Mercury

31 2 1
                                    

Zachtjes probeer ik hem weg te duwen. Vlekjes dansen voor mijn ogen als ballerina's. "Alec." zeg ik schor. Daarmee kijkt hij op, zijn ogen weer diepblauw. Hij kijkt van mij naar de wond in mijn nek en likt bedachtzaam over zijn lippen. "Oh." mompelt hij. Hij kijkt me verontschuldigend aan. "Mijn wolf nam het van me over.. I-Ik.. Hij is niet zo snugger." Hij grinnikt en lijkt een gesprek te voeren met iets.

Het heeft me altijd gefascineerd, hoe die zoveel met de menselijke kant gemeen hebben, maar tegelijkertijd trouw blijven aan hun instinct. Ikzelf heb er nooit een gehad, en mis het. Een onderscheiding tussen de dierlijke kant en goddelijke kant zou geweldig zijn. Nogmaals weten de aardlingen niet hoe goed ze het hebben.

Ik ga versuft naast hem zitten. Mijn hele schouder en gezicht zijn bedrenkt met bloed, en mijn haar plakt tegen mijn rug aan van het kleverige goedje. Mijn witte haar wordt bevuild met bloed, en met een schok bedenk ik dat het bloed in mijn haar niet zomaar weer weggaat. Mijn haar zal altijd voor een deel bloedrood blijven. Ik weet niet hoe, ook niet waarom, maar ik weet het. Ik kom er later nog wel achter hoe. Ik schenk Alec en glimlach en even duizelt het me.

"We moeten praten." zegt Alec, die in kleermakerszit gaan zitten. Ik knik instemmend, wachtend op een antwoord van hem. En die krijg ik. Alec zucht. "Goed. Ik kan me voorstellen dat je over mij en de roedel wilt weten." Hij weet dat dit vanaf nu ook mijn roedel is. Ik knik gretig, mijn oren spitsend.

"Alec Lictrinaer, twintig jaar. Ik groeide op in een menselijke familie. De maangodin, uh, jouw moeder had me de kracht gegeven van de maan, maar tegelijkertijd ook een vloek." hij zucht. "Die vrouw op zichzelf is gewoon een vloek." mompel ik. Alec grinnikt en kijkt me vragend aan. Ik knik en knijp zachtjes in zijn hand. "De nacht dat ik voor het eerst veranderde, zo'n tien jaar geleden, vermoordde ik per ongeluk mijn ouders. Ik kon er eerlijk niets aan doen, maar mijn oudere zussen en broers vinden me zwak, en beschuldigen me op de moord van papa en mama. Ze hebben gelijk, ik heb het gedaan."

Alec zucht verdrietig en ik pak hem stevig vast, mijn shirt doordrenkt met bloed. "Jij mag het dan wel gedaan hebben, ik weet zeker dat je het per ongeluk deed. Jij weet dat ook." sus ik hem. Ik negeer de pijn die mijn nek steekt en negeer het warme bloed dat vanuit mijn nek komt. Ik wil hem troosten. Ik heb het gevoel dat Alec er nog niet helemaal bij is. Hem kennend, zou hij nu allang hebben gepanikeerd over het bloed waar ik in zit.

Net als ik daarover na zit te denken, voel ik dat Alec naar me kijkt. En niet zoals hij dat altijd doet, nee, niet bezorgd of liefdevol. Hij kijkt me boos aan. Ik kijk op, zijn blauwe ogen ontmoetend. Hij fronst en kijkt weer bezorgd. Ik moet zeggen, bezorgd is geen slecht gezicht voor Alec. Maar de boosheid verdwijnt niet helemaal. Hij laat me los en ik maak een kort, jammerend geluidje. Niet weg gaan.

"Wat heb ik je aangedaan?" zegt hij ferm. Ik kijk hem verward aan. "Dat vroeg je net ook al, je was er toen toch wel bij, toch?" Ik snap het niet, hij heeft me net een verhaal verteld over zijn ouders. Met een schok besef ik me dat dit misschien weer een hallucinatie is. Dat mijn moeder me heeft voorgelogen. Zal niet de eerste keer zijn.

"Nee.. Nee, ik was er niet bij. Maar wat heb ik je aangedaan?" Nu snap ik er nog minder van. Hij ontkent het. Hij ontkent het. Mijn beeld wordt wazig, en het enige wat ik echt kan onderscheiden zijn geluiden. Ik focus me daarop.

"Eh. Je beet me, maar dat heb ik je-"

"Shit."

"Wat?"

"Ik bedoel.. Waar heb ik je gebeten?"

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Jul 09, 2016 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

MoonlightWhere stories live. Discover now