-24-

692 47 17
                                    

Pov Dylan
"Jullie gebruiken dit?" vraag ik aan de hele groep. En aan hun gezichten te zien was dat een zeer domme vraag. Ik vind dat domme vragen niet bestaan, maar wat je vind moet je naar de politie brengen. "Ja. Jij niet zo te zien, dus geef maar hier." zegt Sven. Ik rijk het hem aan. Ben ik daar sowieso van af. Ik moet dat spul niet.

Nu moet ik hier nog weg komen. We hebben een paar plannen. Nou... ik heb een paar plannen.
A. Ze gaan dit spul nu innemen, gaan totaal hallucineren en vergeten mij. Dan kan ik hier gewoon weg.
B. Ze van ruzie krijgen - aangezien ze niet allemaal meer even vrolijk nar elkaar kijken - en vergeten mij weer. Dan ga ik net als bij plan A weg.
C. Ik steel nu gewoon even 1 van hun fietsen die niet op slot staat en ga er vandoor. Die fiets moeten ze zelf mar weer terug zoeken. Die drop ik wel ergens.
D. Ik ren weg zoals normaal.
E. Ik wacht tot een random persoon komt mij hier nu even uit verlossen.

Ik denk niet dat plan E hem gaat worden, aangezien ik NU weg moet. Ook plan D valt af, want ze halen me zo in als ik eg ren en dan zijn problemen waarschijnlijk nog groter dan nu ik hier sta. Plan C valt ook af, want ja... die veroorzaakt waarschijnlijk al helemaal veel problemen. Plan A en B hangen van hen af, dus eigenlijk... heb ik geen plan. War een tegenvaller weer dit. Mijn leven in een notendop. Technisch gezien zou mijn leven wel in een notendop passen, want ik heb geen leven.

Nu al mijn plannen een beetje in de soep lopen - voor de duidelijkheid, ze 'lopen' niet letterlijk en er is hier ook geen soep, dat is een uitspraak - sta ik hier nog steeds met een probleem, in een bos, met een stel onbekende redelijk geïrriteerde jongens, een par honderd euro aan drugs, in een dorpje waar ik niet hoor te zijn, nog steeds weggelopen van school. Dat zijn wel meer problemen dus. Eigenlijk is er niks wat geen probleem is. Fijn. Voel je dat? Dat heet sarcasme, want we kunnen allemaal wel bedenken dat dit alles behalve fijn is. Of je bent gewoon olie dom. Dat is ook nog een mogelijkheid.

Sven maakt één van de zakjes die hij van me aannam open. "Hé! Die heb ik betaald!" roept Floris en duwt Sven tegen de schouders. "Gast, blijf met je poten van me af!" roept Sven en duwt terug. "Jo, doe even rustig!" "Hij moet het gewoon terug geven!" "JIJ MOET MET JE POTEN VAN ME AF BLIJVEN!" "Jij moet niet zo'n grote bek hebben!" "Jullie moeten allemaal even rustig doen!" "Jij moet je er gewoon buiten houden en met jezelf bemoeien!" Zo ging iedereen ineens met elkaar in gevecht. Gelukkig voor mij escaleerde dit nogal snel, dus nu kan ik plan B toch uitvoeren.

Willem kijkt me ineens aan, omdat hij ziet dat ik een uitweg zoek. Hij gooit me zijn sleutels aan. "Die rode." zegt hij zodat ik het nog net kan horen. Ik weet niet waarom, maar ik mag zijn fiets mee. Hij help me hier uit komen. "Ik houd ze in de gaten. Ga" zegt hij. Dat laat ik me geen twee keer zeggen, dus zo onopvallend mogelijk - wat niet heel erg nodig is omdat ze nog steeds elkaar de kop in slaan - stap ik op zijn fiets en peer hem.

Nu ik op de fiets ziet en trap als een malle bedenk ik me ineens dat ik plan B en C allebei deels uitvoer. Alleen nu steel ik de fiets niet eens. Dus een deel van mijn problemen is al weer opgelost. Alsof je een klontje suiker in de thee gooit. Mooie vergelijking hè? Weet ik. Ik weet nog wel een vergelijking, maar dat is wiskunde. Daar zadel ik jullie maar niet mee op. Opzadelen doe je met paarden namelijk.

Ik ben terug gekomen in het deel van het dorpje waar ik de weg al weet. Voor een hotel in het centrum zet ik de fiets maar neer. Niet op slot, zodat iemand er nog wat aan heeft. Ik kan maar beter niet mer die fiets blijven zitten, want dat is al een probleem minder. Ik kijk nog een keer achter me, maar ik ben niet gevolgd.

Op mijn gemakje loop ik richting het restaurantje met de bed en breakfast waar ik praktisch werk en woon. Ineens valt iets me op. Ik had er nog niet zo naar gekeken, omdat ik altijd naar de grond kijk als ik loop, maar er hangen vermist posters. Vermist posters met mijn foto, mijn naam en gegevens van mijn school en ouders. Ze zoeken dus toch naar me. Wanneer is dit op gehangen? Zijn ze hier geweest mij zoeken? Net op het moment dat ik weg was? Waarom kan het me niet gewoon een keer meezitten? O ja, omdat dit nog steeds Mijn leven is. Dat zit nooit mee.

-
Lees dit plz even, er staat ook een vraag in
Het volgende hoofdstuk loopt dus qua tijd parallel met deze en de vorige. Dat hoofdstuk ga ik namelijk schrijven vanuit iemand anders. Wat zal ik doen: Morris of ouders (Noah/Samuel)? Mij lijkt Noah/Samuel wel leuk keer weer namelijk.
Ik schrijf dit volgend hoofdstuk ook even bovenaan denk ik, dat voorkomt verwarring denk ik.

Only One Gender [Dutch 2/3]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu