Hoofdstuk 23

612 57 10
                                    

Ik kijk weer uit het raam en probeer de omgeving te herkenen. We zijn ondertussen van de snelweg af en rijden op een weg in het bos. Het valt me op dat we al een tijdje geen andere auto's tegen zijn gekomen. 'Weet je zeker dat we goed rijden?' 'Vertrouw je me nou echt niet?' vraagt hij gespeeld gekwetst. Ik negeer zijn sarcasme en blijf naar de weg kijken. 'Maar waarom komen we dan geen auto's meer tegen?'

Ik kijk naar Mark die nog gewoon rustig door rijdt. Er verschijnt een speelse glimlach op gezicht, terwijl hij ook naar de weg blijft kijken. Ik blijf hem aankijken wachtend op antwoord, maar hij zegt niks.

Uit het niets gooit Mark zijn stuur naar links en ik schrik op. Snel draai ik mijn hoofd ook naar links bang dat we een boom gaan raken en ik zie dat hij een weggetje is inslagen. Ik hoor Mark naast me lachen en kijk hem boos aan. Zodra hij ziet dat ik boos kijk stopt hij met lachen, gaat steeds langzamer rijden tot hij uiteindelijk stil staat. 'En waar is dit goed voor?!' vraag ik hem nogsteeds boos. 'Het spijt me' zegt hij poeslief en hij kijkt me met een lieve glimlach aan. Ik knipper even verbaast met mijn ogen. Die snelle omschakeling had ik niet verwacht.

Hij komt steeds dichterbij en trekt een pruillipje. 'Vergeef je me het?' Ik voel dat er een kleine glimlach opkomt, maar probeer het te onderdrukken. Mark kijkt voldaan en leunt nog een beetje naar voren zodat hij me een kus kan geven.

Ik wil hem door zoenen, maar hij houdt me tegen. 'We zijn er bijna' zegt hij terwijl hij weer begint met rijden. 'Waarom stopte we dan?' vraag ik verbaast. Hij kijkt me snel aan met een glimlach, maar antwoord weer niet. Ik rol met mijn ogen en kijk dan naar het weggetje waar we zijn ingegaan.

Het is een soort zandpadje met een paar hobbels, maar zo te zien wordt er vaker over gereden. 'We zijn er!' Ik kijk om me heen en het enige wat ik zie zijn bomen, varens en struiken. 'Zeg niet dat we gaan kamperen.' zeg ik terwijl ik hem aankijk en vragend mijn wenkbrauw optrek. Mark lacht en stapt dan uit de auto.

Hij loopt voor de auto langs en doet mijn portier ook open. 'Mark, wat gaan we doen?' zeg ik terwijl ik hem vragend aan kijk. Hij steeds zijn hand naar me uit, maar ik blijf in de auto zitten. 'We lopen het laatste stukje ik wil je gezicht graag zien als je het te zien krijgt.' Zegt hij als hij merkt dat ik niet van plan ben uit de auto te stappen. Aarzelend leg ik mijn hand in de zijne en ik sta op uit de auto. Mark gooit het portier dicht en laat mijn hand weer los.

Met zijn ene hand houdt hij mijn hand vast en met de andere zoekt hij in zijn broekzak. Even kijkt hij moeilijk en dan laat hij mijn hand los. Hij gaat met beide handen in zijn broekzakken en haalt er niks uit. 'Wat zoek je?' vraag ik hem. Hij mompelt iets wat ik niet kan verstaan.

Dan kijkt hij me met een speelse blik aan en komt hij voorzichtig dichterbij. Als hij voor me staat gaat hij een klein beetje door zijn knieën en ik wil vragend mijn wenkbrauw optrekken, maar dan heb ik ineens door wat hij gaat doen.

Hij pakt me bij mijn middel en gooit me op zijn schouder, voordat ik er iets tegen kan doen. 'Hee! Mark!' roep ik, maar niet boos. Ik hoor hem lachen. Ik probeer terug op de grond te komen, maar Mark begint te lopen. 'Zet me op de grond! Ik kan makkelijk zelf lopen!' roep ik uit, maar Mark negeert me en loopt rustig door.

Na een tijdje zet hij me weer op de grond. Ik val bijna, omdat ik het niet verwacht had maar hij houdt me tegen door zijn handen om mijn middel te slaan. Ik kijk hem even aan en zie dat hij liefdevol naar me kijkt. Ik ga op mijn tenen staan en geef hem een kus.

Zijn grip om mijn middel verslapt en ik draai me voorzichtig om in zijn greep. We staan nogsteeds in het bos, maar we staan nu voor een padje met allemaal varens aan de zijkanten. Ik kijk naar het huisje waar we voor staan. Het is een klein huisje, wat zo op zou kunnen gaan in het bos. Er groeit klimop aan de muren en het heeft een paar ramen aan de voorkant waar witte gordijnen voor hangen.

'Wat vind je?' vraagt Mark die zijn armen nog steeds losje om me heen heeft liggen. 'Het is prachtig, hoe ken je het hier?' 'Een soort vakantiehuisje van mijn oom.' zegt hij. Ik blijf naar het huisje kijken, maar voel dat Mark zijn armen weg haalt. Hij komt naast me staan en pakt mijn hand vast.

Hand in hand lopen we het padje over. Als we bij de deur staan haalt Mark zonder mijn hand los te laten een sleutel uit zijn achterzak en haalt de deur van het slot af. Hij doet de deur voorzichtig open en hij stapt het huisje in.

Binnen is het precies zoals je het verwacht. Een knusse woonkamer, met een open haard. Mark laat mijn hand los en ik maak mijn blik los van de woonkamer en kijk hem aan. 'Ik ga even de auto halen, kijk alvast maar rond.' zegt hij voordat hij de deur uit verdwijnt.

Ik blijf nog even in de woonkamer staan en loop dan een deur door waardoor ik in de keuken kom. Er staat een raam bij de tafel en ik loop er heen. Achter het huis staan nog een paar bomen, maar je hebt gelijk zicht op een enorm meer. De zon schijnt op het water en het ziet er prachtig uit.

Ik blijf er nog even naar kijken en ga daarna terug naar de woonkamer. Ik ontdek nog een deur aan de andere kant, waarin in uitkomt in een gang. Ik open de eerste deur die ik tegenkom en ik begin te lachen als ik zie dat het een wc is. Ik doe de deur weer dicht en loop naar de volgende deur in de gang. Het is zo te zien een slaapkamer, want er staan 2 eenpersoonsbedden in. Ook staan er 2 kasten in en voor de rest is de kamer bijna leeg.

Ik doe de deur dicht en doe dan de deur er tegenover open. Dit is ook een slaapkamer. Er staat een hemelbed met gordijnen aan de bovenkant van het bed. Ik blijf in de deuropening kijken en kijk naar het bed.

Ik denk aan onze vorige nacht samen en bedenk me dat ik misschien toch wel verder wil gaan. Ik wil niets liever dat Mark mijn eerste is en stel dat hij iemand anders tegen komt in Engeland.

Ik word uit mijn gedachten gehaald door Marks zijn voetstappen. Ik kijk de gang in, waar Mark staat. Hij glimlacht naar me en ik glimlach terug.

'Het is hier prachtig. Bedankt dat je me hier naartoe hebt gebracht.' zeg ik terwijl hij naar me toe loopt.

-----------------------

Hallo lieve lezertjes,

Sorry dat het zo lang duurde voor ik weer verder ging, maar school geeft me graag veel leerwerk mee.. Maar ik moet nog 1 week naar school en daarna heb ik vakantie en dan ga ik proberen goed door te schrijven. 

Ik ga proberen het huisje van het verhaal erbij te zetten als foto, ik moet alleen even kijken hoe dat moet... :$  Twilight kijkers herkenen het huisje uit de film Breaking Dawn Part 2. 

LiefsWhere stories live. Discover now