? Maar welke inbreker was er zo gestoord om dit vreemde vuurwerk af te steken? Was het überhaupt wel vuurwerk?

En toen draaide één van de mysterieuze mannen zijn hoofd om naar Bartels.

Het was een lange man, met vuurrood haar en... sproeten... misschien - Bartels kon het niet goed zien. Zijn ogen waren nooit de beste geweest, maar hij vond een bril kopen overbodig. Dit was echter niet het juiste moment om over brillen te piekeren, Bartels stapte struikelend naar achteren - de inbreker had hem gezien! Ze zouden hem vast wat aan doen!

'Dreuzel!' Schreeuwde de man, met zijn vinger wijzend naar Bartels.

Die sprong achteruit, zijn hart roffelde angstig in zijn borstkas en hij vroeg zich af waarom zijn benen het niet op een lopen zetten.

Bartels hapte ontzet naar adem toen hij zag dat de man geen vinger naar hem uit stak, maar iets in zijn hand hield. Was het een pistool? Het leek niet op een pistool... eerder op een stok.

'Paralitis!'

Er schoot een rode flits uit het voorwerp dat de man in zijn hand hield: het was een pistool geweest - en Bartels wist dat zijn ziel zo meteen bruusk uit zijn lichaam zou worden gerukt.

Dat had hij echter mis gehad. De lichtstraal raasde recht op Bartels af, het raakte hem in zijn bortkas, maar net toen hij een vreselijke pijn verwachtte van de kogel die door zijn borstkas was gegaan, verstijfde zijn hele lichaam. Hij wilde het uit gillen van schrik, maar zijn mond leek versteend te zijn. Hij tuimelde zonder dat hij er wat aan kon doen achterover en plofte in het natte gras van zijn tuin neer.

Zijn ogen staarden wijd van schrik naar de met sterren bezaaide hemel. Hij kon zijn hart voelen kloppen in zijn oren, iets dat verried dat hij duidelijk nog niet dood was. Hij luisterde goed, want hij wist dat zijn hart zo steeds langzamer zou gaan slaan - hij zou zijn ogen ogen sluiten... en de wereld zou voor hem vervagen.

Maar toen verscheen de man met het rode haar in zijn gezichtsveld. Hij grijnsde zelfvoldaan. 'Hé, Harry - ik heb hem geraakt!'

Bartels hoorde iemand hijgen van het rennen - vervolgens verscheen er een tweede man in zijn gezichtsveld. Deze had zwart haar, een vreemd rond brilletje en groene ogen die glinsterden van de adrenaline. 'O,' de man hapte naar adem. 'Oké Ron, wis zijn geheugen en breng hem naar binnen - zorg dat hij opgesloten zit of zo. En-'

'Potter!' Riep de stem van een derde man, waardoor de man met de bril vlug op keek. 'Dit moet voor zonsopgang verdwenen zijn, ja?! Anders kunnen we zo meteen het geheugen van het hele dorp gaan wissen! En daarbij, de ochtendprofeet komt me tot hier!' Bartels kon de derde man niet zien, maar wist zeker dat die een woedend gebaar maakte naar zijn kruin. 'Zorg dat zij de tijd niet krijgen om hier te arriveren, begrepen?! Dit mag de wereld absoluut niet te weten komen!'

'Ja!' De man met de bril wierp een blik op de man met het rode haar, terwijl de derde man dingen mompelde over rebellen en opstandelingen. 'Oké, Ron - nu!'

De man met het rode haar knikte vlug, richtte het voorwerp in zijn hand op Bartels - het was dus wel een stok - en mompelde zachtjes: 'Amnesia.'

Ongeveer drie uur later, kilometers van het kleine dorp vandaan, zaten de leerlingen van Zweinstein bij elkaar geschraapt in de Grote Zaal. De kou leek iedereen meer dan anders te laten verlangen naar een warm bed, want verschillende mensen konden hun ogen nauwelijks open houden. Er heerste gewoon een vreselijke sfeer, maar dat zou kunnen komen omdat ik de laatste paar dagen een hekel had gekregen aan ieder persoon dat op deze school rondliep - behalve Scorpius dan misschien... en James.

Ik zuchtte diep toen alle ogen zich meteen in mij priemden terwijl ik in de Grote Zaal verscheen. Iedereen gaapte me zoals altijd aan, maar ik negeerde het. Met een stalen blik liep ik op Scorpius af, die mij niet opmerkte tot ik naast hem neer zeeg aan de Zwadderich tafel.

'O - hallo.' Zei hij snel, bijna gejaagd. Hij grijnsde schaapachtig, griste toen zo onopvallend mogelijk de ochtendprofeet van de tafel en maakte aanstalten om het ding onder de tafel te gooien.

Ik had de neiging om mijn hoofd in mijn ontbijt te laten vallen, uit pure ellende. 'Wat staat er nu weer in?'

'Niks, niks.' Zei Scorpius met een vuurrood hoofd.

'Echt wel.' Siste ik, terwijl ik zijn arm beet greep en daar mee de ochtendprofeet uit zijn hand pakte.

'Mia, ik denk niet dat-'

Maar ik luisterde niet en liet mijn ogen over de voorpagina glijden. Mijn maag keerde zich om - meteen had ik er spijt van dat ik niet naar Scorpius had geluisterd. Er was een reuzachtige foto van mij op de voorpagina te zien: ik kneep mijn ogen steeds weer herhalend dicht tegen het felle licht dat van Dennis Krauwels camera kwam.

SISSELTONG OF SISSELFLOP?

De vijftienjarige Mia Parker heeft zaterdag ochtend bekend gemaakt dat zij inderdaad een Sisseltong is, zoals het gerucht al dagen lang de ronde gaat. Na haar gevraagd te hebben hoe dit mogelijk was, werd er erg ontwijkend gereageerd: "ik weet het niet, het gebeurde gewoon opeens." Vertelde de studente - met een hoofd dat rood werd van nervositeit. Het is algemeen bekend dat Sisseltongen afstammen van Zalazar Zwadderich, één van de oprichters van Zweinsteins Hoge School voor Hekserij en Hocus-Pocus, en aangezien Mia Parker geen volbloed heks is, maar een Dreuzeltelg, besloten we dit eens grondig te onderzoeken. We hebben medeleerlingen van deze studente ondervraagd en kwamen uiteindelijk tot de conclusie dat er inderdaad een voorval is geweest met een slang, maar was dit Sisselspraak - zoals velen beweren - of was het misschien iets anders? Een schreeuw om aandacht?

Ik klemde mijn kaken woedend op elkaar.

Getuigen hebben bekend gemaakt dat Mia Parker veel met de befaamde James Potter om gaat. Toen haar om bevestiging werd gevraagd, ontkende ze dit sterk. Ze vertelde ons dat ze James Potter nauwelijks kende - iets dat natuurlijk logisch is, aangezien een onzichtbare Dreuzeltelg als zij niet voldoet aan de eisen die een populaire jongeman stelt. Niet laat na die woorden, maakte de studente een opmerkelijke beweging richting Scorpius Malfidus. Ogen fonkelend vol liefde? Of misschien vol roem? Het bleek dat ze haar zinnen verzet had - maar ze had ze niet alleen verzet op de knappe jongeman van de Malfidussen. Albus Potter, Lysander Scamander en Lorcan Scamander zijn ook het slachtoffer geworden van deze corrupte studente. Is Mia Parker dus wel een Sisseltong? Of was het allemaal een toneelspel om de aandacht te krijgen van deze populaire figuren?

Verslaggever: Dennis Krauwel.

Ik hief mijn hoofd verbouwereerd op naar Scorpius - die mij met een gespannen blik had liggen bekijken. 'J-je gelooft dit toch zeker niet?' Stamelde ik.

'Nee!' Zei hij vlug. 'Nee, natuurlijk niet! Die Dennis Krauwel is een volslagen malloot!'

Ik was slechts lichtelijk gerustgesteld nu ik wist dat Scorpius dat niet geloofde. Ik voelde mezelf benauwd worden van onmacht - ik kon hier van alles over beweren, maar ik wist dat slechts weinig mensen me zouden geloven. Misschien wel helemaal niemand, als je Scorpius niet zou mee rekenen.

'Hoe weet jij eigenlijk dat Dennis Krauwel een malloot is?' Vroeg ik, vooral om mijn hoofd van het krantenartikel af te zetten - en dus niet om het antwoord dat hij me zou geven.

