Hoofdstuk 9: De thuiskomst en een zieke Wolfs

137 3 0
                                    

Om 14u50 maakt Wolfs me wakker. “Eef binnen tien minuten komen we aan.” En tien minuten later staat het vliegtuig op de grond. We stappen uit en we horen meteen onze namen. Marion komt al meteen naar mij toe. “Oh Eva, je bent er weer.” Ze geeft me een dikke knuffel en daarna van Romeo en dan van Ellis. Fleur en onze andere 2 dochtertjes komen op ons af. Fleur knuffelt direct haar vader. “Wat heb ik jou gemist pap.” Ze draait zich dan om naar mij. “Heb jou ook gemist hoor.” Ze knipoogt naar mij. Dan rennen onze twee dochtertjes op ons af. Ze knuffelen ons bijna plat. We rijden dan met ons allen naar Deponti. We geven ze wat te drinken. Wolfs en ik legen eerst onze koffers en daarna gaan we bij de andere gaan zitten. We vertellen over onze huwelijksreis en tonen de foto’s. Rond 19 uur begint Wolfs te koken voor ons allemaal. Een halfuurtje later is het al klaar en kunnen we eten. Iedereen geniet van Wolfs zijn kookkunsten. Rond half 9 steken we Elena en Floriane in hun bed.

Rond 12 uur ’s nachts gaan de andere naar huis. “Ik vind het leuk dat Romeo en Marion een koppel zijn.” “Ja, dat vindt ik ook Eef.” “Ik ben doodop.” “Kom we gaan slapen.” We kruipen in ons bedje want we zijn allebei doodop. ’s Ochtends. ik zit samen met Elena en Floriane aan tafel. Wolfs is bezig met het ontbijt. Opeens laat Wolfs een tas vallen. Ik ga naar hem toe en dan zie ik hoe zijn handen beven. “Wolfs wat is er?” “Ik, ik weet het niet.” Ik pak zijn handen vast tot het beven stopt. “Het is niets Eva. Ik denk dat het van de vermoeidheid komt.” “Ga dan nog wat rusten.” “Het gaat alweer Eef.” “Heb je dat vaak gehad die bevende handen?” “Nee, dat is de eerste keer.” “Als het nog voorkomt dan gaan we je toch eens laten onderzoeken.” “Ja, dat is goed, maar hey maak je maar geen zorgen.” Maak je maar geen zorgen zegt hij. Dat doe ik juist wel. Die bevende handen was niet normaal. Ik ben zo bang dat ik hem kwijt ga geraken. Straks heeft hij een dodelijke ziekte als kanker. Stop Eva! Stop hiermee! Ik mag er gewoon niet aandenken. Wolfs ziet me denken. “Eef waar zit je aan te denken?” “Ik ben bang je kwijt te geraken.” Ik voel opeens de tranen over mijn wangen te stromen. Wolfs pakt me meteen vast.

Hoe moet het nu verder?जहाँ कहानियाँ रहती हैं। अभी खोजें