7 || Heartbroken

43 4 34
                                    

Ik draaide me om in mijn bed. Het was veel te warm, het leek wel alsof ik koorts had. Ik kon maar niet terug in slaap geraken. Van overal leken stemmen te komen, en allerlei geluiden, die ik niet kon verklaren. Wat was er toch aan de hand? Ik draaide me nogmaals om. Het gezicht van de jongen die naast onze auto was verschenen, toen we hier voor het eerst waren, spookte door mijn hoofd. Ik snapte niet waarom ik hem niet kon vergeten. Er was iets aan hem... Ik draaide me nog een keer om.


'Em, ben je klaar om te vertrekken?' Mijn vaders stem weergalmde doorheen de immense inkomsthal die dit huis rijk maakte. Ik hielp Lizzie nog even in haar felroze jasje.

'Ik ben hier, pa!' Lizzie keek me met haar grote oogjes aan, terwijl ik haar haar boekentasje toereikte.

Mijn vader kwam naar me toe, op de voet gevolgd door Ryan, die een hele monoloog leek te voeren over wat hij haatte aan koffie. Luke stormde de trap af.

'Em! Em! Mijn veters! Ze zijn looooos!'

Ik lachte even, en ging naar mijn jongste broertje toe. Ik strikte vlug zijn veters, terwijl hij me aankeek alsof ik een wonder verrichtte.

'Kom op, jongens, we moeten nu echt gaan. We kunnen niet te laat komen op onze eerste dag!'

Mijn vader spoorde ons aan om naar de auto te gaan. Ik trok de kleintjes met me mee. We moesten nog een klein stukje doorheen het bos om de plaats te bereiken waar we de auto hadden achtergelaten.

'Wat...'

Ik keek op. De wagen was helemaal bedekt met kleine papiertjes. Ik nam er eentje op.

'Menacing Street' Dat was het enige wat er op te lezen stond.

Ik nam een ander briefje.

'Menacing Street rules!' En zo ging het maar door.

'Choose Menacing Street!'

'We all want to live, don't we?'

'Leave Notte Oscura!'


'Wat is dit?', vroeg mijn vader verbaasd.

'Ik heb geen idee', mompelde ik. Ik vroeg het me ook echt af. Maar ik moest naar school, net zoals de kleintjes, en mijn vader werd op kantoor verwacht. Ik begon dus maar al de briefjes van de auto te verwijderen, zonder aandacht te besteden aan de boodschappen, die er op genoteerd waren. Mijn vader en Ryan hielpen al gauw mee, terwijl de tweeling dacht dat het net gesneeuwd had of zo. Wie dit ook had gedaan, had er heel veel werk in gestoken. Er waren zeker duizend van deze briefjes, en ze waren allemaal verspreid over onze auto.

Om eerlijk te zijn dacht ik eerst niet dat het zo bijzonder was. We waren immers nieuw in het dorp, dit was vast een streek van kwajongens die alles bij het oude wilden houden. Was dat maar waar geweest...


Nadat mijn broertjes en zusje waren afgezet aan hun nieuwe school, bracht mijn vader ook mij. Ik was een beetje zenuwachtig, want ik had geen idee wat ik kon verwachten. Ik hoopte dat Annabel nog steeds aardig zou zijn tegenover mij, en dat het allemaal wat zou meevallen. Uiteindelijk was het gewoon een school, zoveel kon er niet misgaan. Austins opmerking verliet mijn gedachten echter niet.

'Dat is het inderdaad als je tenminste uit de buurt van sommige personen blijft, kan je niks overkomen.'


Daar was ik dan. Ik sloot het portier van de auto achter me en ging het gebouw binnen. Ik was net op tijd. Als ik geluk had, kon ik Annabel nog even zien voor de lessen begonnen. Ik ging naar, wat ik dacht dat het secretariaat was. Daar zat een lang meisje met de meest roze outfit, die ik ooit had gezien.

'Euh, hallo, mijn naam is Emily Rose. Ik ben nieuw hier. Zou ik...' Een kans om mijn zin volledig uit te spreken, kreeg ik niet.

Het meisje onderbrak me meteen, terwijl ze naar haar roze nageltjes staarde ,'Luister, meisje, ik weet wie je bent, ik leef niet op de maan. Iedereen weet dat John Rose en zijn familie hierheen zijn gekomen. En weet je, hij was beter weggebleven. Jullie waren beter weggebleven.'

Ik keek het meisje verbaasd aan na deze opmerking. We waren hier net en ze wou nu al dat we er niet waren? Ze kende me toch helemaal niet?

'Euh, waarom vind je dat?', vroeg ik verontwaardigd.

Ze keek op ,'Sommige rozen verliezen hun doorns na verloop van tijd, maar geen enkele gek zou het in zijn hoofd halen om de doorns er terug aan te plakken.' Ik had nu even het gevoel dat zij gek was, maar begreep al gauw dat ze een metafoor gebruikte. Ik snapte echter de betekenis niet.


'Maar goed, je bent er nu en ik neem aan dat ik je moet rondleiden. Mijn naam is Becky Thomas, ik ben voorzitter van de leerlingenraad en modeclub. Je locker is nummer 315. Die vind je in de gang aan de linkerkant van dit lokaal. In je locker zal je je uurrooster, en een grondplan van de school vinden. Je schoolboeken zijn besteld, en zal je volgende week ontvangen. Hier is het sleuteltje.' Ze stak me een klein sleuteltje toe. Ik nam het aan en wachtte op verdere uitleg maar die leek niet te komen. Becky zat alweer helemaal verdiept in één of ander modeblad. Ik zou het dus verder zelf mogen uitzoeken. Over een warm welkom gesproken.

Ik ging op zoek naar mijn kluisje in de linkse gang. 315 had ze toch gezegd?

Onoplettend stapte ik verder zonder voor me te kijken, volledig gefocust op de nummers die in het rood waren aangebracht op de kastjes. Voor ik het doorhad, botste ik keihard tegen iemand aan en belandde op de koude vloer.

'Het spijt me. Echt', zei een jongensstem. Ik keek op en schrok zo van wat ik zag dat ik opsprong. Was dit echt...?

HeartbrokenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu