Hoofdstuk 8: Een nieuwe wereld.

35 3 2
                                    

Na een stuk door Frankrijk te hebben gereden kwamen Jimmy en zijn moeder aan op het vliegveld vanaf waar hun vlucht vertrok. Het was een klein, maar sfeervol vliegveldje. Heel anders dan de grote vliegvelden waar hij al weleens eerder was geweest. In plaats van de duizenden mensen die normaal op zo'n vliegveld rondliepen, was het er mega rustig. Hij hoefde niemand te ontwijken die te gehaast op hem af liep, geen mensen die hun vlucht hadden gemist of huilende baby's die flink wat slaap te kort kwamen. Alleen een paar koeien die aan de overkant van de straat in de wei stonden en een piloot, die uiteraard ook hun vliegtuig zou besturen.
Uit de verte klonk geblaf. Een kleine stip verscheen aan de horizon en al snel veranderde de stip in een grote, maar enthousiaste herdershond die op hen af kwam rennen. Jimmy boog voorover en aaide de hond over zijn bol. "Hey daar jochie, wat ben jij toch blij om ons te zien." De hond snuffelde en likte wat aan zijn handen. Waarschijnlijk kon hij de lucht van de kip die Jimmy vandaag tijdens de lunchpauze op had nog wel ruiken. Zijn handen zaten na een mum van tijd helemaal onder het hondenkwijl. Maar erg vies vond Jimmy dat niet. Zijn moeder wees naar een kraantje en gebaarde naar hem dat hij beter even zijn handen kon gaan wassen. Jimmy liep naar de kraan en de grote herdershond achtervolgde Jimmy vrolijk. Jimmy keek de hond aan, hij lachte. "Als je hem wilt, mag je hem hebben", klonk het van een afstandje. Een in het net geklede man, die naast zijn moeder stond kwam zijn kant op gelopen. "Zijn naam is Boris", vertelde de man. "Die hond loopt hier alleen maar in de weg." Met een smekende blik keek Jimmy zijn moeder aan. De hond kwispelde nog altijd even enthousiast met zijn staart. "Nou vooruit dan, zodat je niet alleen aal je avontuur hoeft te beginnen in Australië." En ze pakte de hond op.

Zijn moeder liep de trap op. "Kom jongen, tijd om te vertrekken." Jimmy gaf zijn koffers af aan de piloot, die ze mee voor hem de trap op nam. Jimmy volgde de piloot de trap op. Zijn koffers werden neergezet bij een grote blauwe stoel. Jimmy liep naar de stoel toe en ging erin zitten. Links van de stoel was het raam, rechts van hem het gangpad. Het hele vliegtuig zag er netjes uit. Hij vroeg zich af hoe zijn moeder dit zo ineens had kunnen betalen. Toen hij recht voor zich uit keek zag hij een scherm te hangen. Hij zette het scherm aan en kwam er al snel achter dat het een groot tv en computer scherm in één was. "Jemig, wat mooi", fluisterde hij tegen zijn moeder. Ze glimlachte naar hem. Er kwam een vrouw aangelopen. In haar rechterhand hield ze een dienblad vast. Op het dienblad stonden een paar verrukkelijk uitziende cakejes met twee glazen bubbel-appelsap. "Alstublieft meneer", zei ze en ze zette een glas met appelsap naast Jimmy neer. "Wilt u er ook nog een cakeje bij?", vroeg ze. Haar hoofd kantelde lichtjes en ze keek hem vriendelijk aan. Jimmy pakte een cakeje van het dienblad en dankte haar vriendelijk. Daarna liep de vrouw door naar Jimmy's moeder, die natuurlijk precies hetzelfde gevraagd werd. Zijn moeder pakte een glas appelsap aan van de vrouw. Jimmy zag hoe zijn moeder de appelsap gulzig naar binnen slurpte, blijkbaar had ze grote dorst. Ook om het gesmak van zijn moeder kon hij niet heen. Zij had ondertussen namelijk een zal met borrelnootjes uit haar tas gehaald. Normaal ergerde hij zich daar niet zo aan. Maar doordat hij er zo doorheen zat leken alle geluiden om hem heen tien keer luider te worden. Jimmy drukte op de aan-knop van de afstandsbediening die naast hem lag. Het schermpje van de tv lichtte op en er verscheen een menu. Er was volop keuze in films. In de lijst stonden er ruim 20000 in wel vijf verschillende talen. Zijn blik viel al snel op een film die rechts onderin het scherm verscheen. Shrek, één van Jimmy's favoriete films. Hij kon de tel inmiddels niet meer bijhouden zo vaak had hij die film al in zijn jeugd gekeken. Met de film en wat borrelnootjes erbij die hij van zijn moeder gekregen had vloog de tijd zo voorbij. Voor hij het wist begon het vliegtuig langzaam aan te dalen en zette de piloot in om te gaan landen in Australië. "Welkom thuis Jimmy", hoorde hij zijn moeder tegen hem zeggen.

Ondanks dat Jimmy zich verbaasde over alle mooie natuur om zich heen, voelde het voor hem nog bijlange niet als thuis. Ze hadden het regenachtige België verlaten voor een zonnig, warm land. De lucht was helderblauw en door de bloemenweide naast het vliegveld rook het er heerlijk. Toch was dit de eerste keer dat Jimmy de regen en kou een beetje miste. Hij had het liever koud samen met zijn vrienden dan lekker warm alleen. De herdershond was inmiddels uit het vliegtuig gelaten en sprong blij tegen Jimmy op. Een lach verscheen op zijn gezicht. Gelukkig was hij hier toch niet helemaal alleen. Een gevoel van zekerheid ging door Jimmy heen. Hij en Boris zouden vast en zeker beste maatjes gaan worden.
Jimmy nam de hond mee aan de riem richting een taxi die langs de weg geparkeerd stond. De taxi zou hem en zijn moeder vanaf de landingsbaan van het vliegveld naar het dorpje toebrengen. Het dorp waar hij de komende jaren van zijn leven misschien wel zou gaan wonen. Zijn koffer was al in de kofferbak van de taxi gelegd dus instappen kon hij meteen. Jimmy liet Boris op de achterbank en nam plaats naast hem. "Stil blijven zitten hè jongen", zei hij tegen zijn hond. Jimmy deed zijn gordel aan. De deur van de bijrijdersstoel ging open. Ook zijn moeder stapte de taxi in. "Op naar huis!", klonk het enthousiast. En ze pakte een envelop uit haar tas waar het adres op stond. De auto werd gestart en Jimmy wachtte in spanning af. In wat voor wereld zou hij nu toch weer belanden?

Living the Jimmy life.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu