De roeping van Abram

13 1 0
                                    

POV Abram

'Abram,Abram je moet je land, familie achterlaten. Want je moet gaan wonen in het land dat Ik zal je wijzen.

En Ik zal je tot een heel groot volk maken, en op een nageslacht die over heel de wereld woont.

Ik zal de mensen zegenen die jou zegenen en de mensen vervloeken die jou vervloeken. '

Nadat ik het al onze spullen gepakt heb, neem ik afscheid van m'n familie

Samen met Saraï en Lot en al onze bezittingen en slaven ben ik uit het land Haran gegaan, met de leeftijd van 75 jaar oud.

En gingen we naar het land wat God ons toe wijsde.

We reisde naar Kanaän, toen we daar aankwamen reisde we verder door Kanaän heen .

Maar we moesten natuurlijk ook slapen omdat we moe waren, we gingen slapen in Sichem tot aan de eikenboom More.

Een eikenboom was toen een heilig iets voor de mensen, maar ik heb er niet aan mee gedaan.

De Kanaänieten woonde toen in dat land.

God verscheen aan mij en zei:' Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven. 

Toen ik dat hoorde bouwde ik een altaar voor God. (Als gedenk teken denk ik zelf ook al staat het niet in de Bijbel)

Van Sichem ging ik naar het oosten van Bethel en zette ik m'n tent tussen Bethel in het westen en het oosten van Ai.

Daar bouwde ik opnieuw een altaar voor de Heere, en maakte een eredienst om Gods naam te danken en om te bidden.  ( Ik denk dat je dit als een kerkdienst moet zien).

Daarna ging ik naar verder naar het zuiden om het land te bekijken nadat ik dat heb gedaan ben ik vertrokken richting Egypte en richting de Negevwoestijn.

Er kwam honger in ons land, dus vertrokken we naar Egypte.

Toen zei ik tegen mijn vrouw Saraï, ik weet dat je knap ben, dus dan moet je maar zeggen tegen de mannen dat je mijn zus ben en niet mijn vrouw want anders zullen ze me doden.

Enzo verzon ik een leugen voor mijn eigen bestwil.  Uiteindelijk klopt het wel een beetje want Saraï was een half zus van me. ( Voor de mensen die een Bijbel hebben kunnen dit lezen in Genesis 20:12)

De Egyptenaars zagen dat mijn vrouw Saraï een mooie vrouw was.  Dus werdt ze meegenomen naar de koningen van Egypte.

(De koningen in Egypte hadden de titel Farao).

Ik had het leugentje opzich goed verzonnen, want omdat ik de 'broer van Saraï' was kreeg ik vee en dienstpersoneel ( dienstpersoneel waren vroeger denk ik slaven).

Maar de Heere grijpt in want Farao wordt gestraft door plagen. Het is niet bekend door welke plagen gestraft werden. 

Maar de reden dat Farao wordt gestraft is de schuld van mij en van Saraï.

Farao merkt dat er iets niet pluis is, dus worden we weggestuurd.

---

Ik hoop dat jullie het interessant vonden om te lezen en het begrijpen. Als jullie iets niet snappen, stel dan gerust een vraag!

Liefs, J


Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Apr 25, 2017 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

GenesisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu