De hel breekt los

209 6 0
                                    

Ik zie in Dave zijn ogen dat het niet goed is. Achter Dave staat een man, een man met een pistool gericht op de rug van Dave. Dan zie ik zijn ogen 2 prachtige ijsblauwe ogen, de ogen van een meedogenloos figuur.  Hij heeft ons gevonden,  ik denk alleen hoe. Hoe kan hij ons ooit hebben gevonden.  Er loopt een rilling over mijn rug heen als ik zie dat het pistool van de rug van Dave naar mijn hoofd ga. Ik verstijf,  ondanks mijn training weet ik niet meer wat ik moet doen. De man loopt achter Dave aan naar binnen, sluit de deur achter zich en zegt: "Dag schoonheid,  daar waren wel weer. Nu hebben  we alleen pret voor drie."

Sommige mensen zeggen dat je leven aan je voorbij schiet als je de dood in zijn ogen kijkt, in mijn geval niet. Ik kan alleen maar staan, dom voor me uit staren naar de ogen die ik verafschuw. Na mijn moment van verstijving, wat voor mijn gevoel uren duurt maar in feite slechts een fractie van een seconde is, herinner ik me mijn training. Een stem achter in mijn hoofd zegt zachtjes dat er tijdens de training niks is gezegd over bedreiging met behulp van een vuurwapen maar ik duw die gedachte weg. Door doemdenken is nog nooit iemand verder gekomen.  Ik denk diep na, persoon tegenover je... drijgend... pistool... nee,  niet aan denken,  gewoon doen.  Zonder dat ik het door heb buk ik en ren naar voren, ik ram de man met mijn schouder vol in zijn buik. Hij klapt dubbel van de pijn of de schrik, ik heb geen idee maar ik ben blij dat het werkt. Ondertussen is Dave ook in actief gekomen,  hij heeft de arm van de man vast en probeert in alle macht het pistool uit zijn handen te trekken. Ik hoor een kreet uit de keel van de man komen, hij heeft zijn pistool los gelaten maar is ontkomen uit greep van Dave. Ruw trekt hij me tegen zich aan, dit ken ik wel,  van training en ik draai me om zodat ik hem kan aankijken. "Oké,  handen op de schouders en armen zover strekken dat je je ellebogen niet meer kan buigen als je er kracht op uitoefent." zegt de stem achterin mijn hoofd. Ik kan dit, ik kan dit denk ik. Dave is indertijd omhoog gekrabbeld van de grond en trekt me los uit de greep van de man en duwt me naar achteren. "Bel de politie!" roept Dave en dat hoeft hij geen 2 keer te zeggen. Ik ren naar de keuken en gris de telefoon uit de houder. Ik bel 112 en krijg na een hele lange 15 seconden gehoor. "Meldcentrale 112, wat is uw noodgeval?" hoor ik een man zeggen. "Ik heb de politie nodig op de Antoniostraat 216 het is een noodgeval, iemand wil mij en mijn vriend ontvoeren. Ik ben Emma en mijn vriend is Dave alstublief kom snel!" Ik heb nog nooit zo snel gepraat terwijl iemand het snapt. "We sturen nu 2 teams op jullie af, wat er ook gebeurt. Probeer zoveel mogelijk tijd te rekken. We komen eraan." Daarmee houdt het gesprek op. Abrupt. Alsof hij zelf de auto inspringt. Maar ik denk er niet langer over na en ren terug naar de gang. Dave staat nog steeds te worstelen met met de man. Ik ren naar hem toe en zeg dat de politie onderweg is. Dave roept dat ik naar buiten moemt gaan en niet in de buurt moet komen. Ik ren naar buiten en wacht op de politie. Ik hoor mezelf nog denken dat we hem eindelijk kunnen pakken en kunnen opsluiten als de politie de straat binnen komt racen. "Ze zijn binnen! Snel!" Ik wijs de open deur aan en ze rennen naar binnen. Een minuut later kwamen ze terug, zonder arrestant of Dave.

"Vind je dit een leuke grap ofzo? De politie bellen over een ontvoering die niet plaatsvind. We moeten je hiervoor meenemen naar het bureau." Ik sta met mijn mond vol tanden. Langzaam loop ik met de politieagent mee naar de auto, zonder dat ik wil maar ik ben te erg geshockeerd door het bericht. Met zwaaiende sirenes rijden we naar het politiebureau waarna ik gelijk wordt meegenomen door een agent. Hij neemt mij mee naar een kamer waar ik alleen wordt gelaten wat voor mij een eeuwigheid lijkt te duren. Na ongeveer een half uur komt een agente de kamer inlopen. Ze gaat rustig zitten en bekijkt me eens goed. "Van alle mensen die de politie onnodigzouden bellen ben jij wel de laatste van wie ik het verwachtte" zegt ze op rustige toon. Ik kijk haar verbaast aan waarna ze verder praat: "Je herkent me misschien niet maar ik heb intensief meegeholpen aan de zoektocht naar jou, Dave heeft ons toen enorm geholpen. Ik kan daarom ook niet geloven dat jij zoiets zou uithalen. Mijn collega's denken dat je een hele slechte grap wilt uithalen en je voor een nachtje in de cel stoppen, maar ik wil eerst graag horen waarom je hebt gebeld." Ze blijft rustig zitten terwijl ik begin te vertellen wat er allemaal is gebeurt.

Stilte... absolute stilte... een mens wil zoiets het liefst niet horen maar in dit geval is het goed, het betekent dat ze me geloofd en dat ze aan het denken is. "Oké,  ik moet zeggen dat dit verhaal niet verzonnen kan zijn, zelfs met de dingen die jij hebt meegemaakt. Ik ga hier nu werk van maken.  Als eerste moet ik weten of Dave zijn mobiel bij zich hadden toen je hem voor het laatst zag." Ik hoef hier niet lang over na te denken, ik heb de  half uur met hem gebeld dus hij heeft hem nog wel bij zich. Ik geef haar het nummer van Dave en kan niet voorkomen dat ik denk, de rollen zijn nu omgedraaid.  Nu ben ik op zoek en is hij opgesloten.

OpgeslotenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu