Deel 8

610 56 11
                                    

"Zullen we wat leuks doen vandaag?" Vroeg Maddy terwijl ze vrolijk om me heen sprong. Ik duwde haar zachtjes iets bij me weg.

"Je vergeet dat ik detentie heb, zoek maar iemand anders om te irriteren," zei ik slaperig.

"Ugh, zo saai."

"Dan ga je wat leuks doen met Sander," stelde ik voor.

Sander wierp een blik op Maddy en zei toen snel, "nee, sorry, ik ga al iets doen met Sky."

Maddy likte haar lippen, "iets," zei ze zo sensueel mogelijk en voegde er toen ook nog een knipoog aan toe.

"Waarom zijn we nog bevriend?" Verzuchtte ik. Maddy grinnikte.

"Je kunt altijd bij de tweeling in de bieb gaan zitten," zei Sander.

"Ja, leuk. Dan kan ik meteen lijden onder hun beoordelen blikken," zei Maddy sarcastisch.

Ik haalde mijn schouders op, "zij zitten vaak genoeg met jouw sarcasme opgescheept."

"Ja, maar sarcasme is leuk." Maddy schoot een duivelse glimlach naar mij.

"Hm, geweldig," stemde ik in, te moe om iets anders te doen. "Ik zie jullie zo, over een paar uren, dagen, weken," zei ik dramatisch.

"Het is maar vijf uur detentie. Ik weet zeker dat je je prima vermaakt," zei Maddy onschuldig.

"Hilarisch, tot later." Ik zwaaide naar Sander en Maddy terwijl ik de deur opende. Toen ik me omdraaide om weg te gaan stond Sky ineens voor mijn neus.

"Oh, hoi," zei ik met een kleine ongemakkelijke glimlach.

"Hey, ik ben hier voor-" begon hij.

Ik liet hem zijn zin niet eens afmaken, dit was ongemakkelijk en ik wilde hier weg. "Voor Sander, tuurlijk. Kom binnen." Ik stapte opzij om hem door te laten en zodra hij binnen was glipte ik achter hem langs om naar Diederik te gaan.

Eerlijk gezegd was ik blij dat ik detentie had met Diederik en niet met bijvoorbeeld Hanneke, om maar meteen een extreem voorbeeld te nemen. Diederik was altijd wel aardig en het OT lokaal was een van de beste lokalen die we hadden in school. Het hing vol met gedroogde planten en posters en de ramen waren bijna net zo hoog als het lokaal, zodat er veel licht naar binnen kwam. Daarnaast rook het er naar het bos, waarschijnlijk door de planten aan de muur en misschien een beetje door de verzameling nog levende planten die op het bureau van Diederik stonden.

Bij het lokaal aangekomen klopte ik netjes op de deur. Ik wachtte, maar hoorde niks, en klopte nog een keer. Weer niks. Langzaam opende ik de deur. Diederik zat achter zijn bureau, zijn hoofd verstopt tussen zijn eigen planten rimboe.

"Hallo?" Nog niks.

"Diederik?" Hij keek op, spotte mij en wist niet hoe snel hij op moest staan. Toen keek hij van zijn bureau naar mij en terug. Snel sloot hij het boek dat op zijn bureau lag en waar hij waarschijnlijk zo in verdiept was toen ik binnen kwam.

"Sarah," wist hij toen uit te brengen. Hij schraapte zijn keel en herstelde zijn postuur.

"Dus, wat doe je hier?" Was hij serieus vergeten dat ik detentie had? Ik had net zo goed niet kunnen komen, hoewel ik dan wel met Maddy opgescheept had gezeten.

"Ik heb detentie," herinnerde ik hem, "voor de derde keer nu al."

"Oh, ja, natuurlijk. Um, ik had deze week dit voor je, even zien." Hij begon in zijn verschillende lades en kastjes te zoeken.

"Ah, hier heb ik het. Dit zijn bladeren van giftige en niet giftige planten. Wat belangrijk is, is dat ze geordend worden. Ik dacht erover om ze ergens op te hangen zodat jullie het makkelijker kunnen bestuderen. Goed idee?"

"Prima, hoe lang denkt u dat dit duurt?" Vroeg ik omdat ik van het idee alleen al bijna in slaap viel.

"5, 6 uur max," zei Diederik kalm. Ik hielt een zucht in. Goed, maar een paar uur werk, het was niet zo erg.

Terwijl ik braaf in de weer ging met de bladeren lette ik half nog op Diederik. Af en toe keek ik zijn kant op, er was vandaag iets anders aan hem. Misschien kwam het door de enorme wallen die onder zijn ogen hingen, of door zijn nieuwe fascinatie voor de grote stapel boeken die op zijn bureau stond. Ik had Diederik nog nooit echt veel boeken zien lezen, hij hielt er meer van om zelf achter dingen te komen. Een plant was voor hem niet giftig wanneer een boek dit zei, maar wanneer het bij hem voor uitslag of ziekte zorgde. Waarschijnlijk was dit niet een van de veiligste manieren om te leven, maar Diederik leefde nog steeds en was een betere leraar omdat hij veel eigen ervaringen had. Toen ik door ongeveer de helft van de bladeren heen was en bijna in slaap was gevallen, pakte Diederik zelfs een bril uit een van de vergaande lades van zijn bureau. Ik had deze bril nog nooit gezien, maar het was een grappig klein rond dingetje. Het leek nog kleiner op het brede gezicht van Diederik.

"Ik wist niet dat u een bril had, meneer," zei ik verbaast. Diederik wreef door zijn korte stekeltjes, maar zei niks. Toen hij een pagina van zijn boek om sloeg besloot ik dat hij me vast niet gehoord had en ging verder met het sorteren.

Toen ik eindelijk klaar was had ik honger en last van mijn nek. De vorige keren had Diederik wel voor lunch gezorgd, maar vandaag leek hij zowel mij als de tijd te zijn vergeten. Ik maakte gebruik hiervan door zachtjes op te staan en naar het bureau te schuifelen. Ik probeerde tussen zijn planten verzameling door te kijken om te zien op welk boek al zijn aandacht gevestigd was, maar ik kon geen letters zien. In plaats van letters zag ik alleen maar bruine lijnen. De vergeelde pagina's stonden duidelijk uit twee tinten: vergeelt en ernstig vergeelt. Er leken netjes hokjes op het papier te staan, maar het zei me niks tot ik de trap spotte.

"Een plattegrond?" Fluisterde ik verbaast. Blijkbaar stond ik nu dichtbij genoeg Diederik zodat hij me kon verstaan, want hij sloeg het boek met een harde knal dicht. Stof kwam in grootte wolken uit de pagina's van het boek gevlogen.

"Nee?" Hij sprong op uit zijn stoel, "ik denk dat we klaar zijn voor vandaag."

"Was dat een plattegrond?" Vroeg ik. Ik bewoog niet toen Diederik naar de deur liep en deze voor me open deed.

"Tijd om te gaan, anders sluit ik je op in het lokaal," dreigde hij terwijl hij de sleutel uit zijn zak viste. Ik wist dat hij me niet zomaar op zou sluiten. Toch liep ik naar de deur.

"Een plattegrond van de school?" Probeerde ik terwijl ik langs hem de deur uit liep. Diederik kleurde rood, maar zei niks meer. Ik gokte dat dit betekende dat ik gelijk had. Ik zei Diederik gedag en liep door naar de grote hal om mijn lunch op te halen.

---------------------------

Ben ik een dag en een week te laat? Ja. Ben ik ziek? Dat ook. Ga ik schrijven opgeven? Nooit!!!!!!! Ik heb een beetje moeite met schrijven op het moment en breng te veel tijd door op school omdat de roostermakers blijkbaar een hekel aan me hebben. Ik hoop dat jullie me vergeven.

Tot schrijvens - L

Wings of SilverWhere stories live. Discover now