Piggy: Leger van Bijzondere Vechters

Franklin & Piggy

We gaan terug naar het jaar 1973. Franklin Froth is een boerenjongen, zoon van een Canadese boer. De familie woont ergens in het noord-westen van Ontario. Hij is zojuist 5 jaar geworden. Er was een groot feest om het te vieren. Franklin kreeg waar hij al zo lang om vroeg: Een varken. Zijn eigen biggetje om te verzorgen en te laten opgroeien. Het zou een huisvarken worden, niet zo eentje voor de slacht. Franklin noemde dit biggetje Piggy. Piggy en Franklin zouden sneller een sterke band hebben dan dat iemand ooit kon denken. Behalve de boerenknecht. Buck was zijn naam. Niet meer dan dat. Geen achternaam bekend. Hij had ook geen familie of een eigen huis. Hij sliep in zijn eigen kamer op de boerderij van de familie Froth. De ouders van Franklin zagen Buck als een tweede zoon. Vandaar dat Buck voor het gemak de achternaam Froth kon gebruiken. Het was dan ook Buck die de big ergens vandaan heeft gehaald. Maar we raken van de hoofdlijn af, het ging immers over Franklin en Piggy, niet over Buck. De nacht na zijn vijfde verjaardag, sliep Franklin al met zijn varken in één bed. Midden in de nacht kwam Buck binnen. Hij had injectiespuiten bij zich. Eerst prikte hij wat bloed van zowel Piggy als Franklin. Daarna voegde hij een gloeiende groene substantie toe aan het bloed. De injectiespuit met Piggy's bloed ging in de arm van Franklin en andersom. Na afloop verliet Buck niet alleen de kamer van Franklin, maar ook de boerderij, om nooit meer terug te keren. Hij had er een jaar gewerkt. Franklin werd wakker met een misselijk gevoel en hoofdpijn. Hij ergerde zich dood aan alle geluiden die een boerderij met zich meebrengt. Totdat dit hem te veel werd. Hij werd boos, heel even zag hij niets meer, om vervolgens vanaf een halve meter hoger dan normaal op de kakelende kippen neer te kijken. Zwaar ademend, vol woede heeft hij twee minuten staan staren naar de kippen. Toen kreeg hij een klap op zijn hoofd. Zoveel voelde hij er niet van, maar toen hij zich omdraaide, schrok hij. Daar stond zijn vader met een verbogen loden pijp. "Pap," kermde hij uit. "Waarom sla je mij?" Zijn vader kijkt hem stomverbaasd aan, terwijl hij Franklins naam uit stottert. "B-ben jij dat? Wat is er met je gebeurd?" Franklin begrijpt er niets van. Zijn woede stroomt weg, hij verliest zijn zicht weer een halve seconde, om zijn vader flauw te zien vallen. Snel haalt hij zijn moeder. Als zijn vader weer bijgekomen is, meldt deze het vreselijke nieuws: "Franklin, jij en je varkentje. Jullie waren één. Een monsterlijk wezen. Je stond als een mens, maar had varkenspoten, een kop die ik alleen kan beschrijven als een mengeling van mens en varken, en je had een sixpack waar menig man jaloers op zou zijn. Dat alles met een varkenshuid." Niemand die hem gelooft.

Als een week later hetzelfde gebeurt, filmt Franklins vader het hele gebeuren. Nu heeft hij genoeg bewijs om serieus genomen te worden. Franklin schrikt ervan. De vragen zweven door zijn hoofd: Hoe is dit mogelijk? Waarom overkomt mij dit? Heeft het iets te maken met Bucks verdwijning? Zit hij in Piggy? Zijn dat de gedachten die zojuist, op het moment dat de video gemaakt werd, door mijn hoofd spookten, de gedachten die niet de mijne leken te zijn en tegelijkertijd toch aanwezig waren? Gedachtes van Buck in Piggy? Hoe graag Franklin er ook antwoord op wil, even veel als hoe graag hij een biggetje wilde een ruime week geleden, hij krijgt het niet.