"Verstandig ja." Ik glimlach kort. 

"Je snapt me, toch? Ik ben student. En nu ben ik ook stervende." 

"Ik wil zeggen dat je het wel gaat redden, maar dat zegt iedereen en ik weet dat je het haat als ik dat zeg." 

"Zeg het alsjeblieft." 

"Je gaat het wel redden. En daarna kan je zuipen en smoken wat je wil en ik doe nog mee ook." Ik sla mijn armen weer om Merel heen. 

"Dank je," fluister ik en bijt op mijn lip om niet te huilen. 

-

"Twee croissantjes uit de kantine, een kop kruidenthee en-" Jack haalt zijn hand achter zijn rug vandaag en laat me een zak snoep zien. Ik glimlach en vang de zak wanneer hij deze naar me toe gooit. 

"Dank je wel!" zeg ik. "Heb je zelf geen eten?" 

"Ik heb net terwijl ik in de kantine stond te wachten even snel een broodje gegeten, dus ik hoef niks meer." Jack zet het dienblad op het tafeltje naast mijn bed neer en komt bij me op bed zitten. Ik leg de zak snoep naast me neer en pak mijn kop thee. 

"Heb je goed geslapen?" vraag ik. 

"Lang vooral," zegt Jack en glimlacht. "Hoe sliep jij?"

"Onrustig," zeg ik. "Veel nagedacht." 

"Over je situatie?" 

"Ja." Ik blaas in mijn thee en kijk naar Jack. 

"Ik heb er ook veel aan gedacht, maar piekeren heeft geen zin, als dat is wat je doet." 

"Dat weet ik, maar het is het enige wat ik kan doen. Ik denk alleen maar aan 'wat als ik niet beter word', 'wat als de operatie niet gewerkt heeft'."

"Dan kijken we wel verder. Tot dusver kan er nog veel positieve informatie komen. Het feit dat je die operatie bent doorgekomen is positief." 

"Het is een begin," zeg ik, "maar het liefst word ik gewoon helemaal beter."

"Dat wil iedereen voor je." Ik zet mijn thee weer weg, zonder er een slok van te hebben genomen. Ik kijk naar Jack en leg mijn hand op zijn bovenbeen. 

"En zelfs als ik-" 

"Bel, niet weer dat soort dingen zeggen," onderbreekt hij me. Ik knik en druk een kus op zijn wang. Hij kijkt me aan. Ik reik mijn lippen naar de zijne, maar hij deinst iets met zijn hoofd naar achteren. 

"Wat is er?" 

"We moeten praten," zegt hij. 

"Waarover?" vraag ik lichtelijk in paniek.

"Over ons. Hoe denk je over ons?"

"Hoe bedoel je?" 

"Zie je ons nog in een relatie?" vraagt hij. Aan zijn gezicht is af te lezen wat hij wil horen en dus gehoorzaam ik naar zijn blik en zeg:

"Ik denk dat het misschien niet slim is een relatie te hebben."  Zoals ik had verwacht knikt Jack. 

"Dat wilde ik zelf ook voorstellen," zegt hij. "Niet omdat ik het niet zou willen, maar omdat ik merk dat ik niet de vriend kan zijn die ik wil zijn. Ik kan je hier niet doorheen helpen." Ik knik zacht en voel tranen in mijn ogen prikken. 

"Kom je dan nog wel af en toe hier langs als je stage hebt?" 

"Ja natuurlijk. Ik kom je af en toe gewoon snoep brengen en als je me nodig hebt kan je gewoon bellen." Ik bijt op mijn onderlip. "Een relatie gaat nu alleen niet werken." 

"Nee," zeg ik schor. 

"Als het helpt, ik vind het ook niet leuk, maar ik kan mezelf niet toestaan nog een keer een woedeaanval te krijgen als de chemo weer niet aanslaat. Ik kan je niet nog meer pijn doen met mijn woorden." Ik snik. Jack slaat zijn armen om me heen. Ik duw zijn armen rustig weg. 

"Waarom dan het ontbijtje?" vraag ik. "Waarom dan spreken over een ons en over hoe 'we' ons door deze situatie heen gaan slaan?" 

"Dat het over is betekend niet dat ik er niet voor je ga zijn."

"Ik wil je niet kwijtraken, Jack." 

"Ik jou ook niet, maar ik kan mezelf ook niet zoveel verdriet laten doorstaan." En zomaar uit het niks word ik ontzettend boos. 

"Je gaat alleen weg om je eigen pijn minder te maken. Juist door deze woorden maak je het voor mij zwaarder. Je doet me meer pijn dan je ooit had kunnen doen met elk ander scheldwoord of opvatting." Ik begin hard te huilen. "Je bent een egoïstische klootzak, Jack." 

"Dan maar egoïstisch, maar je moet begrijpen dat ik dit ook moeilijk vind." 

"Ik ook, Jack!" Ik gooi de dekens van me af, stap uit bed en loop richting de deur. 

"Waar ga je heen?! Je mag de kamer niet uit totdat je de uitslag hebt gekregen." 

"Oké, rot jij dan op!" Jack kijkt me aan. Door mijn eigen tranen heen zie ik dat hij ook tranen in zijn ogen heeft. 

"Bel..." 

"Nee, Jack. Rot op." Hij lijkt even te twijfelen maar staat dan op en loopt de kamer uit. "Godverdomme!" gil ik als hij net de kamer uit is en sla mijn kamerdeur dicht. Ik breek in tranen uit. 

De enige reden om te willen blijven leven is zojuist weggelopen.

forever and alwaysWhere stories live. Discover now