De Ogen van de Ziener (betave...

By johngerritse

59.6K 2.1K 602

Vrachtpiloot en handelaar Jayden Aktar botst tijdens een bezoek aan een van zijn favoriete ruimtestations teg... More

Proloog - De oude non
Hoofdstuk 1 - Bar gefluister
Hoofdstuk 2 - Handel
Hoofdstuk 3 - De opdracht van de Adder
Hoofdstuk 4 - Alarm
Hoofdstuk 5 - Verstoppertje
Hoofdstuk 6 - Jayden's schip
Hoofdstuk 7 - Wachten op een opening
Hoofdstuk 8 - Waaghalzerij
Hoofdstuk 9 - Gedonder bij de verkeersleiding
Hoofdstuk 10 - Achtervolging
Hoofdstuk 11 - De smaak van koffie
Hoofdstuk 12 - Achtervolging
Hoofdstuk 13 - Muizenval
Hoofdstuk 14 - Van de regen...
Hoofdstuk 15 - Slangenbeet
Hoofdstuk 16 - Schaduwroute
Hoofdstuk 17 - Nevenspraak
Hoofdstuk 18 - Consult
Hoofdstuk 19 - Kopietje
Hoofdstuk 20 - Op weg naar de berenklem
Hoofdstuk 21 - Morgenstond
Hoofdstuk 22 - Verloving
Hoofdstuk 23 - Ondervraging
Hoofdstuk 24 - Bruid op hoge hakken
Hoofdstuk 25 - De halve waarheid
Hoofdstuk 26 - Huwelijksceremonie
Hoofdstuk 27 - Vuurgevecht
Hoofdstuk 28 - De ogen van de ziener
Hoofdstuk 29 - Losse eindjes
Epiloog
Alle titels van deze schrijver

Hoofdstuk 30 - De Vrouwe van de Sterren

952 52 2
By johngerritse

Het ruimteschip ‘De Vrouwe van de Sterren’ werd vakkundig door haar piloot in de hangar geparkeerd. Toen het eenmaal stil stond, werden de motoren uitgeschakeld en maakte haar bemanning zich op om het schip te verlaten. De loopplank klapte langzaam naar beneden en hij had de vloer van de hangar nog niet beroerd of een man en een vrouw liepen hand in hand naar buiten. Beiden hadden een tas over hun schouder.

‘Ik vond het erg gezellig in de Plejaden, maar ik ben ook wel weer blij dat we eindelijk weer op pad kunnen om de rest van de Melkweg te zien,’ zei Emma tegen Jayden.

‘Ik weet het, schat,’ bevestigde hij. ‘Maar het kostte nu eenmaal wat tijd om deze schoonheid voldoende om te bouwen om als snel vrachtschip met woonruimte te dienen. En de nodige verbeteringen aan te brengen natuurlijk.’

‘Natuurlijk,’ grinnikte ze. ‘Zoals een nieuw signatuur en een officiële registratie om zijn echte herkomst te verhullen.’

‘Hé, makkie. Dat zei ik toch,’ riep Thijs vanaf de loopplank. Hij had even na hen het schip ook verlaten. ‘En nu heb jij meteen de kans om je eigen nieuwe identiteit uit te proberen.’

‘Ik hoop dat jij je werk goed hebt gedaan, Thijs. Ik heb geen zin om Babette nu al uit haar holster te moeten trekken,’ antwoordde ze en klopte liefelijk op het pulswapen dat aan haar heup bungelde.

‘Het is inderdaad niet te hopen dat je straks op een paar beveiligingsbeambten moet schieten,’ knikte de neef van Jayden.

‘Wie zegt dat ik op beveiligingsbeambten moet schieten? Als ze mijn ID kaart niet accepteren schiet ik jouw ballen eraf.’

‘Je maakt een grapje, toch?’ wilde Thijs weten, maar Emma keek hem enkel kort aan en negeerde hem toen.

Thijs trok wit weg om zijn neus. ‘Jayden? Ze maakt een grapje toch? Toch?’ riep hij het tweetal vertwijfeld na. Toen rende hij hen achterna.

‘Laat je toch niet zo opjutten, Thijs,’ glimlachte Jayden. ‘Ze plaagt je maar... hoop ik voor je.’

‘Jullie zijn echt niet leuk,’ mopperde hij. ‘Nog even en ik krijg er spijt van dat ik met jullie mee ben gegaan.’

‘Nog even en dan krijgen we spijt dat we je meegenomen hebben,’ kaatste Emma terug.

‘Vast niet. Jullie weten hoe goed ik met computers ben,’ pochte hij. ‘Het systeem dat mij buiten houdt moet nog uitgevonden worden!’

‘Dat is goed om te weten,’ zei een stem die van pal achter hem kwam.

