Ik gaf zo goed mogelijk antwoord en deed zo sociaal als ik kon terwijl ze me ondervroeg, maar mijn brein speelde steeds af wat er net was gebeurd. Een engel. Fuck dat, ik had echt gehallucineerd. De psychologe tegenover me had dat praktisch bevestigd door te zeggen dat er wat administratieve problemen waren geweest. Hooguit tien minuten, niet een half uur. En tien minuten was vast wel genoeg om een half uur aan informatie te hallucineren. Dromen lijken vaak ook de hele nacht te duren terwijl het in feite veel korter is. Maar hoezeer ik mezelf ook probeerde te overtuigen, het lukte niet. Op de achtergrond was een steeds een stemmetje dat schreeuwde dat ik het er niet bij moest laten zitten, dat er meer aan de hand was. En voor ik de waarheid had achterhaald moest ik me gedeisd houden, net doen of die engel werkelijk mijn herinneringen had gewist. Ik vroeg me af of ze dat expres had gedaan of dat ze om een of andere reden mijn geheugen niet kon wissen. Ervan uitgaand natuurlijk dat ik niet gehallucineerd had.

“Nou, dat was het wel. Zullen we alvast een nieuwe afspraak plannen?” Ik knikte. Ze haalde een papiertje tevoorschijn met het logo van haar organisatie erop en krabbelde daar haar naam en telefoonnummer op. Ze stelde me een paar data voor waar ik er eentje van uit koos. Die zette ze ook op het kaartje samen met de afgesproken tijd, vouwde het ding dicht en gaf het aan me. Ze stond op en liep met me mee naar de deur. Voordat ze die opendeed geef ze me een hand en glimlachte. “Ik denk niet dat er zoveel met je aan de hand is, alleen dat veel te verwerken hebt.” Ze opende de deur en duwde me zachtjes naar buiten. “Tot ziens!” Verdwaasd liep ik weg. Ik had geen idee wat ik verder met de huidige informatie moest. Het eerste wat in me opkwam was dus maar Brandon bellen. Mijn brein had constant die neiging, om ontwijkingsmanoeuvres uit te voeren als ik eigenlijk aan iets belangrijks moest denken. Het ging dan muziek afspelen of… zeggen dat ik Brandon moest bellen of zo.

   Met mijn telefoon in de hand liep ik door het trappenhuis naar beneden tot ik buitenstond. Ik liep naar mijn auto die ik van een afstandje al van het slot haalde, stapte in en kraakte mijn nek. Ik had het idee dat ik meer had aan een fysiotherapeut dan aan een psycholoog.

   Ik koos Brendans nummer en wachtte tot hij opnam.

“He,” hoorde ik niet veel later. “Wil je langskomen?”

Brandon en ik waren niet officieel een stel of zo, daar hadden we geloof ik beide geen behoefte aan. Maar het was op een vreemde manier geruststellend naast hem wakker te worden, op welk moment van de dag dan ook. Ik was graag in zijn omgeving, en niet alleen omdat ik dan alles kon doen wat me ooit verboden was. Ook omdat hij me me anders liet voelen, meer dan ik dacht te zijn. Alsof ik boven mezelf uitsteeg.

“Damn dat was goed,” hijgde ik en hij plofte naast me neer. Ik was net ook boven mezelf uitgestegen, maar dan op een andere manier.

   Hij streelde de binnenkant van mijn arm waardoor ik kippenvel kreeg, plantte een aantal kusjes in mijn nek en vertoonde een grijns waar de god Loki nog jaloers op zou zijn.

“Ja? Was het zo goed?” Nou lachte ik ook en tikte hem tegen zijn borst.

“Niet te arrogant worden he? Straks ga je naast je schoenen lopen en dump je me voor iemand anders omdat je zo goed bent.” Mijn vinger gleed langzaam van zijn sleutelbeen over zijn borstkas naar zijn heupen. Hij grinnikte en kwam over me heen hangen. Tussen een paar zoenen door mompelde hij, “Dat zou ik nooit doen.” Nee, totdat ik hem zou vertellen over de engel, dan zou hij me dumpen alsof ik een hondendrol was. Maar, als ik het onschuldig speelde kon ik wel peilen hoever ik kon gaan.

   Ik kiepte hem omver en kwam op hem liggen.

“Weet je wat ik vandaag heb gezien?” Hij keek me vragend aan. “Een engel.”

“Waar? Het is lang geleden dat ik er eentje heb gezien.” Ik wist niet zeker hoe ik dat op moest vatten. Ik was goed in herkennen of mensen aan het berekenen waren of niet, maar ik kon tonen nog niet zo goed van elkaar onderscheiden.

DuisternisWhere stories live. Discover now