Hoofdstuk VI

20 1 0
                                    

Hoe was ik hier nu weer in terecht gekomen? Midden in het atelier, tussen de verf, de penselen en schildersezels, in de armen van Josephine. Ergens had ik een misrekening begaan.

'Je verdient beter dan dit, Josie.' Waarom zei ik dat soort dingen? Ze verdiende het wel degelijk. Waarom was ik zo lief tegen haar? Ze verpestte al mijn vrije tijd door zo te zeuren. Ik had nog werk te doen, toch stond ik hier vriendelijk naar haar gejammer te luisteren. Het ergste van alles, ze had geen idee wat voor een privilege dat was.

Ze sloeg haar armen nog steviger om mijn hals en deed alsof ze huilde. Ik wist dat ze deed alsof, ze was al tien minuten aan het huilen en er liep nog geen traan over haar wang. Ze zou haar make-up nog eens kunnen verpesten, dat zou toch afschuwelijk zijn! Kyle was voor haar geen tranen waard en dus vond ik eigenlijk dat ze mijn genegenheid ook niet waard was.

'Hij durfde zelfs te beweren dat hij Yoran niet was. Hoe cru kun je zijn om over zoiets te liegen op een date?' jammerde ze.

Ik klopte met een vies gezicht en veel moeite zachtjes op haar hoofd, zodat het naar haar idee geruststellend overkwam. Het was waar dat Kyle het in zijn eentje al genoeg had verpest.

'Iemand die zo bang is en steeds wegloopt voor de liefde, verdient al deze moeite niet.' Die woorden vond ik op dit moment wel gepast klinken. Ik hoefde haar gejammer niet, maar ik was een poëet en in wat voor een toestand ik ook verkeerde, ik had altijd inspiratie. Daarbij: als ik niet wilde dat ze mij zou gaan verdenken, moest ik wel blijven doen alsof ik haar mocht.

'Waarom ben je zo lief tegen me?' vroeg ze opeens.

Vrouwen, ze moesten ook altijd wat te zeuren hebben. 'Waarom zou ik dat niet zijn?'

'Je weet best waarom. Ik ben niet altijd even vriendelijk tegen je geweest. Ik heb je gebruikt om deze date te krijgen, en ik was het die je liet struikelen,' bekende ze happend naar adem.

Als er ergens iets van spijt te bespeuren was, had ik misschien nog wat medelijden kunnen opbrengen, maar ik kon niks ontdekken. Ze bekende zelfs dat ze het allemaal verdiende.

'Dat weet ik,' zei ik rustig. Wat een zelfbeheersing had ik toch.

'Waarom heb je het toen niet tegen de leraar gezegd?'

'Ik wist dat het wel goed zou komen.' Inderdaad, ik was volwassen genoeg om mijn problemen zelf op te lossen, dat had ik gisteren bewezen.

'Mag ik een knuffel?' vroeg ze met een piepstem en ze kneep haar armen nog strakker om me heen.

'Je hebt me al vast.' Ik kreunde doordat ik geen adem meer kreeg.

'Maar jij hebt mij niet vast.'

Met tegenzin legde ik mijn armen om haar heen. Ze had gelijk, ze was groter dan ik. Als jongen schaamde ik me nu best wel. Misschien moest ik schoenen zoeken met dikkere zolen.

'Ik moet nu echt gaan, Josie, ik heb een nieuw project voor tekenen gekregen.' Voorzichtig trok ik me los uit haar greep.

Josephine veegde een niet bestaande traan van haar wang en deed of ze moest oppassen voor haar make-up.

'Bedankt dat je naar me wilde luisteren.'

Ik klopte als een trotse man op mijn borst. 'Ik zal er altijd voor je zijn wanneer je een luisterend oor nodig hebt.'

Ze boog voorover en drukte haar lippen op mijn wang. Toen draaide ze zich sierlijk om en liep heupwiegend het atelier uit.

'Interessant,' klonk een stem vanuit de deuropening, waardoor Josephine nog geen tien seconden geleden was verdwenen. Met mijn mouw verwijderde ik de bacteriën van mijn wang en toen ik opkeek zag ik Kyle staan.

Hoge hakken, Stinkende sokkenWhere stories live. Discover now