Light in the darkness ~ Jily~ (gestopt)

Hoofdstuk 14

Het was december geworden en de kerst vakantie kwam steeds dichterbij.
James zat verveeld in de leerlingenkamer terwijl hij zijn snaai omhoog gooide, 10 seconden liet vliegen en daarna weer ving. Sirius zat ondersteboven op de stoel voor de haard en Remus zat tegenover hem zijn huiswerk te maken, terwijl Peter probeerde om de huiswerkantwoorden van Remus over te schrijven. Opeens vloog er een bruine uil met witte vlekken binnen die James herkende als Sirius' uil. Sirius sprong op en ving de rode brulbrief die waarschijnlijk door zijn ouders verstuurd was. Snel ging de uil bij James op zijn schouder zitten terwijl Sirius zijn brief openmaakte:
'SIRIUS ORION BLACK! HOE DURF JE JE FAMILIE ZO TEN SCHANDE TE BRENGEN! JA, WE HEBBEN GEHOORD WAT JE UIT HEBT GESPOOKT! ZO MAAR JE FAMILIE BELEDIGEN?! WIE DENK JE WEL NIET DAT JE BENT! JE HOEFT VAN ONS NIET MEER THUIS TE KOMEN! GA MAAR LEKKER BIJ DIE GRIFFOENDOR VRIENDJES VAN JE WONEN! WE STUREN JE SPULLEN WEL NAAR SCHOOL!' De rode brief verscheurde zichzelf en viel in snippers op de grond. 'Dat werd tijd.' Zei Sirius en ging weer zitten waar hij zat. 'Dit probeer ik al zo lang door haar kop te dreunen en ze begrijpt het eindelijk!' James keek Sirius aan. 'Waar ga je nu wonen dan?' Sirius haalde zijn schouders op. 'Overal is beter dan het huis waar ik dus ben uit getrapt.' Opeens kreeg James een idee en keek Sirius grijnzend aan. 'Denk jij wat ik denk Padfoot?' 'Ik geloof het wel.' Antwoordde Sirius grijnzend. 'Ik ga het meteen vragen!' Riep James enthousiast en rende naar de slaapzaal om perkament en zijn veer te halen. Even later hadden Sirius en James een brief geschreven met een klein beetje hulp van Remus die klaar was met zijn huiswerk. 'Nou, joe joe!' Riep Sirius zijn uil achterna die door het open raam vloog en vervolgens deed Sirius zó hard het raam dicht dat ze bang waren dat het glas zou breken. Toen iedereen de leerlingenkamer had verlaten gingen de jongens ook naar hun slaapzaal en gingen pratend op bed zitten. Frank was waarschijnlijk bij Alice die nu verkering met hem had. Druk pratend gingen ze op James' bed zitten. 'Ik verveel me.' Zei Sirius even later die zoals gewoonlijk onderstekop zat. 'We kunnen Marten en Lucius weer bespioneren en ze met sneeuwballen bekogelen als ze slapen.' Stelde James voor. Sirius sprong op van het bed en begon zijn schoenen aan te trekken. 'Goed idee.' Zei hij enthousiast. Peter en James sprongen ook van het bed en deden hun schoenen aan. 'Nee.' Zei Remus. 'Jullie gaan niet! Waarom moeten jullie steeds die Zwadderaars pesten? En straks betrapt vilder jullie en-.'
'Het boeit me niet wat dat oude graf te zeggen heeft.' Mompelde James en strikte zijn veters. Sirius knikte instemmend. 'Inderdaad! Wij strijden voor vrijheid!' Hij deed als of hij vijanden neerhaalde met zijn toverstuk. Remus zuchtte vol zelfmedelijden en borg zijn boek op. 'Soms vraag ik me af waarom ik vrienden met jullie ben geworden.' Zei hij lachend en volgde de anderen de slaapzaal uit.

Verstopt onder James' onzichtbaarheidsmantel liepen ze naar de Slytherin commonroom. Op de 3e verdieping kwamen ze mevrouw Norks tegen die miauwend de kant van de jongens opkeek en wegglipte. 'Ze kon ons toch niet gezien hebben?' vroeg Peter. 'Wel, maar vilder kan ons niet zien.' Ze liepen haastig door. Beneden bij de kerkers hoorden ze gefluister om de hoek van het toverdranklokaal. 'Kom.' Fluisterde Sirius en ze volgden. Marten en Lucius stonden drukfluisterend in een donkere gang en ze gingen dichterbij staan om het gesprek goed op te vangen. 'Waarom heb je nog steeds niet Sirius Black naar me toe gebracht?' vroeg Marten pissig en Lucius was duidelijk niet op zijn gemak. 'Hij ontwijkt me steeds! Daar kan ik toch niets aan doen?' Martens ogen leken nog killer dan normaal nu hij in de donkere gang geheime plannen zat te bespreken met Lucius. Opeens kwam Sneep aan gelopen en ging naar de jongens toe. 'Hey Severus.' Begroette Marten hem. 'Je hebt mijn bericht gekregen?' vroeg hij en Sneep knikte. 'Sinds wanneer heeft Secretus vrienden?' vroeg James fronsend. Sirius haalde zijn schouders op. 'Geen idee, maar dan rammen we ze wel alle 3 tot moes.' Ze werden weer stil toen Marten hun kant op keek, maar hij draaide zich weer tot Lucius en Severus. 'Mijn mannen zijn er klaar voor.' Ging hij op een rustige toon verder. 'In Maart zullen ze hierheen komen. Alles loopt volgens plan. Alleen jullie moeten Black zien te grijpen!' Zijn stem werd bozer. Lucius zag wit en Sneep keek nog steeds strak voor zich uit. Marten liep weg richting de commonroom en Sneep en Lucius volgden. 'impedimenta!' Zei Sirius en Sneep knalde tegen de vloer. Lucius en Marten kwamen haastig aangelopen om hem te bevrijden en zo stil als ze konden slopen de 4 jongens weer weg.