Hoofdstuk 23

47 8 3
                                    

Hoofdstuk 22

Als Scott zijn ogen weer opendoet ziet hij eerst niks. Dan wennen zijn ogen langzaam aan het licht van het vuur dat midden in de hut brandt en kan hij de inrichting uitmaken. Het hutje is eenvoudig ingericht. Rond om het vuur staan een aantal houten krukjes, en aan de rand van de hut staat een kleine ruwe kast en een aantal bedden. Op een van de bedden ligt een figuurtje. Scott staat op en loopt naar het figuurtje toe. Nu hij dichterbij staat kan hij herkennen dat het figuurtje Leah is. Ze ligt nog vredig te slapen. Scott besluit om maar eens naar buiten te gaan, Leah moet ook nodig bijslapen. Als hij de hut uitstapt vind hij zichzelf in de volle zon in een klein dorpje vol primitieve hutten en ijverige mensen. De vrouw die hij had gezien voordat hij instortte, staat bij een waslijn met een mand vol kleren die ze net gewassen heeft in de beek die langs het dorp op stroomt. Als ze hem uit de hut ziet komen lacht ze naar hem. ‘En? Weer een beetje uitgeslapen slaapkop?’ ‘Ja dank u. Hoe lang heb ik geslapen?’ De vrouw grinnikt. ‘Het valt wel mee, aangezien jullie de hele weg uit Rittium zijn komen lopen. Het was maar anderhalve dag. Maar je zult wel honger hebben. Kom mee naar de hut, dan krijg je wat eten. Je vriendin zal zo onderhand ook wel wakker zijn.’ Als ze de hut binnenstappen is Leah inderdaad ook al wakker. Haar haar steekt alle kanten op en haar jurkje is gescheurd en kapot. De vrouw loopt naar de oude kast achter in de tent en pakt er een shirt en een rokje uit. ‘Hier meisje, trek deze maar aan. Ze zijn nog van mij geweest toen

355

ik ongeveer net zo oud was als jij.’ De vrouw neemt Scott mee naar het vuur en schept twee borden vol met de pap die boven het vuur hangt te sudderen. Een ervan drukt ze samen met een lepel in Scott’s handen en de ander overhandigt ze aan Leah. Ze beginnen gulzig te eten. Opeens zegt Leah ‘Waar is Noah?’ De vrouw kijkt haar zwijgend aan. ‘Hij is bij Sarona.’ Vragend kijkt Leah haar aan. ‘Wie is Sarona?’ ‘Ze is de genezers van Drakenheuvel.’ Opeens herinnert Scott zich Tessa, het kleine zusje van Noah. ‘En waar is zijn zusje Tessa?’ ‘Op dit moment is ze volgens mij buiten aan het spelen met de andere kinderen uit het dorp. Ze leek bijna niet moe en na een nachtje slapen rende ze alweer als een gek door de hut heen,’ zegt de vrouw met een glimlach. ‘Een echte kleine wildebras. Ze speelt graag met mijn kleinzoon en zijn vriendjes. We kunnen haar nu gaan halen en dan gaan we naar Sarona toe om jullie vriend te vinden. Dan mogen jullie ook nog heel wat uitleggen over hoe jullie hier beland zijn.’ De vrouw beent de hut uit met Scott en Leah dicht achter zich aan. Tessa rent door het dorp heen samen met de kleinzoon van de vrouw en als Scott haar opvangt gooit ze haar armpjes om zijn brede schouders. ‘Scott, waar is Noah?’ Scott, helemaal verbijsterd door de spontane actie van een meisje waarvan hij niet eens wist dat ze zijn naam kende, antwoordt haar. ‘We gaan nu naar je broertje toe.’ Ze lopen de heuvel op naar de rand van het dorp toe. Al snel verlaten ze het dorp. Ze raken steeds verder verwijderd van het dorp tot ze achter een kleine heuvel een klein huisje zien. ‘Daar woont Sarona. Jullie

356

redden het verder wel hé? Dan kan ik nu weer terug naar het dorp.’ ‘Dank u wel voor alles, mevrouw.’ De vrouw kijkt Leah aan en tovert een schitterende glimlach op haar gezicht. ‘Geen dank meisje, het was het minste wat ik kon doen. Ga nu maar, ik zie jullie nog wel.’ Scott en Leah knikken en met Tessa aan de hand lopen ze verder naar de hut toe. Als ze voor het huisje staan, kloppen ze voorzichtig op de deur. ‘Kom maar binnen!’ klinkt het van binnen en voorzichtig stappen de twee vrienden het huisje binnen. Ze worden meteen overvallen door de geur van allerlei kruiden. De grote blonde vrouw die achter in het huisje over een bed gebogen stond, kijkt op. ‘Ah, de reizigers. Kom binnen en ga maar bij het vuur zitten. Ik kom naar jullie toe als ik een nieuw verband op jullie vriend gelegd heb.’ ‘Hoe gaat met hem?’ Leah’s stem klinkt heel erg bezorgd en Scott voelt een steek van jaloezie. Zou ze dat ook gezegd hebben als hij daar zou liggen? Wat denkt hij nu weer? Hij wordt opgeschrikt uit zijn gedachten als Sarona antwoord geeft op de vraag. ‘Hij komt er wel weer bovenop. Maar hij moet goed rusten. Ik heb het ontstoken gedeelte weg moeten snijden. Hij zal er een flink litteken aan overhouden.’ Ze loopt op hen af, pakt een krukje en gaat ook bij het vuur zitten. ‘Ik ben Sarona. Ik zou graag willen dat jullie me eerst even vertellen wie jullie zijn en wat jullie hier in Drakenheuvel zoeken.’ Leah neemt als eerste het woord. ‘Ik ben Leah en ik kom uit Rittium. Ik ben gevlucht voor de mannen van de koning die me mee wilden omdat ik nog geen achttien ben. Ik heb een paar weken in de bossen in de buurt van Rittium doorgebracht totdat ik Noah, die daar

DrakenmagiërWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu