Pluto

56 3 0
                                    

Ik zucht, zoals ik dat vaak doe. Moeder heeft me weer huisarrest gegeven. Al is er niet echt een.. huis op de maan. Mijn uitstapjes naar de aarde zijn strikt verboden, maar toch doe ik het. Helaas houdt Hink, mijn oudere broer, me de laatste tijd goed in de gaten. Zeker weten op opdracht van mijn moeder. Ze zijn allemaal gewoon zo overprotective de laatste tijd..

Ik ben Idrai, de enige echte maanprinses. Ik zal later de maangodin worden, lekker rondhangen met alle lycantropen daarbeneden, zeker. Mijn jongere zusje heet Jannar en tja, de naam van moeder.. ik heb geen idee. Ik noem haar gewoon moeder. Anderen noemen haar de maangodin. Punt, klaar. We leven allemaal op de maan, ver verwijderd van elkaar en de wereld beneden. Ik ga over de mates, de zielsverwanten. Jannar gaat over de leeftijden dat de eerste verandering begint en de innerlijke wolven.. Hink gaat over de roedels en de soorten. Het is saai werk, ik moet alleen maar twee zielen in hetzelfde glazen bakje stoppen en kijken op het scherm, zoekend naar een manier om ze te laten ontmoeten. Ik heb wel een keer iemand met een plant gemate, god, dat was hilarisch. Moeder had me wel ontzettende straf gegeven, maar het was het waard. Ik lach nog steeds.

Op het grote scherm kijk ik naar de zoveelste ontmoeting van twee zielsverwanten. De jongen gromt meteen 'Van mij.' Het meisje is nog een onwetende, en kijkt hem alleen vreemd aan. Alsof hij een of andere griezel is die haar zo iets zou aandoen. Ik kan er niet om lachen, alles herhaalde zich weer. Ik heb dit al zo vaak gezien dat het niet meer leuk is. Schichtig kijk ik om me heen, moeder kijkt vast niet. Altijd te druk met haar onderonsje met de maan. De maan, oftewel haar geliefde man.. vrouw.. dinges. Ik verbaas me erover dat ik zo weinig weet over mijn leven. Na rond te hebben gekeken, zie ik dat Hink te druk bezig was met roedels enzo -ik weet niet precies wat hij doet. Iets vreemds met soorten of zoiets. Ik sta langzaam op. Vacht begint te groeien op mijn blote huid, mijn oren worden groot en puntig. Ik verander in een wolf.

Ik, als een bewoner van de maan, een maanprinses, heb geen innerlijke wolf. Mijn wolf is altijd één met mijn mens.. dinges. Ik ben geen mens, maar wat ik dan precies is, dat is de vraag. Nog één keer kijk ik achterom en ren een Poort in. Deze poort is naar een van de twaalf dimensies, waarvan er elf saai zijn en één de aardse wereld. Die is wel interessant, aangezien daar ontzettend veel lycantropen wonen.

Al snel voel ik aarde onder mijn poten en ben ik beland in de wereld van de mensen, lycantropen en elfjes. Geen idee wat die hier doen, behalve een beetje rondrennen op mini-takjes, de show stelend. Ik zucht weer en begin langzaam te lopen, proberend om mijn ledematen een beetje op te warmen. Ik, als een wolf, ben zilvergekleurd en geef zelfs een zwak licht af in het donker. De sterren schijnen boven mijn hoofd, en ik weet dat moeder meekijkt. Ze kan me alleen huisarrest geven als ik weer boven ben, want ze kan me niet terug halen uit een andere dimensie. Ik moet uit vrije wil terug komen - wat ik zelden doe. Meestal raak ik verveeld en vertrek ik weer naar de maan, waar ik een fikse straf krijg van moeder. Ik zie haar nooit, maar meestal zegt Hink het tegen me. Die kloot mag wel met moeder spreken, omdat hij de oudste is. Ik ben de kroonprinses, ik moet toch wel iets weten over het leven van een maangodin?

Ook hier bidden ze naar ons. Ze praten tegen ons, meestal moeder, maar ook ik of soms zelfs Hink. Meestal zeuren ze over dat ze hun mate willen vinden, of dat hun mate een klootzak is. 'Hoe kunt u dit mij aandoen?' en 'Oh heilige Idrai, u bent een volledige, vieze bitch en voorlopig, misschein wel voor altijd, ga ik u niet meer offeren.'. Die laatste is wat ik zal verwachten als ik mijn gemene streken uithaal, spelend met mensenlevens alsof het mijn marionetten zijn. Het is fout, ik weet dat, maar ik verveel me gewoon zo verschrikkelijk.

Op mijn duizendste verjaardag ben ik stemmen gaan horen, in mijn hoofd. Ik heb geen idee of dit het lot van een toekomstige maangodin is of niet, maar ik heb mezelf al sinds dat jaar voor gek verklaard. Ze fluisteren in mijn oren over het prachtige gras, de mooie bomen en de lycantropen op aarde. Ik ben aan ze gewend geraakt, weet zelfs welke van de drie verschillende stemmen tegen me praat. Nu ben ik éénentwintighonderddrie, waardoor ik eruit zie als een negentienjarige. Op mijn tienduizendste jaar zou ik de troon bestijgen en de rol van maangodin overnemen, wat niet zo lang meer duurt. Voor menselijke levens is dat ontzettend lang, maar ongeveer achtduizend jaar is minder dan je zou verwachten als je al meer dan tweeduizend jaar leeft. Ik vermoed dat moeder ongeveer een miljard jaar oud is, maar ik kan alleen gokken. Ik heb haar gezicht nog nooit gezien.

MoonlightWhere stories live. Discover now