'O, nou-' begon Scorpius. '-nadat jij zaterdag de Drie Bezemstelen uit was gelopen, kwam die Dennis Krauwel naar mij toe...' er verscheen een grijns om zijn lippen, 'hij vroeg me of ik hem meer kon vertellen over jou... maar toen ik dus merkte dat jij niet meer in de Drie Bezemstelen was, en dat hoogst waarschijnlijk door hem kwam - heb ik per ongeluk Boterbier over hem heen gemorst.'

Ik staarde Scorpius voor een seconde ongelovig aan. 'Wat? - heb je - heb je dat echt gedaan?'

Hij knikte trots.

'En hij werd niet boos?'

'Jawel,' zei Scorpius, 'maar aangezien hij bang is dat mijn vader zijn carrière ruïneert, liet hij het niet merken.'

Ik trok mijn wenkbrauwen op, knipperde en kon het uiteindelijk niet meer verbergen - ik lachte. 'Ongelofelijk.' Mompelde ik. 'Ik weet dat het vreemd is - maar bedankt dat je dat hebt gedaan.'

Scorpius grijnsde zelfvoldaan. 'Geen probleem.'

Het feit dat Scorpius zichzelf lelijk in de nesten had kunnen werken - alleen voor mij - gaf me vreemd genoeg een geruststellend gevoel. Ik begreep echter niet goed waarom hij het had gedaan. Hij was een goede vriend, maar toch klopte er iets niet - al betekende dat niet meteen dat ik het niet leuk vond.

'Ik zie dat je je erg schuldig voelt over wat je hebt gedaan.' Sneerde een stem - een stem die bij mij meteen een irritatie los wrikte.

Ik keek op.

Katherine Kwak stond met een zuur gezicht op Scorpius en mij neer te kijken. Ze had haar armen over elkaar geslagen - en in haar hand, natuurlijk, lag de ochtendprofeet.

'Ik wist wel dat er iets niet klopte aan jou en James.' Ze kneep haar ogen vijandig samen. 'Je zou je moeten schamen.'

'Dat zou ik inderdaad moeten,' Siste ik, 'als het waar was geweest.'

Katherine snoof. 'O, kom op. De wereld weet van je leugen.'

Deze keer was het niet mijn hoofd dat ik in mijn ontbijt had willen laten vallen - het was haar hoofd. Ik wist echter dat boos worden niks goeds zou mee brengen, alle professoren en leerlingen hielden me namelijk strak in het oog, daarom stond ik op van de Zwadderich tafel.

'Ze weten alleen niet van de juiste leugen.' Zei ik tegen Katherine, waarna ik langs haar heen glipte en vervolgens de Grote Zaal uit liep.

De eerste les was Waarzeggerij - iets waar ik de laatste paar dagen een bloedhekel aan had gekregen - daarom besloot ik alvast naar de Noordertoren te lopen.

Ik was blijkbaar niet de enige die dat idee had, want toen ik halverwege mijn klim was op de wenteltrap van de Noordertoren, hoorde ik dat er iemand in de buurt was.

Ik stopte abrupt met lopen en spitste mijn oren.

Het klonk alsof iemand... aan het huilen was. De snikkende geluiden waren erg zacht, maar het was haast onmisbaar. Ze kwamen van een meisje, dat was duidelijk. Ik aarzelde echter of ik verder moest lopen. Het laatste waar een huilend iemand behoefte aan had was zich doodschrikken omdat dat vreemde meisje dat met slangen kon praten opeens voor haar neus stond.

En toch klonk er iets in die snikken bekend. Ik kon het niet plaatsen, maar er welde een gevoel van medelijden in me op voor dit persoon. Ik aarzelde nog een kort moment, nam toen een teug lucht en besloot zo zacht mogelijk verder naar boven te sluipen.

Het zachte gesnik was afkomstig geweest van iemand die zich had laten neer zakken in een nis aan de muur. Mijn hart sloeg een slag over toen me bekend werd wie dat was, zowel vanuit schrik als verbazing.

'Roos?' Piepte ik, me afvragend waarom ze hier eigenlijk was. Ze had geen Waarzeggerij.

De huilgeluiden stopten abrupt. Heel even liet ze haar gezicht nog in haar handen rusten, maar toen, aarzelend en hakkelend, hief ze haar hoofd naar mij op.

Haar ogen waren rood en dik van het huilen. Ze staarde me geschrokken aan, schudde toen haar hoofd, veerde vlug overeind en greep haar tas in diezelfde beweging nog beet.

