Hoofdstuk 11

1.8K 53 18
                                    

Pijn, dat was het enige wat ik voelde. Ik deed mijn ogen open en zag niemand. Ik lag in een lege kamer. ''Hallo, is daar iemand?'' mijn keel was droog waardoor mijn stem schor aan klonk. Ik zwaaide mijn benen over de rand van het stenen bed waarop ik lag. Ik keek omlaag naar mijn voeten en gilde mijn longen uit mijn lijf. De grond van deze kamer lag vol met lijken van mensen en veel bloed. Ik sprong van het bed af en pakte een klein meisje van de grond. Ik voelde geen hartslag en begon hard te huilen. Wie deed nou zo iets? Ik keek om mij heen met de hoop om een uitweg te vinden uit deze hel. Mijn ogen bleven hangen bij een van de hoeken van de kamer. Langzaam kwam er iemand uit de schaduwen in het licht staan. Diep in mijn hart wist ik al wie het was, wie anders kon er iemand vermoorden. ''Waarom heb je ze vermoord?!'' ik schreeuwde terwijl ik naar achterliep en de lijken nog steeds bang aan keek. Daray kwam dichterbij, hij keek niet een keer naar de lijken die op de grond lagen. De muur prikte in mijn rug en de afstand tussen mij en Daray werd steeds kleiner. ''Kom niet dichterbij!'' ik probeerde te schreeuwen, maar ik was zo bang van al die lijken. Daray sloot mij in tussen zijn sterke armen. Hij wreef met zijn duim over mijn kaak en suste mij. ''Maar liefje toch, ik heb ze niet vermoord.'' hij kwam nog dichterbij met zijn gezicht en fluisterde in mijn oor: ''Dat heb jij gedaan.'' hij keek me aan in mijn ogen en ging verder met praten. ''Je bent nu eindelijk mijn vrouw voor altijd, en de koningin van alle vampieren.'' hij kuste mij op mijn mond. 

Ik schoot gillend omhoog. Ik keek snel om mij heen en zag gelukkig geen lijken op de grond, maar ik bleef gillen. Daray rende op mij af en wou me knuffelen, maar ik kroop naar de andere kant van het bed waardoor ik van het bed afviel. Ik voelde zijn sterke armen om mijn lichaam en probeerde nog meer te gillen, maar mijn stem was weg. Daray drukte mij nog harder tegen zijn borst en wreef over mijn rug. ''Het was maar een nachtmerrie, het was niet echt.'' ik wou tegen hem schreeuwen dat hij mij los moest laten en mij nooit meer mocht aan raken. Maar ik kon het niet, ten eerste was mijn stem weg. En ten tweede was er een stem in mijn hoofd die zei dat hij bij mij moest blijven. Toen ik eindelijk weer normaal ademden en niet meer aan het huilen was, probeerde ik mij uit zijn knuffel te wurmen. Hij knuffelde mij hierdoor alleen nog maar harder en bromde licht. ''Laat me los.'' mijn stem was weer een beetje terug. Daray grinnikte lichtjes en tilde mij op. Hij zette mij op het bed neer en liep weg. Ik ging weer onder de dekens liggen en liet alles even tot mij bezinken. Het was maar een droom geweest, het was niet echt. Maar het leek zo echt alsof het wel was gebeurd. Net zoals die droom of nachtmerrie die ik had toen ik zag hoe ik werd ontvoerd door hun. De deur ging weer open en Daray kwam binnen lopen met een dienblad. Er lag eten op en een kan met water. Hij zette het naast me neer en ging naast mij liggen, zonder het te vragen of ik het wel goed vond. ''Waarom ben je weg gerend?'' zijn stem klonk verdrietig maar ook een beetje boos. Ik pakte het glas en de kan met water en schonk mijzelf een glas water in. ''Wat is er gebeurd met de chauffeur die samen met mij in de auto zat? En wat is er gebeurd met al mijn wonden die ik had gekregen van het auto ongeluk?'' Hij bleef stil terwijl ik mijn water opdronk. Ook pakte ik een stuk fruit en begon te eten. Mijn keel deed nog steeds pijn en mijn stem was nog niet helemaal goed. ''Je hoeft je over hem geen zorgen te maken.'' met dat korte antwoord stond hij op en liep naar de deur. Voordat hij de deur uitliep draaide hij zich nog om en keek mij recht in de ogen aan. ''Van af nu slaap je elke nacht bij mij, je eet met mij of op je kamer. Je hebt twee wachters die je overal naar volgen, en je mag het kasteel niet meer verlaten zonder mijn toestemming. Probeer je wachters niet af te schudden, anders blijf je elk uur van de dag bij mijn zijde.'' met die woorden draaide hij zich om en liep weg. Opnieuw begon ik te huilen. Stilletjes stond ik op en liep naar een van de deuren. Ik deed de deur open en zag dat het een badkamer was. Ik deed de deur op slot en deed de douche aan. Ik kleedde mij uit en ging onder de douche staan. Huilend liet ik me op de grond zakken. De warme stralen gaven mij een golf van rust en moeheid. Ik sloot mijn ogen en genoot van dit moment. Ik hoorde hoe alle geluiden om mij heen langzaam weg gingen en hoe de duisternis toe sloeg.

Langzaam kwamen alle geluiden terug. ''Emily, doe de deur open!'' Ik wou wat terug mompelen, maar er kwam niks uit mijn mond. De deur werd uit zijn scharnieren gerukt en zonder schaamte kwam Daray en nog drie andere mannen de badkamer in gerend. Toen Daray mij zag rende hij op mij af en zette de douche uit. Hij tilde mij op en beveelde zijn mannen om weg te gaan. Toen de mannen de kamer hadden verlaten droogde Daray mij af. Ik snapte niet waarom ik mijn lichaam niet kon bewegen. Ik schaamde mij kapot dat Daray mij aanraakte over mijn hele lichaam. Hij tilde mij op en legde mij op het bed. Hij liep een andere deur binnen en kwam terug met een t-shirt van hem en een onderbroek. Hij hielp me met het aandoen van de kleren en legde me toen onder de dekens. Ik wou hem bedanken ondanks dat ik het zo schamend vond, maar er kwam opnieuw niks uit mijn mond. Daray begon zich uit te kleden en kwam ook in het bed liggen. Hij trok mij tegen hem aan en knuffelde mij. ''Wees gerust morgen is alles uitgewerkt.'' met dat gezegd viel ik opnieuw in slaap.

Eindelijk is er weer een nieuw hoofdstuk, veel lees plezier. 

The Vampire KingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu