Nikki

186 7 4
                                    

~Alice~

Na een tijdje zoeken, raak ik in paniek. Waar is het huis waar Peter verblijft?
Gehaast kijk ik op mijn mobiel. Ik weet niet wanneer hij vertrekt voor zijn missie, maar ik ben bang dat ik te laat kom.
Dan zie ik een huisje dat me opvalt. Maar ik heb geen idee waarom. Ik heb gewoon het gevoel dat ik ernaartoe moet gaan.
Langzaam en twijfelend loop ik richting het zacht, verlichte huisje.
Als ik voor de deur sta, neem ik diep adem en klop ik drie keer op de deur.
Er doet een vrouw in zwarte kleding open. Ik scan haar snel.
Ze heeft een stoere broek met een riem. Aan de riem zitten allerlei dingen: een pistool, meerdere messen en dingen die ik niet herken.
Ook heeft ze een stoere zwarte jas aan. Haar blonde haar zit in een rommelige knot. Ze heeft een verwarde expressie op haar gezicht.
Maar die wisselt zich al snel in voor een boze blik.
"Wat doe je hier, ga naar huis," zegt ze.
Even kijk ik haar met grote ogen aan.
"Ik, eh- ik," struikel ik over mijn woorden.  Ik probeer uit te leggen wat er aan de hand is, maar ik kom niet uit mijn woorden.
De vrouw kijkt me geïrriteerd aan.
"Ik heb hier geen tijd voor," zegt ze en trekt de deur dicht.
"Wacht," zeg ik net voordat de deur dichtvalt.
Langzaam doet de vrouw de deur weer verder open. Ze kijkt me aan en trekt haar wenkbrauw omhoog.
"Wat?"
Ik neem diep adem.
"Ik ben op zoek naar Peter. Peter Parker."
Bij die naam worden haar ogen groot. Ze pakt me bij mij kraag en trekt me naar binnen.
"Wat weet je van hem? En wat wil je van hem?" Vraagt ze dreigend.
"Ik, eh. Ik ben een vriendin," zeg ik paniekerig. Ik adem snelle teugen van de schrik.
"Wat doe je hier?" Vraagt ze dan.
"Ik kom om te helpen, hij zal het wel begrijpen. Kan ik hem spreken?"
Ik kijk langs de vrouw de gang in, in de hoop Peter daar ergens te zien.
"Het spijt me," zegt ze terwijl ze voor me gaat staan. "Maar ze zijn net vertrokken."
Ik zucht teleurgesteld. Hoe moet ik nu ooit bij Peter komen?
"Is er een kans dat ik toch nog naar hem toe kan?" Vraag ik. Ik kijk de vrouw smekend aan. Ze zucht. Ze heeft duidelijk genoeg van me.
"Is het dan zó belangrijk?!" Vraagt ze geïrriteerd.
"Ja, heel erg." Ik knik uitbundig.
Ze stapt aan de kant en gebaart dat ik binnen moet komen.
"Ik zal kijken wat ik kan doen."

~Peter~

Behendig klim ik het gebouw op. Ik ontwijk alle beveiligingscamera's.
Als ik bij het dak aankom, kijk ik naar beneden. De mensen die daar staan lijken wel mieren.
Een sterke wind blaast langs mijn gezicht en door mijn haren. Ik neem een diepe teug koude zuurstof.
De lucht is bewolkt en grijs. Het ziet er bijna dreigend uit.
Even vergeet ik waarom ik hier ben. Even vergeet ik de missie, het feit dat mijn ouders in gevaar zijn.
Dan komt alles weer terug. Alsof ik terug wordt geslagen in de realiteit.
Ik grijp naar de zaklamp aan mijn riem. Ik richt hem naar beneden waar mijn teamgenoten staan.
Uit. Aan. Uit. Aan. Uit. Aan. En weer uit.
Dan draai ik me om en ga op zoek naar een ingang. Als snel kom ik bij een rooster. Ik trek het open en glij voorzichtig naar binnen.
Alles ziet er oud en roestig uit. Je kunt duidelijk zien dat het gebouw al een tijdje verlaten is.
Snel klim ik verder naar beneden. Alles gaat tot nu toe gesmeerd, maar toch voelt het niet goed aan. Maar ik kan er mijn vinger niet op leggen.
"Ben je binnen?" Hoor ik in mijn oor.
Ik schud het gevoel weg.
"Ja, ik ben binnen. Ik ben op weg naar het doelwit," antwoord ik.
Dan klim ik verder.

~Alice~

Mijn moeder gaat me vermoorden als ze dit te weten komt.
De wind waait door mijn haren. De lucht voelt koud en vochtig aan. In de lucht staat een volle maan en een prachtige sterrenlucht.
Ik zit in een pick-up truck op weg naar de zogenoemde 'locatie'. De vrouw die net voor mij de deur open had gedaan, zit nu achter het stuur.
Na even overlegt te hebben met iemand aan de telefoon, trok ze me mee de auto in.
Niemand heeft me verteld wat de bedoeling is. Niemand heeft me verteld waar we überhaupt naar toe gaan. Maar het boeit me niet, zolang ik maar naar Peter toe kan.

Op een gegeven moment komt een groep mensen in zicht. Ze dragen ongeveer dezelfde kleding als de vrouw met het blonde haar waarvan ik de naam nog steeds niet ken.
Ze zijn druk bezig met schermen en elkaar. Ze merken niet eens op dat we aankomen.
Opeens stopt de auto.
"We gaan verder lopend," zegt ze vrouw zonder verdere uitleg.
Oké...
Snel stap ik uit en volg de vrouw. Ze loopt naar een paar mensen toe en overlegt een paar dingen.
Ik zou het kunnen horen, maar ik ben te zenuwachtig om me te focussen.
Dan komt ze weer naar me toe gelopen.
"Houd je handen op," commandeert ze. Ik doe wat ze zegt.
Dan overhandigt ze me een pistool. Ik kijk haar geschokt aan.
"Het is waarschijnlijk helemaal niet verantwoordelijk om je dit te geven, maar het is voor je eigen veiligheid," legt ze uit.
Ik knik terwijl ik haar nog steeds met grote ogen aankijk.
"Oké, laten we gaan," zegt ze. Dan loopt ze weg en gebaart dat ik haar moet volgen.
Ik slik en neem een kort sprintje richting de vrouw.
"Ik ben Nikki," zegt ze dan. Ze kijkt me aan met een glimlach. Ik glimlach terug.
"Alice."

Heyy lieve mensen,
Hier weer een nieuw hoofdstukje!
Ik hoop dat jullie genieten van jullie vakantie (als die nog niet voorbij is). Zelf heb ik nog 1 week, maar ik vind dat het allemaal veel te snel gaat :c.
Trouwens: heel erg bedankt voor de 200+ reads op dit boek en bijna 600 reads op mijn eerste boek!!
Groetjes Christel.

I got your back [VOLTOOID]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu