Hoofdstuk 17

100 7 0
                                    

Michael moet in slaap zijn gevallen, want als hij zijn ogen weer open doet, vliegt de draak over een dicht bos. Michael denkt niet dat hij ooit zoveel bomen bij elkaar heeft gezien. Het bos strekt zich uit zover als hij kan kijken, met aan de horizon de schaduwen van de bergen. Hoe lang zouden ze al vliegen? Aan zijn verstijfde ledematen te voelen een hele tijd.

Lodewijk heeft zijn hoofd tegen de nek van de draak gelegd en fluistert zachtjes tegen hem. Hij ziet er vermoeid uit, getekend door de gebeurtenissen van de vorige nacht.

Michael voelt de armen van het meisje om zich heen en glimlacht in zichzelf. Ze zijn toch maar aan die griffioenen ontsnapt! Zijn gedachten schieten uit naar zijn twee gewonde vrienden in de klauwen van de gele draak. Hoe zou het met hen zijn? Aan het gekreun te horen is Chris weer bij bewustzijn gekomen en heeft nog steeds veel last van zijn arm. Daniël is nog steeds bewusteloos, wat misschien maar goed is, denkt Michael en rilt bij de herinnering aan die verschrikkelijke gapende wond in zijn buik.

Aan de zon te zien is het vroeg op de middag. Ze werpt warme zonnestralen over de vallei en laat de schubben van de draak glinsteren. Michael voelt zich vredig en sluit zuchtend zijn ogen.

Als hij ze weer open doet, is het al aardig donker geworden. De zon is al achter de horizon verdwenen en de maan werpt duistere schaduwen over de vallei. Michael gaapt en wrijft vermoeid in zijn ogen. Zijn maag knort en zijn hoofd bonkt.

Het meisje achter hem is ook wakker en rilt van de kou. Ze draagt, in tegenstelling tot Michael, een versleten rok en een dun hemdje, niet goed bestand tegen de windvlagen.

Michael voelt zich ongemakkelijk op de rug van het enorme gele beest. Hij zit vrij stevig, maar durft zich toch niet veel te bewegen, zeker niet nu het meisje hem niet meer vast heeft. Zijn armen doen pijn van het aan de drakenrug vastklemmen en zijn benen voelt hij niet eens meer. ‘Lodewijk? Misschien kunnen we beter even stoppen?’ vraagt Michael aarzelend. De gedaante voor hem ligt vredig te slapen, met zijn hoofd op de stevige nek van de draak. Michael wil hem eigenlijk niet wakker maken, maar zijn knorrende maag en zijn pijnlijke armen halen hem toch over. ‘Lodewijk?’ Voorzichtig, om hem niet te laten schrikken, port Michael in zijn zij. Met een schok wordt Lodewijk wakker en weet even niet waar hij is. ‘Lodewijk, misschien kunnen we beter even stoppen?’ vraagt Michael nogmaals en Lodewijk knikt langzaam.

Hij fluistert iets tegen de draak, die dan langzaam begint te dalen.

Lodewijk laat de draak op een kleine open plek in het bos landen en springt van zijn rug. Michael laat zich voorzichtig van de draak glijden, erop lettend niet achter een van de uitstekende schubben te blijven steken. Het meisje kijkt angstig naar de grond, die wel erg ver weg lijkt vanaf de hoge drakenrug. ‘Laat je maar vallen. Ik vang je wel,’ zegt Michael en spreidt zijn armen. Het meisje knikt en laat zich langzaam van de rug glijden, recht in Michaels armen. ‘Bedankt,’ zegt ze verlegen en Michael laat haar rood aangelopen los.

‘Dit ziet er niet goed uit,’ mompelt Lodewijk. Michael voelt een naar gevoel opkomen als hij naar zijn redder toeloopt. Hij zit over Daniël heen gebogen en bekijkt zijn wond. ‘Kom niet dichterbij!’ roept Lodewijk, als hij Michael en het meisje opmerkt. Michael blijft geschokt staan, maar het meisje trekt zich niet van hem aan en knielt naast Daniël neer. Michael hoort haar een zacht gilletje van schrik slaken. ‘Wat is er?’ kreunt Chris, die zich uit de klauw van de draak probeert te wurmen. Michael helpt hem, ervoor zorgend zijn gewonde arm niet aan te raken.

‘Daniël is gewond,’ sist Michael. ‘Wat? Daan!’ Chris wil naar zijn vriend toe rennen, wordt duizelig en valt op de grond. ‘Niet doen, Chris. Je bent er zelf ook niet al te best aan toe,’ zegt Michael en helpt zijn vriend overeind.

Ondertussen zijn Lodewijk en het meisje druk in de weer om de wond van Daniël schoon te maken en te verbinden. ‘Dit is helemaal niet goed. De wond blijft bloeden!’ Het meisje ploft uitgeput naast de twee jongens neer en veegt haar bezwete voorhoofd af. ‘Ik ben bang dat we niet veel voor hem kunnen doen.’ ‘Je moet hem beter maken!’ roept Chris kwaad. Hij wappert machteloos met zijn gezonde arm. ‘Ik doe alles wat ik kan, maar je vriend is aangevallen door een griffioen. Vrijwel niemand overleeft zo’n aanval!’ ‘Je doet gewoon niet genoeg je best!’ schreeuwt Chris. Het meisje staat kwaad op en beent met grote passen weg.

DrakenmagiërWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu