ZEVEN

84 14 11
                                    

Het schip stopt bij de haven en het duurt even voor we van de boot mogen. Ik kijk rond en zie van alle leuke winkeltjes. Ik kijk naar Gin. Hij kijkt ook rond maar niet naar de winkeltjes.
'Ik moet Esrael vinden.' Zegt hij. Ik knik. Ik kan maar beter niet mee gaan. Ik denk dat ik de reden ben waarom hij nu weg is.
'Deelnemers! Welkom op het eiland waar het jaarlijkse Hunter examen doorgaat!' Zegt dezelfde vrouw van daarstraks.
'Het eerste examen zal zo beginnen, jullie krijgen nu even de tijd om rond te kijken en later brengen we jullie naar jullie eerste examen!' En met dat te zeggen gaat ze weer weg. Ik wil graag even de stad verkennen maar Gin wilt sowieso Esrael zoeken.
'Gin?-' Begin ik maar hij onderbreekt mij.
'Ja ik weet het. Je wilt niet helpen zoeken.' Zegt hij met een zucht.
'Nee, nee! Dat is het niet.' Zegt ik terwijl ik mijn hoofd schud.
'Maar ik denk dat het beter is dat ik even afstand hou van Esrael.' Zeg ik terwijl ik mijn blik van hem weg sla. Ik kijk naar de grond en friemel aan mijn shirt. Ik voel een hand op mijn schouder en ik kijk even op.
'Hij zal wel bijdraaien. Geen zorgen.' Zegt hij met een lach. Hij kijkt even serieus maar de lach verschijnt snel weer. Ik lach terug en knik.
'Dankje.' Zeg ik met een lach.
'Ik zie je hier terug als het tijd is, oke?' Vraagt hij wanneer hij weg loopt. Ik knik en kijk daarna nog even rond. Er zijn verschillende kleine winkeltjes. Een let kleren, andere met wapens en nog andere met eten. Mijn maag rammelt dus ik ga als eerste maar wat eten kopen. Ik stap de winkel binnen en zie verschillende soorten voedsel. Door alleen maar er naar te kijken krijg ik al meer honger.

Even later stap ik de winkel buiten met wat verse rijstballen en drie appels. De jongens zullen dat wel lekker vinden. Ik besluit om even naar de wapen winkel te gaan. Het touw van mijn boog moet wat aangespannen worden. Of misschien beter vernieuwd. Het is nogal versleten. Ik stap de winkel binnen en zie een meisje met kort roze haar kijken naar wat wapen die aan de muur hangen. Ze kijkt naar me maar besteed niet veel aandacht aan me.
'Goeie middag miss. Wat kan ik voor je doen?' Vraagt een redelijk oude man achter de toonbank. Ik leg mijn boog op de toonbank.
'Mijn touw in nogal versleten. Zou u het kunnen vernieuwen?' Hij kijkt naar mijn boog en onderzoekt het.
'Dat is een zeer interessant ontwerp.' Hij raakt het aan en schrikt.
'Het ik koud. Net een koud metaal maar dan nog kouder.' Zegt hij. Hij pakt mijn boog en is verwonderd hoe licht het is.
'Mag ik weten uit welk materiaal het is gemaakt, miss?' Ik grinnik en knik.
'Uit eeuwig ijs. Een zeer zeldzaam materiaal dat super licht is en onverwoestbaar.' Zeg ik. Ik zie het meisje van uit mijn ooghoek nieuwsgierig kijken. De oude man knikt en gaat een gepast touw halen. Ondertussen kijk ik even naar de zwaarden. Er zijn brede, smalle, grote en kleine. De brede doen mij denken aan die van Ashe.
'Uhm, hoi.' Zegt er een meisjesstem. Ik draai me om en zie het roze harig meisje voor me.
'Hallo.' Zeg ik met een brede glimlach.
'Ik ben Riven, ik zie dat je goeie smaak hebt voor wapens.' Zegt ze en ze kijkt naar het zwaard. Ik kijk er weer even naar en kijk dan weer naar haar.
'Ja het is een uniek ontwerp. En Akali is de naam.' Zeg ik. Riven lacht.
'Die boog van jou, is het echt van eeuwig ijs gemaakt? En zijn de pijlen dan ook van eeuwig ijs?' Vraagt ze met veel enthousiasme. Ik lach even. Zou ik alles zeggen. Ik kan best wel zeggen dat het magisch is maar mijn nen-krachten moet ze niet weten. Zo zijn mijn pijlen namelijk gemaakt. Van nen. Maar niet volledig. Moesten ze helemaal uit nen bestaan, zouden ze niet constant kapot gaan en moet ik er zelfs geen meer bij me moeten hebben.
'Ja ze zijn allebei gemaakt van eeuwig ijs.' Lieg ik. Ik lieg niet volledig maar ze moet niet aales van me weten.
'Cool!' Zegt ze.
'Doe je ook mee aan het hunter examen?' Vraagt ze plots. Ik knik en vraag haar hetzelfde. Ze knikt ook van ja.
'Als je hier ook alleen hebt kunnen we een groepje vormen.' Zegt ze blij. Ik denk even na. Ik ben niet alleen maar ik wil haar wel in mijn groep.
'Ik ben niet alleen, maar je kan zeker wel bij ons blijven.' Zeg ik blij.

Mijn boog is eindelijk klaar. Riven en ik stappen uit de winkel en het is al bijna tijd. Ik zoek voor Gin en Esrael bij de plek waar we hebben afgesproken. Ik let even niet op en bots tegen iemand.
'Oh sorry ik-' Ik stop mijn zin wanneer ik zie tegen wie ik gebotst ben.
'Kijk wie dat we hier hebben. Ons kattig meisje.' Zegt de man met die lange bruine jas spottend. Ik baal mijn vuisten maar Riven trek me met zich mee.
'Sorry, we hebben nogal haast.' Zegt ze met een zenuwachtige glimlach. Na dat we ver genoeg zijn ruk ik me los.
'Wat was dat nou?' Vraag ik.
'Je moet je niet zo opspannen bij hem! Hij is gevaarlijk.' Zegt ze. Ik frons mijn wenkbrauwen.
'Wacht je kent hem?' Ze knikt.
'Zijn naam is Ryzir, niemand weet hoe. Maar zijn wapen is iets uniek. Namelijk drie kaarten. Een gele, een rode en een blauwe.' Ik knik en weet al meteen hoe hij dat kan gebruiken als wapen. Met nen.

HuntersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu