hoofdstuk 2

73 1 0
                                    

Na wat voor mij een ongemakkelijke eeuwigheid leek, stoppen we midden in een bos, uit het raam zie ik een oud verlaten houthakkers huisje. Ik word naar buiten getrokken en in het huis geduwd. "breng haar maar naar beneden, we bedenken later wel wat we met haar doen" zegt man 1. Man 2 duwt me richting een deur die leidt naar een trap naar een kelder. Hij duwt me richting de trap met het geweer in mijn rug. We lopen naar beneden en hij duwt me in een soort opberg hok. Ik verlies mijn balans en val op de grond. Zonder iets te zeggen, doet hij de deur dicht en op slot. Voor een paar seconde zit ik daar maar op de grond. Tot de hele situatie eindelijk door dringt. Ik zit vast bij een groep criminelen in een bos, en ik heb geen idee waar ik ben. Ik ga tegen de muur zitten en trek mijn knieën op. Angst tranen beginnen naar voren te komen, en voor ik het weet begin ik zachtjes te huilen.

Ik open mijn ogen. Het is ondertussen licht aan het worden. Ik had niet eens gemerkt dat ik in slaap was gevallen. Ik ga rechtop zitten en voel een pijn in mijn knie. Ik trek mijn broek op en zie dat mijn knie dik en een beetje blauw is. Waarschijnlijk is dat gebeurt tijdens de poging om uit man 2 z'n greep te komen. Ik wrijf erover, maar trek mijn hand meteen weer terug omdat er een enorme pijnscheut doorheen gaan. Hoe heb ik dit gisteren niet gemerkt? Waarschijnlijk door de adrenaline. Ik probeer beter te gaan zitten en mijn knie te strekken, maar ook dat doet pijn. Dus ik laat hem zoals hij nu is. Ik bekijk de kamer waar ik in zit. Er is niet veel, een paar dozen, wat troep en maar een klein raampje waar ik wel doorheen zou passen, als mijn knie niet zo'n pijn deed. Plots hoor ik een deur opengaan en iemand naar beneden lopen. Het slot wordt eraf gehaald en man 1 komt naar binnen gelopen. "kom mee naar boven" zegt hij en hij wilt al weglopen. Ik probeer op te staan maar ik kan echt geen gewicht op mijn knie zetten. De man draait zich om en kijkt me aan. Hij zucht en loopt naar me toe. Zonder pardon gooit hij me over zijn schouder, wat enorm veel pijn doet aan mijn knie. Een kleine kreun van pijn verlaat mijn mond, maar de man lijkt het te negeren. Hij loopt met mij naar boven en zet me dan neer op een stoel. Voor me staat een bord met eten en wat water. De overige mannen zijn nergens te bekennen. "eet" beveelt de man en hij loopt weg. Ik kijk om me heen terwijl ik een klein hapje neem van het eten. Het huis is in een slechte staat. De ramen zijn vies of kapot, er zitten hier en daar gaten in de muur. De man komt terug met een kistje. Niet veel later komt ook man 4 aanlopen. Ze lopen beide naar me toe. Man 1 gaat tegenover me zitten en man vier knielt bij me neer. "ik ga even je knie bekijken" zegt man 4 en hij trekt mijn broekspijp op wat al zeer doet. "wat is je naam?" vraagt man 1. Ik weet niet of ik dat wel wil zeggen. "ik heb geen zin om het de hele tijd te vragen" zegt hij boos. "Alara" zeg ik. "oké Alara, om eerlijk te zijn, weten we niet wat we met je moeten doen. Dus voorlopig zit je hier vast met ons tot we een plan hebben. We hebben een extra kamer, zolang je je gedeisd houdt, kun je daar blijven" zegt man 1 dan. "kunnen jullie me niet gewoon ergens dumpen?" vraag ik. "we kunnen geen risico lopen en nu naar buiten gaan. Tot we een plan en een nieuwe locatie hebben gevonden, zitten wij met jou opgescheept" zegt man 1. Man 4 begint voorzichtig mijn been te strekken waardoor ik moet sissen van de pijn. "hij is uit de kom" zegt man 4 dan. "kun je hem erin krijgen?" vraagt man 1. Man 4 knikt en voor ik het doorheb, begint man 4 tegen mijn knie te drukken. Uit reflex probeer ik mijn been terug te trekken maar hij houd hem te goed vast. Ik begin te kreunen van de pijn en man 1 schiet omhoog. Hij pakt me vast waardoor ik niet langer meer kan bewegen. Tranen rollen over mijn wangen van de pijn. Eindelijk laten de mannen mij los en meteen grijp ik naar mijn knie. Nog steeds doet ie pijn. "fijn dat je even waarschuwt" zegt man 1 zuchtend. "he, hoe eerder hoe beter" zegt man 4. "breng haar naar de kamer" zegt man 1 dan met een zucht. Man 4 staat op. Ik hou mijn hand op. "ik loop zelf wel" zeg ik. Mooi niet dat een van deze mensen mij nog een keer aanraakt. Man 4 wilt erop ingaan maar houd dan zijn handen op. "volg mij" zegt hij dan. Ik sta op en met, op elkaar geklemde tanden, strompel ik achter man 4 aan. Na mijn 3e kreun op de trap, tilt man 4 me zuchtend op. Meteen probeer ik los te komen. "laat me los" zeg ik en ik begin hem te stompen. Hij kijkt me boos aan. "ik kan je ook gewoon nu laten vallen, het boeit ons niks wat er met jou gebeurt. Dus als ik jouw was zou ik je mond maar houden, want volgends mij ben je vergeten in wat voor een situatie je zit" sist de man. Geschrokken hou ik mijn mond en hij loopt door. Hij loopt een kamer binnen en zet me ruw neer op een bed, daarna loopt hij zonder iets te zeggen weg. 

The Wrong TimeWhere stories live. Discover now