Ze was bang voor me.

'Sorry.' Mompelde ik vlug, terwijl ik mijn ogen beschaamd neer sloeg en langs haar heen verder naar boven wilde lopen.

'Nee - wacht.' Hield Roos me tegen.

Ik draaide me weer om.

'Het spijt me.' Ze snikte. 'Ik wilde niet - ik wilde je niet - het ligt niet aan jou, ik wilde alleen-' haar snikken werd heftiger en de tranen rolden in dikke druppels van haar wangen. 'Het ligt niet aan jou, ik wilde gewoon niet dat je me zo zou zien.'

Ik knikte stijfjes. 'H-het is niet erg.'

'Jawel.' Ze veegde in haar betraande ogen. 'Ik ben echt een vreselijke vriendin, ik heb je de hele week laten vallen
Ik geloofde ook gewoon dat je een Sisseltong was, zonder ook maar te overwegen om je te vragen of je het echt was.'

'Nou ik ben er ook één - maar dat doet er nu niet toe.' Zei ik vlug, toen Roos haar ogen open sperde van verbazing. 'Waarom huil je?'

Ze slikte en maakte een flauw gebaar. 'Je hebt vast al wel genoeg aan je hoofd.'

'Ja.' Zei ik. 'Bijvoorbeeld de vraag waarom mijn beste vriendin aan het huilen is.'

Ze glimlachte zwakjes om het feit dat ik haar mijn beste vriendin had genoemd, maar werd toen snel weer serieus. 'Nee, het is...' ze staarde afwezig voor zich uit, 'ik kreeg vanmorgen een brief van mijn vader.' Haar ogen begonnen weer waterig te worden. 'Hij is Schouwer, weet je.' Opnieuw rolde er een traan over haar wang. 'En vannacht werd hij opgeroepen... omdat er iets aan de hand was in-'

Haar adem stokte abrupt. 'Mia...' begon ze toen, met ogen die wijd open stonden van schrik. 'Waar woon jij ook al weer?'

Mijn wenkbrauwen kropen omhoog. 'Wat heeft dat er mee te maken?'

Roos trok haar mond open, maar perste haar lippen vlug weer op elkaar. Ze bracht haar trillende handen naar haar gezicht - haar waterige ogen staarden vol ongeloof naar iets achter mij. Of beter gezegd: iemand.

'Juffrouw Parker.'

Ik draaide me om.

Het was Anderling, iets wat ik al had verwacht aangezien ik haar stem had herkend. Hetgeen wat me echter wel zorgen baarde was haar gezicht, dat niet meer zo stond als het de laatste week had gestaan: streng en strak - het stond nu vol met zorgen. Zorgen om mij.

Ze schraapte haar keel. 'Ik moet u vragen om naar mijn kantoor te komen. Het is dringend.'

Roos slaakte een luide jammerkreet.

Er was iets goed mis - te horen aan haar zenuwachtig trillende stem en haar houding, die liet zien dat er een grote paniek door haar hoofd heen ging.

Ik knikte. 'N-natuurlijk, professor.'

Het voelde niet goed om Roos achter te laten, maar ik had niet echt een andere keus, daarom volgde ik Anderling de wenteltrap af.

Eenmaal in haar kantoor beveelde ze me om op één van de stoelen te gaan zitten voor haar bureau. Ze liep gehaast rond, bereikte daar uiteindelijk niets mee en staarde me met een strak gezicht aan.

'Lust je thee?'

Ik was verbaasd over die vraag. Anderling was af en toe best aardig, maar ze was streng en afstandelijk - een leerling thee aanbieden betekende dus weinig goeds.

Ik knikte.

Ze draaide zich om, liep richting een deur die waarschijnlijk zou leiden naar haar slaapkamer of iets dergelijks en verdween daar vervolgens achter.

Ik voelde me erg vreemd. Ik wist niet wat ik van dit gesprek moest verwachten, het was gewoon alsof het onderwerp me als een roofdier zat aan te staren - ik voelde zijn ogen in mijn rug prikken, ik voelde de dreiging van het naderend gevaar, maar ik wist niet in hoeverre dat gevaar mij zou kunnen schaden.

'Minerva wil liever dat ik zwijg, maar...'

Ik keek verstoord op naar de schilderijen achter Anderlings bureau. De meesten van de voormalige schoolhoofden sliepen, maar er was er één die zijn ogen vanachter zijn zilveren bril in de mijne priemde.

Albus Perkamentus.

'De pijn tijdelijk wegnemen zal het des te erger maken als hij later terug komt.' Sprak hij ernstig.

Ik glimlachte zwak. 'Waarom heb ik het gevoel dat u dat niet alleen zegt vanwege hetgeen dat Anderling me wil vertellen?'

Zijn ogen waren dan wel van olieverf gemaakt, ik kon ze toch vanaf hier zien twinkelen. Het schilderij glimlachte mistroostig. 'Jij bent niet de enige die wel eens een praatje met James Potter maakt.'

Mijn glimlach vervaagde langzaam. Voor een tijd lang luisterde ik zonder iets te denken naar het rustgevende geluid van de regen die tegen de ramen aantikte, maar ik werd als vanzelf meegevoerd met mijn gedachtenstromen. Ik dacht na over de woorden van Perkamentus - ze golden niet alleen voor dit moment. Maandenlang had ik de vreemde gevoelens die James me gaf genegeerd. Ik had ze wel opgemerkt, maar ik had er nooit iets mee gedaan. En toen, als de zon die elke ochtend op komt, totaal verwacht en toch elke keer zo schitterend, was zijn kus gekomen. Het had mijn hoofd op de kop gezet, het had mijn hart lelijke wonden gegeven en het had mijn gevoel in een kooi opgesloten.

En ook nu negeerde ik het vreselijke gemis van zijn nabijheid.

Alles aan me weigerde om recht langs hem heen te lopen in de hallen, elk gevoel hoopte dat mijn ogen de zijne zouden vinden in de Grote zaal, en elke gedachte werd door hem ingenomen als ik de slaap probeerde te vatten. En toch deed ik daar niks aan. Ik bleef mezelf afzonderen van hem. En hij bleef zichzelf afzonderen van mij.

Anderling kwam het kantoor binnen lopen.

Het was alsof de spanning zelf met zich mee had genomen, want met dat ze binnen kwam, leek er een bedrukte sfeer in de lucht te hangen. Haar handen trilden lichtjes terwijl ze een kop thee voor mij op haar bureau neer zette. Vervolgens bleef ze een seconde lang doelloos staan, en ging toen op de stoel achter haar bureau zitten.

Ik staarde haar afwachtend aan.

'Ik kan denk ik maar net zo goed meteen beginnen met het hele verhaal.' Begon ze opgelaten.

'Nee.' Onderbrak ik haar, voor ze haar mond had kunnen open trekken. 'Geen verhaal, professor. De waarheid. En niks anders.'

Ze leek niet verbaasd te zijn over die woorden. Met ogen die duidelijk evenmin wisten welk besluit ze moesten nemen, liet ze haar blik door het kantoor gaan. Ze slikte, richtte haar ogen toen staalhard in mijn gezicht en opende haar mond.

Ik wilde verdwijnen. Ik wilde oplossen in het niets. Ik wilde door de grond heen zakken. Zo lang ik haar woorden maar niet hoefde te horen. En toch zat ik daar, als verloren in de stoel, terwijl de harde wereld recht op mij in beukte met die ene zin.

'Je ouders zijn overleden.'

[A/N]
Ik heb de cover veranderd, zoals jullie misschien wel gezien hebben :)

Bedankt voor het lezen!! ♡♡♡

Lanjutkan Membaca

Kamu Akan Menyukai Ini

71.1K 3K 35
Aurora Seyfried, haar leven op Ilvermorny is afgelopen door een incident, en ze wordt in haar vijfde jaar overgeplaatst naar Hogwarts, en aangezien z...
187K 5.6K 28
"Simpel, je bent de verkeerde jongens tegengekomen, Sofie." "W, wat bedoel je?" stotter ik. Door angst omvangen sta ik nogsteeds op dezelfde plek, b...
4.1K 207 18
Stel, je wordt door je vrienden opgegeven voor een televisie programma, terwijl je zelf daar de sociale vaardigheden niet voor hebt. Dit gebeurde bij...
31.5K 1.9K 48
Una secuela de My Living Nightmare. La nada negra que ahora envolvía mi alma era lo único que parecía mantenerme en marcha. El pensamiento de él impr...