NEGEN

78 11 3
                                    

Gin
Ik staar naar de tattoo. Verschillende gedachten spoken in mijn hoofd. Ze is een assasin! En niet zo maar een. Een van de beste en meest gevreesde. Maar waarom doet ze mee aan het examen? Ze leert duidelijk al over haar aura. Ze weet er toch al meer over dan ik.
'Ben je een assasin?' Vraag ik. Ik wil meer vragen maar ik krijg de kans niet.
'Akali kodojo!' Ze kijkt me nog even aan en rent dan weg. Ze heeft zelfs haar naam veranderd. Wou ze geen assasin zijn? Of is dit een van haar missies? Duizenden vragen spoken door mijn hoofd heen. Riven komt naar me toe en kijkt me bezorgd aan.
'Wat is er aan de hand? Waarom liep ze weg met zo veel haast?' Vraagt ze bezorgd en boos. Ik krab mijn nek even en kijk weg.
'Gin! Wat is er aan de hand?' Roept ze bijna. Ik weet niet wat te antwoorden. Akali is nogsteeds een vriend. Het kan zijn dat er niks aan de hand is. Ik verraad haar niet. Nog niet. Tot ik zeker weet wie ze is.
'Er is niks, ze heeft gewoon wat stress dat is al.' Verzeker ik haar. Ik glimlach naar haar in de hoop dat ze in mijn kleine leugen gelooft. Ze kijkt me sceptisch aan en knikt dan.
'Oké.' Zegt ze traag. Ik kijk even rond en zie dat er al minder mensen staan.
'Riven Shuji!' Roept de vrouw. Riven draait zich even om en dan kijkt ze weer naar mij.
'Wens me geluk en misschien wel tot straks!' Zegt ze met een lach. Ik glimlach terug.
'Succes!' Roep ik nog. Ik zucht even en kijk rond. Niemand die ik ken. Ik sta even alleen maar niet voor lang. Twee personen na Riven wordt ik al afgeroepen. Ik loop naar de vrouw en krijg een batch. Ik stop die in mijn zakken en loop op mijn gemak door het bos.

Met mijn handen in mijn zakken loop ik wat tussen de bomen. Ik kijk wat rond en staar naar de bomen en de takken met verse groene bladeren op die een dak boven mijn hoofd vormen. Ik hoor iets links van me. Een paar takken die breken. Ik span mijn spieren op maar kijk niet in de richting van het geluid. Ik stop even maar loop dan gewoon weer verder. Na een tijd hoor ik weer wat geritsel, maar dan achter mij. Ik hoor snelle voetstappen en dan ineens niet meer. Met een snelle beweging spring ik opzij. Op de plaats waar ik net stond staat nu een man met zijn zwaard in de grond. Ik pak mijn dolk vast maar haal hem nog niet uit mijn achterzak. Er wordt geen woord gesproken en het is akelig stil. De wind waait zachtjes langs me heen en mijn haar danst mee met de wind. Mijn hart gaat als een razende tekeer. De man haalt zijn zwaard uit de grond. En houd hem stevig vast in zijn twee handen. Schreeuwend loopt hij op me af en met een snelle beweging ontwijk ik zijn zwaard. Ik haal mijn dolk tevoorschijn en richt die naar hem. De man kijkt me aan en lacht dan plots.
'Wat denk je daarmee te doen tegen een zwaardmeester?' Vraagt hij spottend. Ik frons mijn wenkbrauwen en kijk hem serieus aan.
'Jij kan misschien een zwaardmeester zijn, maar ik kan veel leuke trucjes met mijn dolk.' Zeg ik met een grijns rond mijn lippen. Hij lacht spottend maar merkt dat ik serieus ben. Hij staat klaar voor een aanval maar ik ben hem voor. Met een snelle beweging loop ik naar hem toe. Met een vlugge en losse beweging snij ik zijn keel door. Ik sta stil en hoor het lichaam op de grond vallen. Ik zucht maar kijk niet om. Ik wil het lichaam niet zien. Met mijn dolk weer in mijn achterzak en mijn handen in mijn broekzakken loop ik verder.

Ik ben niet trots op wat ik heb gedaan, maar ik ben het gewoon. Als straatjongen moest ik veel mensen doden voor geld of eten. Ik was niet veel beter dan de assasins. Ik schaam me daar voor. Mijn kleine broertje weet hier niks van, ik beschermde hem zo. Toen ik 12 was heeft een aardige vrouw ons van de straat gehaald en in huis genomen. Twee jaar later kwam Esrael, die ik al ken voor dat ik op straat beland was, bij ons. Zijn ouders zijn vermoord door de assasins. Ik weet niet alle details, maar hij zit zonder ouders. Net zoals ik. Ik weet niet veel over mijn ouders. Sommige zeggen dat ze in een ongeluk zijn omgekomen, andere zeggen dat ze ook vermoord zijn door assasins. Ik praat nooit graag over het verleden.

HuntersWhere stories live. Discover now