Ik sta moeizaam op door de snee in mijn been. Dat was de plek waar ik eerst ook een snee had. Die was net huist dicht gegroeid en nu licht die weer gedeeltelijk open. Met mijn mouw veeg ik langs mijn mond. Op mijn mouw zie ik bloed naar beneden kruipen. Oké blijkbaar bloed ik. Ach ja, daar kom ik nu niet ver mee. In een gevecht moet je nooit opgeven

Om mij heen zie ik veel mensen vechten. Een gil haalt mij uit mijn concentratie. Ik kijk om naar het gegil en zie een meisje bang achteruit lopen. Als ze te ver loopt knalt ze tegen de muur aan. Ze sluit ogen en beschermd haar gezicht. Klaar op een klap te ontvangen. Ik ren naar hun toe en spring op de man zijn schouders. Ik bal mijn handen tot vuttende en ga los op zijn hoofd. Hij pakt mijn voet vast en ik weet dat hij mijn been wilt breken.  Ik leun stevig naar achter om op mijn handen te landen. Ik gebruik al mijn kracht in mijn benen en sleur de man mee. Ik slaak een pijnlijke kreet, omdat hij mijn been nog vast had.

 Als hij halverwege is laat ik hem los en valt mij hard op zijn hoofd. Ik ga snel recht op zitten. Snel kijk ik om of het meisje oké is. Ze kijkt mij vol verwondering aan. Ik hoor voetstappen en richt mij al snel weer op de omgeving. Een stevige man rent onze kant op. Het meisje slaak een bang gilletje. 

Ik pak een soort van zwaard af van de man die ik net heb neer gekregen. Ik ga goed zitten. Als hij dichtbij is steek ik hem in zijn borst, net onder zijn hart. Moet hij ons maar niet aanvallen.  Er komt een meisje en nog een jongen deze kant op lopen. Het meisje geeft het andere meisje geschrokken een knuffel. 

"Hoe heb jij het gered?" Vraagt ze vol verbazing aan het meisje. 

"Dat deed ik niet. Dat was zij." Zegt ze en wijst mijn richting op. Ik probeer de hele tijd al op te staan maar geef het op. Een verlegen zucht verlaat mijn mond.  De mensen kijken mij verbaasd aan. 

"Wat is er?" Vraag ik met opgetrokken wenkbrauwen. 

"Je hebt zojuist 2 mannen neer gehaald terwijl je er niet uit ziet. Dat bedoel ik niet gemeen, maar je hebt overal schrammen, een bloed neus en er komt ook bloed uit je mond." zegt ze vol bewondering. Ik haal enkel mijn schouders op. Ik hoor een pijnlijke kreet door de ruimte gaan. Ik zie Leon en die andere gast nog vechten. Hun zijn de laatste. 

Leon word onderuit gehaald en zie man wilt met zijn elleboog op zijn nek belanden. Dat zie ik aan zijn houding. Die andere jongen ziet er vermoeid uit. Ook hij houd het niet lang meer als het zo door gaat. 

"Geef mij dat mes!" Roep ik naar niemand in het bijzonder. Ik krijg een mes naar mij toe gegooid. Ik vang hem uit de lucht en gooi richting de man boven Leon. Net wanneer hij wilt springen komt met in het hart. Ik smijt snel een mes richting de andere man. Die andere gast ontwijkt de klap van de man door te bukken. Dat komt precies goed uit, want nu komt mijn mes in zijn hoofd.

"Gefeliciteerd! Jullie tweede missie is voltooid! Rust uit. Ik kondig aan wanneer de volgende test  er is!" Roept de stem.

 Die gast kijkt verbaasd op als hij op de grond valt. Hij kijkt om en kijkt ons aan met opgetrokken wenkbrauwen, maar ik geef er niet veel aandacht aan. Ik wil opstaan, maar het vaalt. Ik val op de grond als ik bijna sta. Iemand wilt mij op tillen. 

"Raak mij niet aan! Ik doe het zelf!" Roep ik eigenwijs. De persoon laat mij geschrokken los. Ik zie dat Leon de mand van zich af probeert te krijgen wat duidelijk niet lukt. Ik zie dat hij vermoeit raakt. Dat verdomde gif. Ik zei het toch! Dit is de reden waarom ze altijd verliezen

Met een ruk sta ik op. Ik negeer de vreselijke pijn. Ik hoor iemand geschrokken naar adem happen. Ook dat negeer ik. Ik loop op een stevige pas naar Leon toe. Ik trek met al mijn kracht die ik nog heb de man van Leon af. Daarna help ik Leon omhoog. Hij is zo vermoeid dat hij bijna weer valt. Ik ondersteun hem en samen lopen wij naar de rest. 

"Waarom help je me?" Hoor ik hem onderweg vragen. 

"Samen uit, samen thuis." Is het enige wat ik zeg. 

"Maar ik geloofde je niet en schold je uit. Ik heb je zelf geduwd." Zegt hij en ruche zijn blik op de grond. 

"Wat had ik dan moeten doen? Wachten totdat hij dood werd geslagen?" Vraag ik hem. 

"Nee..." zegt hij.

"Nou dan. Zeur niet." Zeg ik bot. Als we vlakbij de groep zijn zie ik het meisje die gast die ik zojuist ook geholpen heb, hem aanstoten. 

"Help haar." Commandeert hij hem. Hij lijkt hier niet mee eens te zijn. 

"Niemand commandeert mij." Zegt hij dreigen. Hij spant zijn handen tot vuisten. Als hij uit wil halen stop ik hem. 

"Waag het om haar te slaan!" Roep ik dreigend naar hem. Hij draait zich woest om. De andere dingen die toekeek neemt Leon van mij over. Ik knik als bedankje. Die gast komt dreigent mijn kant op lopen. Ik blijf eigenwijs staan en opgetrokken wenkbrauwen en wacht tot hij voor mij is. Ik zie lichte verbazing op zijn gezicht. 

"Wat?" Zeg ik bot.

 "Niet gewent dat mensen niet bang voor je zijn?" Vraag ik verder. Dat lijkt hem alleen maar woester te maken. Hij balt zijn handen weer tot vuisten. Hij haalt uit, maar ik ontwijk niet. Hij geeft een rake klap tegen mijn wang, maar ik geef geen kik. Hij kijkt mij geschrokken aan. Geschrokken van wat hij gedaan heeft. 

"was dat het? Zo'n zacht klapje?" Vraag ik spottend. 

"May. Daag hem nou niet uit." Hoor ik Leon zeggen. 

"Waarschuw jij mij nu? Luisterde je naar mij toen ik jou waarschuwde voor die verdomde gif die in jullie eten zat? Hoevaak hem ik jou daar voor gewaarschuwd? 7 keer? 8 keer? Oh ja en vergeet dan niet de klappen die IK heb gekregen omdat jij mij niet wou geloven. Zie maar weer at er was gebeurd als ik dat mes niet in zijn hart wierp. En jij ook." Zeg ik en richt mij op die andere gast uit. 

"Als ik dat mes niet in die man zijn hoofd wierp had jij het ook niet gered. Doe niet alsof je stoer bent, want dat ben je niet." Zeg ik uitdagend. Dit blijkt voor hem de druppel te zijn. 

"Daag mij niet uit. Dit zal ik je betaald zetten." Dreigt hij. 

"Waarmee? Contant of de pin?" Vraag ik eigenwijs. Hij spant al zijn spieren aan. Hij haalt uit. weer blijf ik staan. Voor hij mij raakt pak ik zijn pols en draai hem op zijn rug. Met mijn andere hand en pak het mes uit mijn zak. Ik houd het mes tegen zijn keel aan. Ik hoor hem zwaar ademen. De rest ademt allemaal geschrokken naar adem. 

"Daag MIJ niet uit." Zeg ik met nadruk op mij en laat hem los. Hij blijft geschrokken staan.

 Ik loop richting de kamer waar ik uit kwam. Met aan klap gooi ik het dicht. Van de woede die ik nu in mij voel span ik mijn spieren en bal ik mijn vuisten. Rechts in de hoek zie ik een zak hangen waar boxers ook altijd tegen  aan slaan. Ik loop er heen en sla er op los. Mijn knokkels beginnen te bloeden. Toch  blijf ik door slaan. 

Ik ben hier verdomme zo klaar mee! Dit hele gedoe! Ik wil het hier allemaal vernielen! De persoon die mij dit aan doet gaat eraan!                                                                                 


The game is overWhere stories live. Discover now