3A • 3045 dagen na H.F.O.

221 10 5
                                    

In de studeerkamer lag Drew languit op de donkergrijze sofa die een beetje was doorgezakt. Zijn witte lederen sneakers bengelden net buiten het bereik van het bijzettafeltje, waar een grote vaas met witte hortensia's op stond.

Hij was verdiept in een minder bekend werk van Nietzsche, die een oude studievriend van hem had uitgeleend. In zijn eerste jaren op de universiteit had Drew enkele introductielessen tot de filosofie opgenomen, maar daar was het ook bij gebleven.

Terwijl hij een bladzijde omdraaide, voelde Drew hoe zijn oogleden zwaar werden. Hij knipperde verwoed.

De voorbije nacht had hij elk uur op zijn wekker zien passeren. Te veel gedachten raasden door hem heen. Meerdere keren was hij opgestaan om de vensters open te zetten of hij schopte het donsdeken aan de kant, om een paar minuten later de vensters te sluiten en het donsdeken tastend te zoeken.

Ergens in het grote Georgiaanse landhuis sloeg een deur toe.

Drew gooide het boek neer op een crèmekleurige fauteuil die schuin naast de sofa stond en stond op. Hij rekte zich uit en kraakte zijn nek.

"Kan je ophouden om dat te doen? Je weet hoezeer ik dat haat."

Bij het horen van die stem draaide Drew zich razendsnel om.

In de deuropening stond een opvallende schoonheid, met goudblonde lokken die tot over haar welgevormde borsten vielen, terwijl haar grote grijsblauwe ogen hem met een onpeilbare blik opnamen vanuit een hartvormig gezicht dat lichtjes door de zon gebruind was.

"Cece. Wat doe jij hier?"

Cece gooide haar haren over haar schouder en rechtte haar bovenlichaam, terwijl ze één wenkbrauw optrok.

"Ik hoorde van Reny dat je thuis was," antwoordde ze kil, voordat ze zich het boek uit de fauteuil nam en ging zitten. "Vreemd. Ik had niet gedacht dat je Nietzsche zou lezen. De oude Grieken passen beter bij je, vind ik."

"Je bent hier niet gekomen om filosofie te praten, Cece." Ergens was Drew onder de indruk dat Cece niet alleen Nietzsche kende, maar genoeg wist van de filosoof om te weten dat hij het omgekeerde van het oude Griekse filosofen was. Dat had hij niet achter Cece gezocht.

De lippen van Cece persten zich eventjes samen, voordat ze het boek op een bijzettafeltje legde en haar ogen terug op hem richtte.

"Mag ik geen oude vriend komen bezoeken?" vroeg ze onschuldig. Haar wimpers knipperden liefjes.

Langzaam liet Drew zich in de sofa tegenover haar zakken. "Natuurlijk wel, Cece. Hoe gaat het met je? Waar heb je afgelopen maand gezeten?"

Sinds Cece was afgestudeerd aan de universiteit van Vanderbilt, reisde ze de wereld rond voor haar vader, Trent Hoffman, de CEO van Hoffman Hotels.

Cece was slechts een maandje jonger dan Drew en de twee waren praktisch onafscheidelijk geweest toen ze klein waren. Hun vaders waren goede studievrienden en woonden vlak bij elkaar. Pas toen ze beide naar een aparte kostschool werden gestuurd, brokkelde hun vertrouwensband langzaam af.

Toen Drew jonger was, had hij altijd gedacht dat hij op een bepaalde moment gevoelens voor Cece zou krijgen, maar die gevoelens waren anders geëvolueerd dan hij had gehoopt. Drew wilde vrijheid en hij kende Cece goed genoeg om te weten dat ze dat niet wilde.

Het liet hun vriendschap in een woelig vaarwater achter.

Of eerder, een vergelijking die treffender was: een explosief mijnenveld.

Cece sloeg haar benen over elkaar. "Papa wilt de Zuid-Amerikaanse markt verder exploiteren. São Paulo was prachtig, en het hotel is veruit de beste in de regio. Maar veel meetings en onderhandelingen, zoals altijd. Godzijdank mocht ik daarna naar het resort in Costa Rica, om bij te komen. Hoewel, er is veel ruimte voor verbetering, hoor."

De Belofte (DE OVERGAVE #3)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu