The Encounter {Dutch}

- mangle -

De zon kwam op toen Mangle aan de oever van de rivier liep. De stenen waren glad van het water en mos. Mangle zag een vis snel door het water schieten. Dat herinnerde haar aan haar lege maag. Ik zou maar eens wat moeten vangen. Dacht ze. Toen ze naar een goed plekje zocht, merkte ze dat het water verder rijkte dan normaal.

Ze ving een kleine snoek. Mangle wierp nog één blik op het water Ach het zal wel de tijd van het jaar zijn. Nam ze zichzelf voor. Het had ook de laatste tijd veel geregend, dus het was logisch dat de rivier zo ver rijkte. Mangle nestelde zich niet ver van de oever. Het kabbelende water maakte haar rustig.

Druppels kletterden op Mangels vacht. Verbaasd als Mangle was, keek ze naar omhoog. De lucht was donkerder dan normaal. 'Regent het nou alweer?' zuchtte Mangle. Ze stond op en keek rond of er ergens een schuilplaats was. in de verte zag ze een kleine holte. Toen ze dichterbij kwam, zag ze dat het om een oud-vossenhol ging. vol nieuwsgierigheid liep Mangle het vossenhol in. Het was verlaten. Er klonk een donder vlakbij haar. Mangle besloot om nog dieper het vossenhol in te duiken. De muffe geur van vos was vaag te ruiken. Ze hoorde de regen kletteren. ondertussen maakte Mangle van wat bladeren, takjes en wat mos een slaapplaats voor zichzelf.

Toen de regen eindelijk ophield besloot Mangle om nog een wandelingetje langs de oever te maken. De zon scheen op haar crèmekleurige vacht. Water klotste tegen de oever. Mangle ging zich wassen bij de oever. Ze werd verwarmd door het zonlicht. Al snel voelde ze zich moe. Ze liep weer in de richting van het oude vossenhol. Ze nestelde zichzelf in haar slaapplaats. Mangle geeuwde even. Het was alsof de dagen korter duurden dan normaal. Ze keek nog even om zich heen, en sloot toen haar ogen.

Na pas kort in slaap te zijn gevallen, hoorde Mangle alweer regen kletteren. Mangle zuchtte maar viel al gauw weer in slaap. Ineens spoelde er een golf water over haar heen. Mangle schrok wakker. het hol liep vol met water. Mangle aarzelde geen moment. Ze rende naar de uitgang van het hol, maar de stroming was veel te sterk om eruit te komen. Mangle werd meegesleurd. Ze deed haar best om naar boven te zwemmen, maar telkens duwde de stroom haar onder. Het hele hol stond onderwater, de stroom zoog haar verder het hol in. Mangle stribbelde tegen de stroom. Uiteindelijk zag ze een gat aan de boven kant. Het water was al zo hoog dat ze erbij kon. Ze klom eruit. Toen ze eruit was zag ze dat ze op een heuvel stond. Nog bijkomend van de schrik, keek ze vol afschuw wat op lager gebied gebeurde. Alles werd meegesleurd door water.