Alle drie draaiden ze zich met een ruk om, Emma met haar hand al op Babette.

‘Identificatie alsjeblieft,’ vroeg inspecteur Stuyvesant en hield zijn hand op.

Met een zucht pakte Thijs zijn ID uit zijn zak en overhandigde deze aan de inspecteur. Hij wist wel beter dan een verzoek van een OCRA inspecteur te negeren.

De officier bekeek het uitvoerig. ‘Eerste keer buiten de Plejaden, meneer Stensen?’ vroeg hij op strenge toon.

‘Ja,’ bekende Thijs schoorvoetend. ‘Dat was maar een grapje, van die computers en zo.’

‘Oh?’ zei de inspecteur en trok een wenkbrauw op. ‘Dus jij was niet degene die vorige week in de registratiedatabase van OCRA heeft ingebroken om dat gevaarte dat jullie net in hangar 47 geparkeerd hebben in te voeren?’

‘Nou, ja, ach...’ morrelde hij en schuifelde een beetje met zijn voeten.

De inspecteur hield zijn hand op en keek Emma aan. Met een luide zucht en een geïrriteerde blik overhandigde ze haar ID. Stuyvesant bekeek ook deze met de nodige interesse.

‘Juffrouw Emma Cauldron,’ knikte hij en keek bij alsof hij erg onder de indruk was. ‘Niet te zien dat deze ID zo vals is als het maar zijn kan. Mijn complimenten voor degene die het gemaakt heeft.’

Hij gaf beide ID kaarten terug aan hun rechtmatige eigenaren.

‘Wil je die van mij ook nog zien?’ mopperde Jayden.

‘Nog steeds een grote mond hoor ik, meneer Aktar?’

‘Wat wil je, Stuyvesant? Als je ons had willen arresteren, dan had je dat allang gedaan,’ leek Jayden met absolute zekerheid te weten.

‘Ik neem aan dat jullie het nieuws wel een beetje hebben kunnen volgen in dat afgezonderde stukje ruimte waar jullie de afgelopen twee maanden hebben rondgehangen?’ vroeg hij.

‘Ja, dankzij jou zijn we mooi af van het Broederschap van Ragnarok. En we hebben blauw van het lachen onder tafel gelegen toen we lazen dat de monseigneur van de Weermacht die verantwoordelijk was voor dat gedoe op Auracor gearresteerd was. We hadden al zo’n vermoeden dat jij daar achter zat,’ gaf Emma toe.

‘En vergeet niet dat jullie dankzij mij dat schip onder je kont hebben in plaats van dat je druk in de weer bent met allerlei juridische ellende,’ voegde hij aan het rijtje toe. ‘Je hebt zeker niet alle wapensystemen van dat schip gestript, of wel?’

Jayden grijnsde breed. ‘Aangezien we vermoeden dat het Huis het nog niet zo makkelijk opgeeft en er in de toekomst mogelijk nog meer mensen ongewenste interesse in mijn vriendin krijgen, heb ik een deel mooi laten zitten. Maar ik beloof je plechtig dat ik ze enkel uit zelfverdediging zal gebruiken. Blijft nog steeds de vraag; wat wil je?’

Stuyvesant glimlachte terug. ‘Ik heb door jullie snelle vertrek uit de burcht van het Broederschap nooit de kans gekregen om even persoonlijk kennis met juffrouw... Cauldron te maken. Ik zou haar graag even onder vier ogen willen spreken.’

Thijs en Jayden keken Emma aan. Ze haalde haar schouders op.

‘Ik zie er geen kwaad in,’ antwoordde ze. ‘Brengen jullie onze bagage vast naar de kamer? Ik zie jullie zo wel in de bar.’

‘Zeker weten?’ wilde Jayden weten.

‘Zeker weten,’ bevestigde ze stellig.

Jayden pakte haar tas over en liep met Thijs verder de gang in, in de richting van de liften. Hij keek nog enkele keren om, maar Emma suste zijn tegenzin met bemoedigende knikjes. Toen beide heren uit het zicht verdwenen waren, vouwde ze haar armen in elkaar en keek de inspecteur strak aan.

‘Ga je gang. Waar wilde je het over hebben?’ vroeg ze.

Stuyvesant begon te lachen. ‘Je komt meteen ter zake, dat mag ik wel. Loop even een stukje mee, wil je?’

Emma ging op zijn uitnodiging in en liep met hem mee.

‘Het geval wil zo zijn, dat we tijdens onze arrestaties in de burcht nog op een Eluviaans arts zijn gestuit. Dat heeft mij in een moeilijk parket gebracht, juffrouw Cauldron.’

‘Oh?’ zei Emma met alle onschuld die ze tevoorschijn kon toveren. ‘Hoe dat zo?’

