Lauren | Verdwaasd '21

11 3 0
                                    

Ik zit op een boomstronk te staren naar het water als ik luid gejuich hoor. Ik kijk achterom. Mensen juichen alsof we zijn gered. Ik vlieg op en ren harder dan ik zelf wist dat ik dat kon. Ik kijk iedereen aan en vraag wat er aan de hand is. Ze zeggen dat er drank is gevonden. Ik kijk beduusd en zeg: "Dat is het? Jullie juichen zo hard, omdat er drank is gevonden? Ik zelf drink niet. Nooit gedaan. Ik heb door mijn werk teveel slechte ervaringen met drank. "Dus? Wees er blij mee! Dat hij zoveel moeite heeft gedaan voor onder andere jou." Het is Lena. Ik kijk een beetje chagrijnig. Blijkbaar is de vondst meer waard, dan de aanwezigheid vreemd is. "Dus jullie vinden het ook totaal niet beangstigend dat het hier ligt en dat de mogelijkheid bestaat dat er dus nog meer mensen op dit eiland zijn en dat deze mensen wellicht verkeerde bedoelingen hebben?" Het was alsof ik een blok steen op de groep had gegooid. Niemand leek dat zich tot nu toe te realiseren. Eden gaf snel een reactie. We kunnen deze inhoud niet zo laten liggen. Als deze mensen hier echt waren en ze er achter kwamen dat wij hier waren en dat wij deze flessen gestolen hebben... We besluiten de flessen in te graven. Op een plaats die we ons nog kunnen herinneren. Ik voelde een andere sfeer over de groep trekken. Beangstigend. We zitten een beetje stil bij elkaar. We kijken elkaar aan. De angst na de vliegramp is niet te vergelijken met deze angst. Dit is veel erger. Ook bleven we maar denken aan Finn en het mogelijke verband tussen de twee gebeurtenissen. We konden er geen vat op krijgen en zelfs Eden was stil. Dit was niemand van haar gewend. Ineens wordt Gary heel erg kwaad. Dat het niet aan hem lag dat hij hier was en dat wij ons allemaal normaal moesten gedragen. Hij staat plots op en hij rent heel hard de zee in. Beduusd kijken wij hem na. Hij blijft in het water stil staan en hij kijkt naar de golven. Geschokt door alle gebeurtenissen besluit ik om te gaan rusten. Ik ga liggen in het zand en doe mijn ogen dicht. Ik val in slaap.

Als ik wakker word weet ik niet hoe lang ik geslapen heb. Maar de rest is druk bezig iets van het eten te maken. Zo hebben ze vis gevangen en een aantal planten gekookt. Ik voel me nog steeds ontzettend moe. Ik weet ook niet zo goed wat we moeten doen. Ik loop naar Lena en vraag of er nog een nieuwe ontdekking is geweest. Ze schudt nee en gaat weer verder met waar ze mee bezig was. Geen idee waarmee. Ik besluit te gaan tekenen in het zand. Het is mijn favoriete bezigheid geworden. Vroeger op de opleiding had ik een hekel aan het toepassen van creatieve therapie en alles wat hiermee te maken had. Op de een of andere manier helpt het nu wel. Ik teken een grote cirkel en daarin alles wat mij dwars zit. Ik denk aan de vragen die mij nog resten de dingen die ik niet meer weet. Mijn familie die ik mis. De vrienden op school en een aantal geheimen die ik liever niet vertel. Ik ga er symbolisch instaan en trap alles kapot tot het niet meer te lezen valt. Ik doe mijn ogen dicht en spring uit de cirkel. Ik ga liggen en doe mijn ogen open. Eden kijkt me aan en vraagt of alles wel goed gaat. Ik knik ja en doe mijn ogen weer dicht. Luisterend naar de zee laat ik alles gaan. Ik sta op en besluit naar de hut te gaan. Deze is te klein voor alle zeven. Mocht het gaan regenen. De groep stemt met mij in dat we deze uit moeten breiden. "Laten we niet meer alleen het bos in gaan! Dat is te gevaarlijk." Jeremy kijkt me aan en zegt: "Ik laat me niet bang maken, ik ga toch." Wat we ook doen, we krijgen hem niet van zijn idee. Ik kijk naast me, daar staat Timo. Ik zeg tegen hem: "we moeten hem achtervolgen". Hij knikt. We lopen achter hem aan het bos in. Jeremy loopt een beetje verdwaasd rond. Alsof hij in de tussentijd iets heeft gezien waar wij geen weet van hebben. Hij gaat zitten op de grond. Hij voelt aan de bladeren en verder doet hij niets. Er gaat minimaal een uur voorbij zonder dat hij zich ook maar verroert.  

Trapped | SoB2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu