-1-

689 25 5
                                    

'Omdat... Omdat ik van hem houd'

Ik herhaal de woorden fluisterend terwijl ik mezelf aan kijk in de spiegel boven de wasbak in de badkamer. Ik schud mijn hoofd. De woorden waren er uit voordat ik er erg in had. Gevoelens. Ik liet ze niet toe. Ik sprak ze niet uit. Ik deelde ze niet. Met niemand. Uitgerekend tegenover mijn psycholoog, waar ik sowieso al niet graag heen ga, heb ik mijn hart gelucht. Mezelf kwetsbaar opgesteld. Mijn masker afgedaan. Ik spat een beetje water in mijn gezicht en kijk mezelf weer aan in de spiegel. 

'Je maakt er een puinhoop van Van Dongen' zucht ik tegen mijn spiegelbeeld.

Ik schrik op van een klop op de deur. 'Eef? Gaat alles wel goed daarbinnen?' klinkt zijn vertrouwde, warme stem.

'Ja, ja, ik kom er zo aan!' 

Ik draai me weer naar de spiegel en glimlach flauwtjes voordat ik voorover buk om in het badkamerkastje te rommelen. Ik zoek mijn make-up bij elkaar en kom weer omhoog. Terwijl ik mijn blik  naar de spiegel wend schrik ik op van zijn gezicht die zich ineens naast de mijne bevind. Mijn make-up valt met een klap op de grond.

'Jezus, Wolfs!' roep ik boos terwijl ik me direct naar hem toe draai. 'Kon je niet even kloppen?' 

Hij grinnikt en bukt om mijn spullen op te rapen. Zo'n gentlemen is hij dan ook wel weer. 'Ik heb geklopt, Eef. Drie keer...' 

'Ik zei toch dat ik zo kwam!' snauw ik terug terwijl ik mijn handen in mijn zij plaats.

Wolfs komt weer omhoog en zijn blik vangt de mijne. Ik staar in zijn prachtige blauwe ogen en slik hoorbaar een brok in mijn keel weg. Hij wist het dondersgoed. Hij wist dat hij vrouwen om zijn vinger kon winden met zijn blauwe kijkers en zijn charme. Hij weet dan ook als geen ander dat ik gevoelig ben voor zijn lieve, zachte blik. Die doordringende, intrigerende, liefdevolle blik die alleen hij heeft. Alsof hij niet je lippen kust, maar je ziel, zonder je ook maar met één vinger aan te raken.

'Eef?' Hij kijkt me vragend aan.

'Huh, wat?' 

Hij lacht en tikt zachtjes op mijn neus. 'Waar zit jij met je gedachte joh?' vraagt hij. Hij draait zich weer richting de spiegel boven de andere wasbak en begint zijn grijze lokken te fatsoeneren. 

Bij jou... 'Oh nergens.' zeg ik uiteindelijk terwijl ik me ook naar de spiegel draai en aan het bijwerken van mijn make-up begin. Ik zie in de spiegel dat hij zijn wenkbrauw optrekt. Hij gelooft me niet. Natuurlijk gelooft hij me niet. Hij weet het altijd meteen als ik iets voor hem achter houd. Hij kijkt dwars door me heen. Wolfs kent me beter dan wie dan ook. Hij kent mij beter dan ik mezelf ken en dat heeft me al vaak genoeg bang gemaakt. Inmiddels weet ik wel beter. Hij is mijn beste vriend. Mijn maatje. Mijn steun en toeverlaat. Er is niets in de wereld wat mij er van kan overtuigen dat hij dit allemaal doet met de intentie om me ooit pijn te doen. Om alles wat hij over me weet ooit tegen me te gebruiken. Als er iets is wat ik de afgelopen jaren over Floris Wolfs geleerd heb, dan is het wel dat hij een grote mond, maar een hart van goud heeft. Hij zou niet eens in staat zijn om iemand die hij lief heeft bewust pijn te doen. 

Ineens zie ik een hand in mijn gezichtsveld zwaaien. 'Aarde aan Eva...' 

'Huh, wat zei je?' 

Hij glimlacht terwijl hij een verdwaalde pluk van mijn paardenstaart achter mijn oren schuift. Daarna wrijft hij zachtjes met zijn duim over mijn wang. 'Je bent zo afwezig. Zie je het wel zitten om uit eten te gaan? Ik kan anders ook wel eten voor ons halen?'

Ik leg mijn hand op de zijne. Ik weet hoe graag hij naar dat nieuwe tentje in de binnenstad wilde en ik had hem eerder deze week belooft om met hem mee te gaan. Buiten dat hij het graag wilde was ik ook wel toe aan een gezellig avondje. 'Geef me een paar minuutjes en dan gaan we.' 

Hij knikt en laat zijn ogen over mijn lichaam glijden. 'Wat?' vraag ik lichtelijk geïrriteerd.

'Houd je dit aan?' 

Ik kijk naar beneden en inspecteer de kleding die ik aan heb. Een donkere spijkerbroek met een lichtblauw blousje. Niks mis mee leek me toen ik het uit de kast pakte. 'Wat? Is het niet goed?'. Ik kijk hem aan en laat dan nog een keer mijn blik over mijn kleding gaan. 'Is het zo'n hele chique tent?' 

Wolfs tilt mijn kin een stukje op met zijn wijsvinger en kijkt me indringend aan. Langzaam maar zeker verdrink ik weer in die blauwe ogen. 'Heb ik ooit gezegd dat je er niet goed uit ziet?' fluistert hij.

'Nee.' Ik schud mijn hoofd om mijn antwoord kracht bij te zetten. In tegendeel zelfs. Als iemand complimenteus was dan was hij het wel. 'Waarom vroeg je het dan?' vraag ik toch een beetje onzeker.

Hij kijkt lachend naar zijn eigen kleding. 'Naast zo'n prachtvrouw kan ik dit lelijke, oude pak niet aanhouden toch?' 

Ik bekijk hem van top tot teen. Hij droeg zijn standaard grijze pak, maar ik had hem daar nooit lelijk in gevonden. Het was überhaupt geen lelijke man. Ik ga op mijn tenen staan en doe het kraagje van zijn overhemd goed. 'Als je nou dat jasje uit doet...' 

Wolfs trekt met een enorme grijns zijn wenkbrauw op. 'Mevrouw Van Dongen, vraag je nou of ik me voor je uit wil kleden?' 

Ik rol met mijn ogen. 'Dat zou je wel willen hè meneer de rechercheur?'. Ik duw het jasje over zijn schouders en laat het op de grond vallen. 

'Houd de rest maar aan. Is wel zo netjes in een restaurant' fluister ik in zijn oor. Ik druk een vluchtige kus op zijn wang en loop snel de badkamer uit, waar Wolfs verbaasd achter blijft. 

 Niet mijn eerste fanfic, maar wel de eerste die ik in het Nederlands schrijf en daar moet ik nog een beetje aan wennen, haha. Hopelijk is het wat en alle feedback is welkom! :) 



   



FLIKKEN MAASTRICHT ✰ OMDAT IK VAN HEM HOUDWo Geschichten leben. Entdecke jetzt