‘Nou, de medicus staat bekend om zijn werk in het vervaardigen van klonen en hoewel hij stellig ontkende dat hij dergelijke praktijken buiten zijn thuisplaneet ten uitvoer heeft gebracht, was het wel bijzonder vreemd dat hij in de burcht van het Broederschap aanwezig was.’

‘Nou, ontzettend,’ bevestigde Emma sarcastisch. Ze had al een donkerbruin vermoeden waar dit gesprek heen ging. Onwillekeurig schoof haar hand een paar centimeter in de richting van Babette. Ze vertrouwde op haar alarm en hoopte dat het haar ook deze keer weer zou waarschuwen als ze in gevaar verkeerde.

‘Nu hebben we daar geen enkel bewijs voor kunnen vinden, dus hebben we deze man moeten laten gaan. Dat begrijp je wel, toch?’

Emma knikte enkel.

‘Het probleem is, dat als deze man toch een kloon heeft vervaardigd, hij nu hij op vrije voeten is ervoor zou kunnen kiezen om zichzelf van deze kloon te ontdoen,’ legde Stuyvesant uit. ‘Zeker als het de kloon betreft van een niet nader te noemen non die een zeer onplezierige dood is gestorven om in opdracht van het Broederschap opnieuw tot leven gewekt te worden.’

Emma slikte hoorbaar. ‘U denkt dat hij die kloon... als die kloon werkelijk zou bestaan... zou willen proberen te vermoorden?’

‘Hij moet van het bewijs af. En in deze zaak, mits die kloon echt bestaat, loopt het bewijs van zijn werk ergens in het Melkwegstelsel rond. En het is voor hem het risico wel waard. Want als het hem lukt om het te doen zonder gepakt te worden, is hij van het bewijs af,’ verduidelijkte de inspecteur.

‘En als hij wel gepakt wordt...’ begon Emma.

‘... dan heeft hij enkel een kloon vermoord. Dat is niet strafbaar. Volgens de wet dienen klonen immers onmiddellijk vernietigd te worden.’

‘Maar gelukkig is er geen kloon en was dit slechts een hypothetische situatie, toch?’ vroeg Emma vol onschuld.

‘Uiteraard,’ glimlachte Stuyvesant vriendelijk. ‘Een hypothetische situatie waarvan ik zeker weet dat deze arts deze niet zo hypothetisch vond, maar nogal knullig en opvallend te werk ging. Hij was schijnbaar beter in zijn eigen vakgebied dan discreet navraag te doen bij deze of gene. Het toeval wil dat de desbetreffende arts een week of wat geleden door een vreemd ongeval in een luchtsluis terecht is gekomen en de ruimte in is gezogen.’

‘Oh?’ zei Emma, nu oprecht verbaasd.

‘Ik dacht dat u dat wilde weten,’ gaf Stuyvesant toe. ‘Uiteraard had OCRA hier niets mee te maken, maar het is mij opgevallen dat zij die het op u voorzien hebben wel vaker op mysterieuze wijze het loodje leggen. Maar goed, ik zal u verder niet ophouden, juffrouw Cauldron,’ zei hij vervolgens met een vriendelijke lach. ‘Blijf uit de problemen en kijk af en toe over uw schouder. Ik heb het donkerbruine vermoeden dat er een engeltje op uw schouder zit, maar ik zou maar goed opletten of dat engeltje niet stiekem toch een duiveltje in vermomming is.’

‘Ja... euhm... dank u wel, inspecteur Stuyvesant,’ antwoordde Emma. Ze wist even niet goed wat ze met deze informatie moest.

‘Tot ziens, juffrouw Cauldron,’ glimlachte hij vriendelijk en liep weg.

Verbouwereerd keek Emma hem na. Toen hij drie passen van haar verwijderd was, draaide hij zich echter plotsklaps om.

‘Oh, nog één ding, juffrouw Cauldron,’ riep hij. ‘Let een beetje op als het in de toekomst nodig is om u door een arts te laten onderzoeken? Je weet maar nooit wat ze over u ontdekken.’

Zonder iets te zeggen liep de inspecteur toen van haar weg en verdween om de hoek van de gang.

Stik, dacht Emma. Wat moet ik nu weer met deze informatie?

Toen liep ze in tegengestelde richting om Jayden en Thijs op te zoeken.

Continue Reading

You'll Also Like

10 1 1
The Bolt
9 0 1
yey
27 2 1
In het land Occularia moeten kinderen van 17 jaar vechten om te overleven. Slechts enkele zijn het waard om te blijven leven en zullen dus schatrijk...
The Maze By The Shadow

Science Fiction

18 3 1
Je passeert geen twee keer dezelfde plaats, ontmoet geen twee keer dezelfde persoon. Dat zijn de regels van The Maze. Er is geen manier om ze te brek...