Princess of the Woods: Hoofdstuk 7

169 22 1
                                    

De dood is toestand van niet bestaan. Wat niet is, bestaat niet. Dus de dood bestaat niet.

- Woody Allen-

Samen stonden ze op de berg, die uitkeek over de zee. De as was uitgestrooid. Oom Jack zei altijd: 'ik vertik het om onder de grond weg te rotten.' De verbranding was prachtig. Elfen zongen liederen, in een taal die onbekend voor Effie was. Het was de eerste keer dat ze elfen zag. Er werden talloze rozen op het lichaam gelegd. Witte, want wit werd hier gedragen tijdens begrafenissen of crematies. De partner van de overledene droeg als enigste zwart. Oom Jack en Tante Ella waren hier opgegroeid. Ze kwamen naar de Boerderij voor Effie. Om haar te beschermen. En dat heeft een van hun nu het leven gekost. Omdat ze zogenaamd bijzonder was.

Men had haar nog steeds niet uitgelegd waarom ze hier was. Het boeide haar niet veel. Het duurde 3 dagen voordat Effie iets zinnigs kon uitbrengen en zich goed genoeg voelde om de as uit te strooien. Ondertussen stroomde de vallei vol met jongeren, vooral jongens, die zich bij het leger voegde. Ook daarvan wist Effie niet waarvoor het bedoeld was. Er was geen oorlog, er was niks om voor te strijden.

De wind wapperde door Effie's haren. Deze waren vanochtend door Yuki gekruld. Effie mocht Yuki bij haar naam noemen. Yuki was aardig. Ze vertelde Effie dat ze niet bang hoefde te zijn, ze zou haar geen pijn doen. Effie geloofde haar. Effie liet haar handen over haar kleren gaan. Ze waren wit en in het topje zaten kleine bloemetjes geborduurd. Er zat een rozenkrans in haar haar. Het rokje zat lekker. Alsof het speciaal voor haar gemaakt was.

Effie hield haar handen op haar rug, met daarin een prachtige witte roos. Ze draaide zich om en keek in de ogen van haar tante. Een enkele, glinsterende traan loopt over haar wang. Effie daarentegen had geen traan gelaten. Ze kon niet huilen, eten, staan; wat je maar kon bedenken. Van alles werd ze moe. Maar toch stond ze hier. Ze moest definitief afscheid nemen. Van haar oom. Van de man, die de vader was geweest die ze nooit echt had gehad.

Effie gooide de roos in zee. Haar tante liep weg, ze kon er niet meer tegen. Maar Effie bleef staan. Totdat de nacht kwam. Toen liep zij ook weg. Terug naar de tent, waar ze direct in haar bed ging liggen. Haar tante lag tegenover haar. Ze sliep, ze lag er vredig bij. Hij heeft rust. Dat was wat Effie dacht. En met die gedachte viel ze in een diepe, droomloze slaap.

Princess of the WoodsWhere stories live. Discover now