DRIE

89 16 2
                                    

'Je wilt wat doen?' Schreeuwt mijn pa. Ik staar naar zijn ogen die ieder moment vuur kunnen uitspuwen. Hij klopt met zijn vuisten op de tafel. We zitten namelijk aan tafel voor het avondeten.
'Schat, wat is dat... Examen precies?' Vraagt mijn moeder terwijl ze een stukje van het vlees in haar mond steekt. Ik slik en begin mijn uitleg opnieuw, maar met meer detail deze keer.
'Ik ben er achter gekomen dat je je aura kunt trainen en sterker kan maken dan dat ze al zijn. Daarom wil ik graag mee doen.' Leg ik uit. Mijn ma knikt begrijpend terwijl mijn pa zijn hoofd schud. Vanuit mijn ooghoek zie ik Ahri grijnzen. Ik baal mijn vuisten en kijk naar mijn bord dat niet aangeraakt is. Ik sta langzaam op en schuif mijn stoel onder de tafel. Op mijn gemakje stap ik naar mijn kamer. Ik zet me neer op mijn bed en ontspan. Ik laat een diepe zucht uit mijn mond glijden. Mijn witte lokken vallen naar voren wanneer ik lichtjes naar voren buig. Mijn handen knijpen lichtjes in mijn donsdeken. Een traan valt op mijn schoot. Ik ben het echt zat! Ik ben altijd al het buitenbeentje geweest. De naïeve zus. Ik heb dan eindelijk iets dat ik echt wil, lachen ze me uit. Tuurlijk, dat is altijd zo. Ze lachen mij altijd uit. Ik krijg ook constant van alles de schuld. En als er bij ons iemand iets doet wat niet volgens onze regels gaat, wordt je gestraft. Ik ben het al gewoon. Niks doet mij nog pijn. Zweepslagen? Doet me niks. Electriciteitsschokken, niks. Ik kan er tegen, ik ben het gewoon. Maar ik zeg nu dat het geen pijn doet, dat betekend dat ik het kan verdragen. Ik voel nog altijd de pijn.

Er klopt iemand op mijn deur. Ik draai mijn hoofd richting de deur en zucht. Ik sta op en loop er naar toe.
'Wie is daar?' Vraag ik geïrriteerd.
'Je gaat toch niet echt overwegen om mee te doen.' Vraagt mijn zus.
'Hou je er buiten, Ashe.' Bijt ik haar toe. Ik heb echt geen zin hier in.
'Mag ik binnen komen?' Vraagt ze. Ik twijfel even en draai dan de deurknop om.
'Wat moet je?' Vraag ik wanneer ik de deur met een grote zwaai open.
'Ik wil je helpen.' Zegt ze terwijl ze binnen stapt. Ze zet zich neer op mijn bed en ik blijf recht staan.
'Kijk, ik weet dat onze zusters je als het zwarte schaap bestempelen. Maar ik doe dat niet. Ik zie iets in je dat zij niet zien. Ik ben ervan overtuigd dat je sterker bent dan ons allemaal. En als je denkt dat dat examen gaat helpen, dan sta ik het toe.' Zegt ze. Ze komt voor me staan en legt haar hand op mijn schouder. Ze glimlacht zacht, iets wat ik niet veel zie in dit huis.
'Ik weet dat het een hunter examen is.' Zegt ze zacht. Ik kijk haar met grote ogen aan. Ik zwijg en krijg het opeens zeer warm.
'Geen zorgen, je geheim blijft bij me. Je kunt me vertrouwen.' Ze kijkt me diep in de ogen aan en alles wordt even draaierig. Het lijkt wel alsof de kamer een zwart gat is geworden. De vloer onder mij is donker paars en de rest ziet zwart. Ik kan me niet losmaken van ons oogcontact tot ze knippert. Ik knipper met mijn ogen en kijk haar weer aan.
'Ik vertrouw je, Ashe.' Zeg ik met een glimlach. Normaal glimlach ik nooit naar een van mijn zussen, maar ik voel me plots zeer blij.
'Wanneer kan je deelnemen?' Vraagt ze. Helemaal vergeten!
'Dat is ten laatste tot morgen vroeg!' Zeg ik.
'Hup, ga dan! Voordat het te laat is.' Ik knik en kijk naar de deur. Iedereen zal me zien als ik langs de voordeur weg ga. Ik draai me om en loop naar mijn raam. Zonder enige moeite open ik die en spring er door. Zonder enig geluid land ik zacht op mijn voeten.

Ashe
Ze springt door het raam en rent weg richting de stad. Ik loop Akali's kamer uit en sluit de deur.
'En?' Vraagt Annivia. Ik schrik op wanneer ze plots achter me staat.
'Het is gelukt, ze gaat.' Zeg ik. Ze glimlacht kwaadaardig.
'Ja! Nu gaan mam en pap woest zijn! Ik wist dat jij hiervoor geschikter was dan onze andere zussen.' Ik knik. Ik heb de kracht om mensen te manipuleren. Op mijn zussen gaat het moeilijker maar deze keer ging het verrassend makkelijk. Ik ben er niet trots op. Ik meende wat ik zei, ik geef om haar.
'En wat is dat ding nu eigenlijk?' Ik kijk op. Zou ik het zeggen?
'Een Hunter examen.' Zeg ik zacht. Ik ben een slechte grote zus.
'Een wat!' Schreeuwt ze uit. Dan lacht ze.
'Fantastisch gewoon!' Haar ogen lijken duisterder dan normaal.

HuntersOpowieści tętniące życiem. Odkryj je teraz