3

174 12 1
                                    

Het roze glittermonster kijkt me boos aan en ik moet moeite doen om niet in lachen uit te barsten. Het glitter monster ziet er hilarisch uit. Ik weet eindelijk hoe ik eruit zie als ik de woonkamer heb beglitterd thuis. Sirius en James liggen in een deuk, waardoor ik ook moet lachen.

'Heb jij dit gedaan?' vraagt James nadat we een beetje van het lachen zijn bijgekomen. Ik knik, praten lukte nog niet tussen het lachen en hijgen door.

'Je ziet er leuk uit', zeg ik tegen het glittermonster met een grote grijns, wanneer ik een beetje uitgelachen ben. Het glittermonster lijkt te grommen.

'Wat heb je gedaan?' vraagt het glittermonster kwaad.

'Het is simpel en je zag wat er gebeurde. Waarom zou ik het dan uitleggen?' Dat maakt hem alleen maar kwader. 'Moet ik sorry zeggen?' vraag ik nogal verbaast.

'Ik verklaar je als mijn vijand!'

'Moet ik nou wel of geen sorry zeggen, want met dat antwoord kom ik niet ver.' Het glittermonster lijkt me furieus aan te kijken. 'Ik snap het, sorry is niet genoeg.'

Stampvoetend loopt het glittermonster weg. Wanneer de deur dicht slaat, krijg ik de slappe lach. Dit was een van de geweldigste grappen die ik heb uit gehaald.

Na een tijdje is het stil. James is Lily, geen idee wie dat is, aan het uitvragen. Sirius is Remus aan het bekijken. Remus is een boek aan het lezen, dit keer wel lezen. Peter heeft een zak snoep in zijn handen en wilt waarschijnlijk de hele zak leeg eten. En ik verveel me.

'Weet iemand toevallig wanneer het volle maan is?' vraag ik, misschien had ik de reden moeten zeggen, iedereen keek me verbaast en bang aan. 'Ik wil weten wanneer ik mijn energie boost krijg. Altijd met volle maan krijg ik er zo een.'

'Ben jij een weerwolf?' vraagt Sirius.

'Een energie boost is geen weerwolf. Dus nee, ik ben geen weerwolf, maar een vriendin van mij wel.' Ik krijg een twinkeling in mijn ogen. 'Ik gebruikte mezelf altijd als lokaas en gingen we rondjes om het huis rennen. Dat was zo leuk.' De jongens kijken me verbaast aan.

'Wanneer krijg je een energie boost?' vraagt Peter. Ik sla een hand op voorhoofd. Ietsjes te hard, want mijn voorhoofd doet nu pijn.

'Met volle maan en je moet mijn facepalm niet verkeerd opvatten.' Peter kijkt me begrijpend aan. James komt binnen gelopen met een beteuterd gezicht.

'Ooit krijg je haar hart te pakken', zegt Sirius bemoedigend.

'Ik had nog geen antwoord op mijn vraag', zeg ik.

'Welke vraag?' vraagt James.

'Mijn vraag', zeg ik.

'Wat was je vraag?'

'Dat weten zij wel.' zeg ik kijkend naar Sirius, Remus en Peter.

'Wat was haar vraag?' vraagt James aan Sirius, Remus en Peter.

'Haar vraag was of we wisten wanneer het volle maan is', zegt Remus. James lijkt even wit weg te trekken, maar vermant zich weer.

'Ben jij een weerwolf? Tot nu toe ben jij de gene met de meest schokkende reactie', zeg ik. 'Ik ben er geen, ik jaag ook niet op ze, want anders was mijn vriendin er niet meer geweest. Met volle maan krijg ik een energie boost en ren ik rondjes om het huis heen.'

'Ik ben geen weerwolf', zegt James.

'Iemand die je kent? Je mag eerlijk zijn, je hoeft het niet te zeggen. Vrienden verraad ik niet.' Remus trekt wit weg. Demy, mijn vriendin, trekt ook altijd wit weg als ik het over weerwolven hebben, behalve tijdens lessen.

'Nee, niemand die ik ken', zegt James. Ik kijk hem door dringend aan, zo zie ik meestal of iemand liegt ja of nee. Hij is duidelijk ongemakkelijk. Wie zal er niet ongemakkelijk worden als ik hem zo aan kijk. Zelfs ik word er ongemakkelijk van als ik mezelf zo in de spiegel zo bekijk. Ik kijk rond, iedereen is ongemakkelijk.

'Ik snap dat die vraag een beetje ver gaat, maar ik heb ook gedeeld dat mijn vriendin een weerwolf is, wat achteraf een best dom idee was', zeg ik. Remus gaat beter zitten. Ik ga naast Remus zitten en James neemt plaats naast Sirius. Ik kijk in het boek wat Remus aan het lezen is. Ik zie niets staan.

'Interssant boek heb je daar', zeg ik, Remus kijkt me met grote ogen aan. 'Ik vind het een interessant boek, omdat er niets staat.'

'Alleen een echte Lupin kan lezen wat er staat', zegt hij. Ik gris het boek uit zijn handen en hij kijkt me beledigd aan. Ik druk het boek op mijn neus om te kijken of ik zo iets kan zien. Ik haal het boek van mijn neus en druk het boek dan weer op mijn neus. Ik doe dit een paar keer. Ik voel de jongens naar me staren.

The rose can be on fireWhere stories live. Discover now