December 1996

486 21 33
                                    

December 1996

"Alex! Hier komt Wilzilla!"

Nog voor hij zich kan omdraaien voelt hij een ijskoude, natte brok sneeuw in zijn nek. De brok glijdt door tot op zijn rug en hij springt in het wilde weg rond als een bezetene.

Ze zijn in Alexanders tuin en dankzij de vriestemperaturen is de sneeuw dit jaar nog eens blijven liggen. Het lijkt een eeuwigheid geleden dat ze nog eens een sneeuwballengevecht hebben kunnen houden.

"Je moet jezelf zien! Geweldig!", roept Wille met tranen in zijn ogen door de lachbui die hij heeft. Alexander moet ook lachen en eens ze naar elkaar kijken houden ze het niet meer uit, ze vallen allebei op de grond en lachen hysterisch.

"God, dit is geweldig", zegt Wille eens ze uitgelachen zijn. Maar Alex geeft geen antwoord, en voor hij het weet voelt hij een dikke klodder op zijn gezicht hangen. "Alex!", roept hij zo luid als hij kan en Alexander sprint naar de straat.

"Sukkel!", roept Alexander en hij hoort Willes voetstappen steeds dichterbij komen. Shit, denkt hij, straks neemt hij wraak en krijg ik tien sneeuwballen door mijn keel geduwd!

Maar die wraak komt nooit, want plots hoort hij het geluid van slippende laarzen en dan een krak. Hij weet meteen dat er iets niet normaal is, en draait zich om.

"Alex!", roept Wille. Zijn beste vriend ligt op het voetpad, zijn rechterarm ondersteund door zijn linker en met tranen in zijn ogen. "Wille?", zegt Alexander bezorgd en ze kijken elkaar aan. "Ik ben gevallen op mijn rechterarm. Hij doet niet normaal veel pijn, ik ben zeker dat hij gebroken is."

"Laat me even kijken, blijf rustig, oké?", zegt Alex en door de aanwezigheid en geruststellingen van zijn vriend wordt Wille al meteen kalmer. Zijn pols is al tot twee keer zijn normale grootte opgezwollen, en aan de uitdrukking op Willes gezicht doet het echt veel pijn.

"Ik ga even wat sneeuw halen om erop te leggen. Ik ga proberen om je pols niet aan te raken, goed?" Wille knikt en probeert zijn pols te bewegen, maar het gaat gewoon niet door de pijn.

"Hier", zegt zijn beste vriend en legt de sneeuw op zijn rechterarm en pols. "Kom, we gaan naar huis. Mijn mama voert je wel naar het ziekenhuis."

Zo gezegd, zo gedaan. Ze rijden naar het ziekenhuis met Wille en bellen zijn ouders, die na een tijdje ook in het ziekenhuis arriveren. Dokters nemen foto's van zijn arm en ze zijn het zeker: niet alleen zijn pols is gebroken, maar ook een deel van zijn onderarm.

Na een uur zit Alexander nog in de wachtkamer, maar dan komt Wille terug uit de kamer met een gips rond zijn rechterarm. "Sukkel", zegt Alexander en Wille glimlacht, iets wat hij een paar uur geleden nog niet kon. "Bedankt om zo lief te zijn", zegt Wille en Alex bloost hevig. Zulke dingen mag je echt niet zeggen tegen hem.

"Is wel oké", zegt hij en haalt zijn schouders op. "Het gips moet ik zes weken dragen, en de dokter zei dat ik geluk heb gehad dat ik geen operatie moet. En je mag als eerste je naam op mijn gips schrijven."

Alex glimlacht.

-

"Mag ik vanavond blijven slapen bij Will?", vraagt Alexander drie weken later aan zijn moeder. Willes arm zit nog steeds in het gips en het is kerstvakantie, dus kunnen ze geen sneeuwbalgevecht meer houden.

Zijn vader knikt en zijn moeder haalt haar schouders op. "Misschien kunnen we Marie en Anton uitnodigen om bij ons te eten? Dan zitten jullie even gezellig alleen en kunnen jullie je zin doen." Zijn mama weet ook altijd wat hij bedoelt.

Nooit vergeten | BoyxBoyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu