-3-

342 17 3
                                    

Klaarwakker lig ik in de kamer naast je. Het is midden in de nacht en ik wil je echt wakker maken en je mijn geheim vertellen. Dat jij de enige bent die ik wil, maar ik wil dit niet verpesten. Onze vriendschap. Ik wil niet teveel zeggen. Het wordt altijd te echt als ik ze vertel hoe ik me echt voel. Ik werd verliefd op mijn beste vriend. Uit alle mannen op de wereld werd ik verliefd op mijn beste vriend. Mijn maatje. Ik probeer het voor mezelf te houden, maar je maakt het me zo moeilijk. Het is moeilijk om te doen alsof. Je aanrakingen zijn bijna elektrisch. Ik ben nog nooit zo geobsedeerd geweest met iemand. Ik krijg het zelfs warm als je mijn naam zegt, maar dat laat ik natuurlijk niet zien. Ik wist eigenlijk meteen al dat ik je leuk vond, ook al deed ik het overkomen alsof ik je niet mocht. Om eerlijk te zijn, je bracht me van mijn stuk. Niemand kon met mijn koppigheid omgaan, maar jij bent niet eens half zo koppig als ik. Jij trekt je eigen plan en je hebt schijt aan wat mensen van je vinden. Toen ik je voor het eerst zag leek je zo beheerst en charismatisch, je hoefde er niet eens je best voor te doen. Je lach, de manier waarop je altijd flirt als je iets zegt. Onbewust, zeg je dan, maar volgens mij ben je je er hartstikke bewust van dat je vrouwen zonder moeite om je vinger windt. De manier waarop je er zo goed uitziet in een oud t-shirt als je 's nachts weer eens in de keuken bent, omdat je niet in slaap kunt vallen. De manier waarop jij zo anders bent dan ik, maar ik denk dat dat precies is waarom we zo'n goede match zijn. 

We flirten de hele tijd en glimlachen vaak naar en lachen vaak met elkaar. Vaker dan dat in 'normale vriendschappen' hoort, maar ik denk dat onze vriendschap dat station allang gepasseerd is. Maar hoe moet ik weten of dit echt is? Of jij hetzelfde voelt als ik? Ik kan mijn gevoelens soms bijna niet meer beheersen. Het is zo moeilijk om bij je in de buurt te zijn en niet alle dingen te zeggen waarvan ik wil dat je ze hoort en waarvan ik wil dat je ze weet. Ik doe mijn best om nonchalant te doen, maar het enige dat ik kan doen is verdrinken in je prachtige blauwe ogen.

Ik kijk op de wekker en zie dat het half 3 's nachts is. Ik heb nog geen oog dicht gedaan. Mijn gedachten schieten alle kanten uit en het voelt alsof ik voorlopig de slaap ook niet zal kunnen vatten. Ik sla mijn dekbed van me af en stap uit bed. Een koude rilling loopt over mijn rug. Het is koud, maar ik heb geen zin om me warm aan te kleden. Ik pak snel mijn badjas die ik gisteren over mijn stoel had gegooid en trek deze aan. Zachtjes open ik de deur en sluip zo stil mogelijk richting de trap. Bij Wolfs' slaapkamerdeur sta ik even stil. Wat nou als ik de stoute schoenen aan zou trekken en bij hem zou gaan liggen? Ik schud de gedachte snel van me af. Het kán en het mág niet. Ik vervolg stilletjes mijn weg naar de keuken. 

Eenmaal in de donkere keuken aangekomen, voelen mijn voeten aan als ijsklompjes. Ik loop snel naar de koelkast en pak een flesje water. Ondanks dat ik het ontzettend koud heb doet het koele water me goed. Het laat me weer helder nadenken. Ik schrik op als plots het licht aan gaat.

'Eef?' zegt een slaperig uitziende Wolfs. 

Ik grinnik. 'Wie zou het anders moeten zijn?' 

Een schaapachtig lachje ontsnapt uit zijn mond. 'Geen idee'. Hij komt dichterbij terwijl hij slaperig in zijn ogen wrijft. 'Kun je niet slapen?' vraagt hij lief.

'Niet echt' mompel ik.

'Niet echt of echt niet?' vraagt hij terwijl hij zelf ook een flesje water pakt. Vroeger had hij een biertje gepakt, maar de laatste tijd lijkt hij steeds minder te drinken. Iets waar ik stiekem erg blij mee ben.

'Echt niet, eigenlijk' antwoord ik eerlijk. Ik kijk Wolfs aan en neem hem in me op. Hij draagt een wit t-shirt en een zwarte boxershort. Heel simpel, niet per se woest aantrekkelijk en toch doet het iets met me. Deze man doet iets met me en blijkbaar viel hem dat op, want ik zag hem vragend naar me kijken.

'Gaat het wel? Je was vanavond tijdens het eten ook al zo afwezig' 

Ik knik. 'Jawel' antwoord ik vlug, waarna ik een grote teug van mijn water neem.

'Komt het door je gesprek bij de psycholoog?' slaat hij de spijker zoals gewoonlijk precies op de kop.

'Nee hoor' lieg ik. Ik zag aan zijn blik dat hij wist dat ik tegen hem stond te liegen. Natuurlijk wist hij dat. 

Hij komt dichterbij en veegt een lok van mijn haar achter mijn oor waarna hij met zijn duim zacht over mijn wang streelt. 'Je hoeft het me niet te vertellen, maar weet dat ik er voor je ben als je wilt praten, Eef'

Ik kijk hem dankbaar aan en verdrink weer even in zijn ogen. 'Weet ik toch' fluister ik. 

Er schiet weer een koude rilling over me heen en voor ik het door heb neemt hij me in zijn armen. Als ik op kijk, glimlacht hij lief naar me en even voelt het alsof de tijd stil staat. Iemand vinden met wie je zo'n klik hebt als ik met Wolfs heb, is het beste gevoel ooit. Het voelt alsof je je hele leven al beste vrienden bent. Het voelt als thuis komen. Het voelt zo comfortabel. Misschien is dat wel wat een soulmate is. Niet iemand die alles met je gemeen heeft, maar iemand bij wie je je thuis voelt en jezelf kunt zijn. 

Ik schrik op van een zacht tikje op mijn neus. 'Ik ga weer naar bed' zegt hij, waarna hij richting de trap loopt. 

'Floris?'

Hij draait zich, ietwat verbaasd, om. Ik noemde hem eigenlijk nooit bij zijn voornaam. Aan het begin maakte ik er nog wel eens grapjes over, maar het werd al gauw Wolfs. Dat past nu eenmaal beter bij hem. 

'Ja?' 

Het liefst vroeg ik hem om bij me in bed te komen liggen. Nog liever vertelde ik hem wat ik voor hem voelde, maar ik kon het niet. Ik herpak mezelf snel. 'Slaap lekker' 

'Slaap lekker, lieve Eef' 






FLIKKEN MAASTRICHT ✰ OMDAT IK VAN HEM HOUDWhere stories live. Discover now